Gebruikersnaam:   Wachtwoord:   Gratis Registreren | Wachtwoord vergeten? Blog
Rechtenforum.nl
Rechtenforum.nl Rechtenforum.nl
 
Controle paneel
Registreren Registreren
Agenda Agenda
Help Help
Zoeken Zoeken
Inloggen Inloggen

Partners
Energie vergelijken
Internet vergelijken
Hypotheekadviseur
Q Scheidingsadviseurs
Vergelijk.com

Rechtsbronnen
Rechtspraak
Kamervragen
Kamerstukken
AMvBs
Beleidsregels
Circulaires
Koninklijke Besluiten
Ministeriële Regelingen
Regelingen PBO/OLBB
Regelingen ZBO
Reglementen van Orde
Rijkskoninklijke Besl.
Rijkswetten
Verdragen
Wetten Overzicht

Wettenbundel
Awb - Algm. w. best...
AWR - Algm. w. inz...
BW Boek 1 - Burg...
BW Boek 2 - Burg...
BW Boek 3 - Burg...
BW Boek 4 - Burg...
BW Boek 5 - Burg...
BW Boek 6 - Burg...
BW Boek 7 - Burg...
BW Boek 7a - Burg...
BW Boek 8 - Burg...
FW - Faillissement...
Gemw - Gemeente...
GW - Grondwet
KW - Kieswet
PW - Provinciewet
WW - Werkloosheid...
Wbp - Wet bescherm...
IB - Wet inkomstbel...
WAO - Wet op de arb..
WWB - W. werk & bij...
RV - W. v. Burgerlijk...
Sr - W. v. Strafrecht
Sv - W. v. Strafvor...

Visie
Werkgevers toch ...
Waarderingsperik...
Het verschonings...
Indirect discrim...
Een recht op ide...
» Visie insturen

Rechtennieuws.nl
Loods mag worden...
KPN bereikt akko...
Van der Steur wi...
AKD adviseert de...
Kneppelhout beno...
» Nieuws melden

Snellinks
EUR
OUNL
RuG
RUN
UL
UM
UU
UvA
UvT
VU
Meer links

Rechtenforum
Over Rechtenforum
Maak favoriet
Maak startpagina
Mail deze site
Link naar ons
Colofon
Meedoen
Feedback
Contact

Recente topics
Force justice ...
Personalized T...
verkiezingsbed...
Kunnen (Kanton...
Boetes CJIB ni...

Carrière
Boekel De Nerée
CMS DSB

Content Syndication


 
Het is nu di 22 jul 2025 8:35
Bekijk onbeantwoorde berichten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Het woord van de politie vs. de burger (zonder enig bewijs)
Moderators: Michèle, StevenK, Moderator Team

 
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 4 Ga naar pagina 1, 2, 3, 4  Volgende
Printvriendelijk | E-mail vriend(in) Vorige onderwerp | Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
isolde



Leeftijd: 41
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Stier
Studieomgeving (BA): HvU

Berichten: 9


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 0:20    Onderwerp: Het woord van de politie vs. de burger (zonder enig bewijs) Reageer met quote Naar onder Naar boven

Dag dag,

Ik heb voor de rechtenkenners een belangrijk vraagje:

Indien de politie beweert dat verdachte hem/haar heeft proberen bij de keel te grijpen/keel dicht te knijpen (poging tot doodslag) en er zijn:

1) geen andere getuigen die dit hebben gezien/kunnen bevestigen
2) geen verwondingen, de desbetreffende agent is niet (nooit) naar een arts gegaan maar verder met haar werk
3) de verdachte en zijn vriend die erbij was beweren dat er niet naar de keel is gegrepen maar om de schouder van de agent
4) de verdrachte heeft geen strafblad etc.

Telt het woord van de politie in een rechtszaak dan hoger dan die van de verdachte? Hoe zit het met het gebrek aan bewijs?

Ik hoop dat iemand die er verstand van heeft mij zou willen helpen met mijn vraag.
Alvast bedankt!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
abraxes

abraxes

Leeftijd: 45
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 0:55    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quote:
Hoe zit het met het gebrek aan bewijs?


Ambtsedig opgemaakte processen-verbaal van opsporingsambtenaren: het gehele tenlastegelegde feit kan op basis van 1 proces-verbaal bewezen worden verklaard (art. 344 2e lid wvsv), aanvullend bewijs is dan niet nodig (uitzonderingen hier nvt).
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 42
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 9:02    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

ik wil hier toch een kanttekening bij plaatsen!!! Je hebt gelijk als je zegt dat ogv art 344 lid 2 Sv kan worden bewezenverklaard dat een verdachte het tll feit heeft begaan. In de praktijk heeft deze bepaling de slechts de functie bij de berechting van simpele op heterdaad geconstateerde overtredingen (vgl HR 26 januari 1999, NJ 1999, 511).

In een dergelijk geval is het idd zo dat het ambstedig "woord" van de politie boven de ontkennende verdachte gaat. Indien het een (ernstig) misdrijf betreft, zal moeten worden gestreefd naar beschikbaarheid van meer bewijs. Er is weliswaar wettig bewijs, echter een rechter zal zich niet overtuigd achten in de zin van art 338 Sv. Als je er ook logisch over nadenkt zou bovenstaande casus kunnen leiden tot "naaipraktijken" van de politie. Als ze iemand willen pakken omdat ze het een klootzak vinden of men wil een ambshalve bekende persoon oppakken, kan men dus simpel volstaan met het opmaken van een proces-verbaal zonder dat er enig steunbewijs is in de vorm van bij een getuige!!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
tikSimone

tikSimone

Leeftijd: 59
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): EUR
Studieomgeving (MA): EUR
Berichten: 12147


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 10:04    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Dat wordt de politieagent ter terechtzitting horen ....
_________________
Nait soez'n, moar doun!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
Nemine contradicente
Moderator
Nemine contradicente

Leeftijd: 46
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Steenbok
Studieomgeving (BA): UvT
Studieomgeving (MA): UvT
Berichten: 2250


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 14:07    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Maar om een simpel antwoord te geven op de vraag;
Ja het woord van een opsporingsambtenaar wordt over het algemeen waarachtiger beoordeeld dan dat van een verdachte.
Dat betekent niet dat een opsporingsambtenaar altijd gelooft wordt maar dat er minder snel getwijfeld wordt aan de waarheid van zijn of haar verklaringen.
_________________
Legere Iudicare Reparare
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail Bekijk de homepage
Deefke



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Stier


Berichten: 25


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 18:45    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Hey,

het is inderdaad waar dat op grond van art. 344 lid 2 Sv dat het proces - verbaal van een opsporingsambtenaar voldoende bewijs is voor een rechter om een verdachte voor een bepaald strafbaar feit te veroordelen.

Echter, de vraag is dan: is dat proces - verbaal dan genoeg bewijs ? Is het strafbare feit dan wettelijke én overtuigend bewijzen ?

Volgens mij kan een proces - verbaal van een opsporingsambtenaar gezien worden als 'eerlijk' bewijs. Opsporingsambtenaren leggen toch ook iets van een eed af ? Of niet ? Ze zullen hun werk toch eerlijk moeten doen ? De rechter moet er toch van uit kunnen gaan dat het proces - verbaal berust op de werkelijke feiten van de zaak ?

Indien de verdachte vind dat het proces - verbaal niet berust op de werkelijke feiten dan kan hij toch ook de opsporingsambtenaar als getuige laten getuigen tijdens de terrechtzitting ? De opsporingsambtenaar moet volgens mij wel de waarheid vertellen omdat hij dan als getuige zich anders schuldig kan maken aan meineed op grond van art. 207 Sr.

Wat ik zeggen wil is: een opsporingsambtenaar moet zijn of haar proces - verbaal laten berusten op de werkelijke feiten. Indien anders het geval is dan kan verdachte de opsporingsambtenaar op de terrechtzitting laten oproepen als getuige en moet de opsporingsambtenaar de waarheid vertellen.

Dus, het proces - verbaal is naar mijn mening wel voldoende om een strafbaar feit wettelijk en overtuigend door de rechter te laten beoordelen.

Graag een reactie hierop Puh

Groetjes Hypocrite
_________________
Gelijk heb je niet ! Gelijk krijg je !
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Duch
Moderator
Duch

Leeftijd: 45
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Schorpioen
Studieomgeving (BA): RUG
Studieomgeving (MA): RUG
Berichten: 4351


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 19:00    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Het lijkt me sterk dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan achten op basis van een tweemaal tegengesproken waarneming van een politieagent. Dat verhaal van onder ede verhoren gaat immers net zo hard op voor de getuige, die immers ook meieed zou plegen als hij zou liegen.

Ik denk dus dat het wel wettig, maar niet overtuigend kan worden bewezen. Bovendien zal de rechter als ik het me goed herinner degelijk moeten motiveren waarom hij het ene bewijsmiddel voor het andere laat gaan.
_________________
This is a court of law young man, not a court of justice
- Oliver Wendell 'the great dissenter' Holmes -
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail Bekijk de homepage
Deefke



Leeftijd: 41
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Stier


Berichten: 25


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 19:21    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Hey,

ik denk ook dat we moeten kijken naar wat voor een strafbaar feit het gaat. Indien het gaat om een 'eenvoudige' verkeersovertreding dan lijkt mij het proces - verbaal van een opsporingsambtenaar voldoende. Echter, als het gaat om moord of wat dan ook, dan lijkt me duidelijk dat een proces - verbaal van een opsporingsambtenaar wel wettelijk bewijs is, maar niet voldoende bewijs is.

Groetjes Confused
_________________
Gelijk heb je niet ! Gelijk krijg je !
Bekijk profiel Stuur privé bericht
quinty



Leeftijd: 42
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 19:37    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

ja dat probeer ik dus te zeggen in mijn vorige antwoord!! dat lijkt me nogal duidelijk en ik wil ook verwijzen naar strafrecht: tekst en commentaar bij het betreffende artikel!!!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
Eva

Eva

Leeftijd: 43
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UvA

Berichten: 1289


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 19:43    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Maar met de motivering van rechterlijke uitspraken is het helaas nogal slecht gesteld. En ook met het onmiddelijkheidsbeginsel, zodat in veel gevallen de politie-agent echt niet ter terechtzetting wordt gehoord hoor, of het moet om iets zeer ernstigs gaan.

Vaak heeft de rechter eerst een overtuiging en kijkt vervolgens of hij het wettig kan bewijzen, zo zou het uiteraard niet moeten maar rechters zijn ook maar mensen! Dus zo kan het in de praktijk heel goed voorkomen dat dit enige proces-verbaal voldoende is, aangezien het wettelijk is toegestaan.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
abraxes

abraxes

Leeftijd: 45
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 20:15    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Quinty:
Quote:
ja dat probeer ik dus te zeggen in mijn vorige antwoord!! dat lijkt me nogal duidelijk en ik wil ook verwijzen naar strafrecht: tekst en commentaar bij het betreffende artikel!!!


Graag! ik ben zoekende naar het arrest maar nog niet gevonden, help me even aub, nogal belangrijk, ik verbaast me erover dat dit niet in mijn studieboek werd aangegeven.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 42
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: do 11 aug 2005 22:57    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Ik neem aan dat je bedoelt HR 26 januari 1999, NJ 1999, 511??? op rechtspraak.nl heb ik m nog niet kunnen vinden, heb m zelf via mijn eigen universiteitsbib waar ik altijd op kan inloggen. Dus ik geef m wel gewoon op deze manier dat is wel het makkelijkste!! Succes ermee, laters

Quote:

NJ 1999/511

--------------------------------------------------------------------------------

HOGE RAAD (Strafkamer)
26 januari 1999, nr. 108591
(Mrs. Davids, Bleichrodt, Koster, Schipper, Corstens; A-G Van Dorst; m.nt. JR)

Sv art. 338, 344 lid 2

[Essentie] Snelheidsovertreding geconstateerd d.m.v. "automatische trajectcontrole", waarbij op elektronische wijze een gereden afstand wordt gedeeld door de daarvoor gebruikte tijd. Het proces-verbaal waarin de meting d.m.v. deze automatische trajectsnelheidsmeter is gerelateerd is een proces-verbaal cfm. art. 344 lid 2 Sv, ook al zijn de waarnemingen en de berekeningen elektronisch uitgevoerd.

[Tekst] Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht van 16 september 1997 in de strafzaak tegen R.J. van IJ., te Amsterdam, adv.mr. S.E. Marseille te 's-Gravenhage.
Rechtbank:
Bewezenverklaring en bewijsvoering
Bewezenverklaard is dat hij op 10 juli 1997 te Maarssen, buiten de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig, personenauto, op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de oostelijke rijbaan van de Rijksweg A2 het gedeelte tussen de hectometerpalen 54.5 en 53.7, welke weg als autosnelweg was aangeduid, op enig moment heeft gereden met een snelheid van 169 kilometer per uur.
Het bewijs
Deze aanvulling op voormeld vonnis bevat de inhoud van de bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en de redengevende feiten en omstandigheden als bedoeld in art. 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 2 september 1997, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:
Ik heb op 10 juli 1997 te Maarssen op de Rijksweg A 2 zo hard gereden als in de tenlastelegging staat.

2 Een ambtsedig proces-verbaal nr. 10 07 97 1437 0230 d.d. 14 juli 1997 met bijlage, opgemaakt door G.M. Hendrikx, hoofdinspecteur van politie, Korps Landelijke Politiediensten te Driebergen-Rijsenburg, voor zover inhoudende als relaas van deze verbalisant - zakelijk weergegeven -:
Ik zag/constateerde/verklaar, dat een persoon als bestuurder van een motorvoertuig, buiten de bebouwde kom, op een als zodanig aangeduide autosnelweg heeft gereden met een hogere snelheid dan de toegestane maximumsnelheid.

Overtredingsgegevens:

Datum: 10 juli 1997

Plaats: Maarssen

HM.paal: 54.5 - 53.7

Lokatie: de rijksweg A2 (oostelijke rijbaan), een voor het openbaar verkeer openstaande weg buiten de bebouwde kom

Soort weg: autosnelweg

Voertuig: personenauto

In het kader van een gericht verkeerstoezicht project, stelde ik de werkelijke snelheid vast met behulp van een voor de meting getest, geijkt en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidscontroleapparaat op basis van de factoren tijd en afstand (trajectmeting).

Soort verkeersmeetmiddel: trajectsnelheidsmeter

Werkelijke (gecorrigeerde) gemiddelde snelheid: 169 KM per uur

Toegestane snelheid: 120 KM per uur

Overschrijding met: 49 KM per uur

De werkelijke snelheid is het resultaat van een overeenkomstig de richtlijn van de VCOM uitgevoerde correctie.

De overtreding werd automatisch en langs electronische weg digitaal geconstateerd en vastgelegd.

Volgens de opgave van de rijksdienst voor het wegverkeer bleek het motorvoertuig toe te behoren aan: R.J. van IJ.

Aan deze persoon werd een antwoordformulier gezonden. Uit het geretourneerde formulier bleek dat op het moment van overtreding het motorvoertuig werd bestuurd door: R.J. van IJ.

Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft als verweer aangevoerd, dat het systeem voor automatische trajectcontrole als opsporingsmethode niet in de wet is opgenomen en dat daarom het gedrag, dat door die meting wordt vastgesteld geen strafbaar feit kan opleveren.
Voor zover verdachte met zijn stelling heeft willen aanvoeren, dat het bewijs op onrechtmatige wijze verkregen is, verwerpt de rechtbank dit verweer, aangezien dit ook overigens geen steun vindt in het recht.
Verdachte heeft voorts betoogd, dat het proces-verbaal niet kan worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel, aangezien de tenlastegelegde snelheidsovertreding niet door de verbalisant zelf is waargenomen of ondervonden en derhalve niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 344, eerste lid, sub 2 van het Wetboek van Strafvordering, dat limitatief de wettige bewijsmiddelen opsomt.
Hieromtrent overweegt de rechtbank in navolging van de kantonrechter het volgende.
De verbalisant heeft in zijn proces-verbaal vastgelegd, welke electronisch vastgelegde resultaten van de trajectsnelheidsmeting hij (op de monitor) heeft waargenomen. Deze waarneming kan naar het oordeel van de rechtbank voor de toetsing aan artikel 344 eerste lid sub 2 van het Wetboek van Strafvordering worden gelijkgesteld met eigen waarneming. Het gaat hier immers om een waarneming (meting) door apparatuur, die gecertificeerd is door het Nederlands Meet Instituut, goedgekeurd door het TNO en die voldoet aan de (concept) Voorschriften Meetmiddelen Politie (versie 22). Deze registratie van gegevens omtrent de snelheid van motorvoertuigen - waarin verdisconteerd is een foutcorrectie van 3% bij snelheden van meer dan 100 kilometer per uur - is vele malen betrouwbaarder en accurater dan de waarneming door middel van de zintuigen van een verbalisant, die ter plaatse aanwezig is.
Het verweer van de verdachte wordt derhalve verworpen.
Verdachte heeft tenslotte betoogd, dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt, dat hij met zijn voertuig op de datum en tijd zoals vermeld in de tenlastelegging met een werkelijke snelheid van 169 kilometer per uur gereden heeft, nu slechts de gemiddelde snelheid van zijn voertuig is gemeten.
De rechtbank overweegt hieromtrent, dat de gemeten gemiddelde snelheid van 169 kilometer per uur tussen de hectometerpalen 54.5 en 53.7 impliceert, dat daar in ieder geval op enig moment met een snelheid van 169 kilometer per uur gereden is, zodat ook dit verweer niet kan slagen.
Uitspraak
De Rechtbank heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van "overtreding van artikel 21 aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990" veroordeeld tot een geldboete van vierhonderdnegentig gulden, subsidiair negen dagen hechtenis.
Cassatiemiddelen:
Middel 1
Het recht is geschonden en/of op straffe van nietigheid in acht te nemen vormen zijn verzuimd doordat de motivering waarmee een beroep op onrechtmatig verkregen bewijs is verworpen ontoereikend is, zodat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
Toelichting
Onder het kopje "Bewijsoverwegingen" bevat het bestreden vonnis de volgende passage:
"Verdachte heeft als verweer aangevoerd, dat het systeem voor automatische trajectcontrole als opsporingsmethode niet in de wet is opgenomen en dat daarom het gedrag, dat door die meting wordt vastgesteld geen strafbaar feit kan opleveren.

Voor zover verdachte met zijn stelling heeft willen aanvoeren, dat het bewijs op onrechtmatige wijze verkregen is, verwerpt de rechtbank dit verweer, aangezien dit ook overigens geen steun vindt in het recht."

Ter terechtzitting heeft de verdachte onder meer verklaard:
"(...) Ik vind dat dit geen strafbaar feit is. Het gaat mij (...) om het opsporingsmiddel (...). Het gaat mij erom dat ik denk dat deze meetmethode als opsporingsmethode wettelijk gezien niet kan."

De rechtbank heeft in deze woorden van de verdachte, die niet door een raadsman werd bijgestaan, terecht het verweer gelezen dat bewijsmateriaal op onrechtmatige wijze is verkregen. In de verklaring van de verdachte zoals die in het proces-verbaal van de zitting in appèl is vastgelegd, is het verweer enigszins uitgewerkt (alles gaat automatisch, "er komt geen opsporingsambtenaar meer aan te pas").
De rechtbank heeft omtrent het verweer slechts opgemerkt dat "dit ook overigens geen steun vindt in het recht". Met deze formulering geeft de rechtbank in het geheel geen inzicht in de redenen die tot verwerping hebben geleid. De onduidelijkheid wordt nog vergroot door de woorden "ook overigens", die suggereren dat sprake is van meer dan één argument. Een nader argument valt echter in de overwegingen van de rechtbank niet te lezen. Het vonnis voldoet niet aan de wettelijke motiveringseisen.
Middel 2
Het recht is geschonden en/of op straffe van nietigheid in acht te nemen vormen zijn verzuimd doordat de rechtbank tot bewijs heeft gebezigd een gedeelte uit de verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat niet redengevend is voor de bewezenverklaring.
Toelichting
Uit de verklaring van de verdachte ter terechtzitting is het volgende gedeelte voor het bewijs gebruikt: "Ik heb op 10 juli 1997 te Maarssen op de Rijksweg A 2 zo hard gereden als in de tenlastelegging staat". In die tenlastelegging is de snelheid waarmee is gereden op drie manieren omschreven:
- een snelheid van ongeveer 169 kilometer per uur;
- een gemiddelde snelheid van ongeveer 169 kilometer per uur;
- een overschrijding van de maximumsnelheid van 120 km per uur met meer dan 40 kilometer per uur.
Geen van deze omschrijvingen komt voor in de bewezenverklaring, immers is bewezen verklaard dat verdachte "op enig moment heeft gereden met een snelheid van 169 kilometer per uur".
Er is nog een tweede reden waarom de geciteerde woorden van de verdachte niet kunnen bijdragen tot het bewijs dat hij in Maarssen de A 2 bereed met een snelheid die (op enig moment) 169 kilometer per bedroeg.
Overeenkomstig recente jurisprudentie van de Hoge Raad heeft de rechtbank het woord "snelheid" in een tenlastelegging inzake overtreding van art. 21 RVV opgevat als werkelijk gereden snelheid, niet als gemeten snelheid. Blijkens diezelfde jurisprudentie moeten (hoge) eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de apparatuur waarmee de snelheid wordt gemeten, terwijl bij (gemeten) snelheden van meer dan 100 kilometer per uur een correctie van 3% moet worden toegepast.
Het nauwkeurigste instrument waarop de verklaring van de verdachte kan zijn gebaseerd is de snelheidsmeter waarmee een personenauto standaard is uitgerust. Naar mag worden aangenomen was deze niet geijkt, kon deze niet nauwkeurig worden afgelezen en is onbekend of deze nauwkeurige metingen kon verrichten. Als voor vaststelling van de werkelijk gereden snelheid niet - zonder correctie - mag worden afgegaan op een "nog onlangs geteste" snelheidsmeter van een surveillancevoertuig (HR 12 maart 1996, NJ 1996, 511) dan geldt dit temeer voor vaststelling aan de hand van de snelheidsmeter in het door de verdachte bestuurde voertuig waarvan niet blijkt dat deze op 10 juli 1997 "onlangs" was getest.
In de zaak die leidde tot HR 17 juni 1997, NJ 1997, 736 waren verdachtes woorden: "Het klopt" gebruikt tot het bewijs dat was gereden met een snelheid van ongeveer 154 kilometer per uur. De Hullu heeft in zijn noot onder het genoemde arrest terecht de vraag opgeworpen of in een stelsel waarin de werkelijke snelheid op de voorgrond staat de "bekentenis" van de verdachte (gebaseerd op het aflezen van zijn eigen snelheidsmeter en daarom met een aanzienlijke foutmarge) wel een rol kan spelen. Verzoeker meent dat deze vraag in zijn zaak ontkennend moet worden beantwoord, gelet op het verschil ten opzichte van de zaak waarin de Hoge Raad een jaar geleden arrest wees: terwijl de bewezenverklaring specifieker is omtrent de snelheid (het woord "ongeveer" ontbreekt) is de tot het bewijs gebezigde "bekentenis" minder gespecificeerd.
Middel 3
Het recht is geschonden en/of op straffe van nietigheid in acht te nemen vormen zijn verzuimd omdat de bewezenverklaring is gebaseerd op een proces-verbaal dat, gelet op de inhoud daarvan, slechts tot bewijs kan strekken in verband met een ander bewijsmiddel terwijl het enige andere bewijsmiddel niet redengevend is.
Toelichting
In de tot bewijs gebezigde passages uit een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar rapporteert deze hetgeen hij heeft gelezen:
- op een monitor omtrent tijdstip, plaats en gemiddelde snelheid waarmee een bepaalde personenauto heeft gereden;
- in een opgave van de Rijksdienst voor het Wegverkeer omtrent kentekenregistratie;
- op een antwoordformulier omtrent de identiteit van de bestuurder.
Omdat men hier kan spreken van het waarnemen - door de verbalisant - van leestekens kan zijn op schrift gestelde relaas worden aangemerkt als een geschrift behelzende een mededeling van feiten of omstandigheden door hemzelf waargenomen en daarmee als proces-verbaal (art. 344 lid 1 sub 2 Sv). Het bezwaar van verzoeker is dan ook niet (zozeer) dat de rechtbank het geschrift als proces-verbaal in de bewijsconstructie heeft gebruikt. Verzoeker meent echter dat het proces-verbaal gelet op de inhoud daarvan niet de bijzondere bewijskracht toekomt als bedoeld in art. 344 lid 2 Sv. Naar de inhoud laat het onderhavige proces-verbaal zich immers vergelijken met dat waarin een opsporingsambtenaar vermeldt hetgeen een ooggetuige omtrent een strafbaar feit in een brief heeft opgeschreven of het proces-verbaal waarin wordt gerelateerd hetgeen een getuige van een strafbaar feit aan de verbalisant heeft verteld.
Verzoeker wil de rechtbank graag toegeven dat het in het onderhavige geval wel om een zeer betrouwbare "getuige" gaat, namelijk een geteste, geijkte en op de voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter. Die betrouwbaarheid doet echter niet af aan de gelding van de bewijsminima van art. 342 lid 3 en 344 lid 1 sub 5 Sv.

In deze optiek kan de inhoud van het proces-verbaal alleen gelden in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. In het tweede cassatiemiddel is de door de rechtbank geselecteerde passage uit zijn verklaring ter zitting gediskwalificeerd als bewijsmiddel. Evenmin kan tot bewijs dienen de openingszin van het tot bewijs gebruikte proces-verbaal:
"Ik zag/constateerde/verklaar, dat een persoon als bestuurder van een motorvoertuig, buiten de bebouwde kom, op een als zodanig aangeduide autosnelweg heeft gereden met een hogere snelheid dan de toegestane maximumsnelheid."

Deze woorden behelzen een conclusie van de verbalisant die is voorbehouden aan de rechter.
Hoge Raad:
3. Beoordeling van het eerste middel
3.1. Het gaat in deze zaak om een snelheidsovertreding. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard, kort gezegd, dat hij op 10 juli 1997 als bestuurder van een personenauto op een autosnelweg heeft gereden met een snelheid van 169 kilometer per uur.
3.2. De snelheid waarmee de verdachte reed, is vastgesteld in het kader van een zogeheten automatische trajectcontrole. Die meetmethode komt erop neer dat de snelheid wordt berekend door een bepaalde door een auto gereden afstand te delen door de tijd die was gemoeid met het afleggen van die afstand. Bij een geautomatiseerde meting als waar het in deze zaak om gaat, worden de gegevens van tijd en plaats (automatisch) waargenomen en vastgelegd door apparatuur. De aldus verkregen gegevens en de aan de hand daarvan berekende snelheid worden langs elektronische weg digitaal geconstateerd en vastgelegd.
3.3. Het middel behelst de klacht dat de Rechtbank het verweer dat het bewijs onrechtmatig is verkregen, ontoereikend gemotiveerd heeft verworpen.
3.4. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte, na te hebben aangevoerd dat in zijn zaak slechts de gemiddelde snelheid is gemeten en dat het proces-verbaal van politie niet voldoet aan het bepaalde in art. 344, eerste lid aanhef en onder 2, Sv, omdat er geen sprake is van een directe waarneming van de overtreding door de verbalisant, bij het voeren van het woord tot verdediging nog aangevoerd:
"Ik blijf bij hetgeen ik eerder heb verklaard. Het gaat mij erom dat ik denk dat deze meetmethode als opsporingsmethode wettelijk gezien niet kan."

3.5. De Rechtbank heeft naar aanleiding van dat verweer overwogen hetgeen in de toelichting op het middel is weergegeven.
3.6. Aldus heeft de rechtbank als haar oordeel tot uitdrukking gebracht dat voorzover hetgeen de verdachte heeft aangevoerd een beroep op onrechtmatige bewijsgaring bevat, dit verweer moet worden verworpen, aangezien het kennelijk is gebaseerd op de opvatting dat, nu de onderhavige methode van snelheidsmeting niet wettelijk is geregeld, de daarmee verkregen resultaten als onrechtmatig verkregen van het bewijs moeten worden uitgesloten, welke opvatting in haar algemeenheid geen steun vindt in het recht. Dat oordeel van de Rechtbank geeft geen blijk van een verkeerde rechtsopvatting. Tot een nadere motivering van haar oordeel was de Rechtbank, in aanmerking genomen de inhoud van het verweer, niet gehouden.
3.7. Het middel faalt dus.
4. Beoordeling van het tweede middel
4.1. Het middel klaagt erover dat de Rechtbank een gedeelte van de door de verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring tot bewijs heeft gebezigd, welk gedeelte niet redengevend is voor de bewezenverklaring.
4.2. Het middel faalt op de gronden zoals weergegeven in de conclusie van het Openbaar Ministerie onder 7 tot en met 12.
5. Beoordeling van het derde middel
5.1. Het middel behelst de klacht dat de bewezenverklaring is gebaseerd op een proces-verbaal dat, gelet op de inhoud daarvan, slechts tot het bewijs kan strekken in verband met een ander bewijsmiddel, terwijl het enige andere bewijsmiddel niet redengevend is.
5.2. Voorzover het middel berust op de stelling "dat het enige andere bewijsmiddel niet redengevend is", is het, gelet op de afdoening door de Hoge Raad van het tweede middel, tevergeefs voorgesteld.
5.3. Opmerking verdient overigens het volgende. De Rechtbank heeft het desbetreffende proces-verbaal kennelijk en niet onbegrijpelijk aldus verstaan dat daarin is gerelateerd dat met behulp van een trajectsnelheidsmeter een bepaalde door de auto gereden afstand is gedeeld door de tijd die daarmee was gemoeid en dat de daaraan voorafgegaande waarnemingen van tijd en afstand alsmede de gehanteerde berekeningsmethode langs elektronische weg zijn uitgevoerd. De omstandigheid dat een en ander onder directe verantwoordelijkheid van de politie is geschied en dat door de verbalisant is waargenomen hetgeen langs elektronische weg is geconstateerd en vastgelegd, brengt mee dat hier sprake is van een proces-verbaal dat de mededeling van de verbaliserende ambtenaar betreft van feiten of omstandigheden door hemzelf waargenomen. Daaraan doet niet af dat eerdergenoemde waarnemingen van tijd en plaats niet direct met de eigen zintuigen zijn geschied en de noodzakelijke berekeningen met hulpapparatuur zijn uitgevoerd.
5.4. Van dat oordeel uitgaande, heeft de Rechtbank terecht aan eerderbedoeld proces-verbaal de bewijskracht van art. 344, tweede lid, Sv toegekend voorzover het betreft de door de verbalisant gedane waarnemingen van hetgeen langs elektronische weg is geconstateerd, van het feit dat de Rijksdienst voor het Wegverkeer de in het proces-verbaal bedoelde opgave heeft gedaan en van het feit dat de verdachte het desbetreffende antwoordformulier heeft geretourneerd.
5.5. Het middel is dus tevergeefs voorgesteld.
6. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet worden beslist als volgt.
7. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.

[Mening] Conclusie A-G mr. Van Dorst:
(...)
3. De snelheid waarmee verzoekers auto reed, is vastgesteld in het kader van een zgn. trajectsnelheidsmeting. Heel lang geleden - vóór de uitvinding van de radarapparatuur - bestond die methode ook al: twee politieagenten stonden op een vaste afstand van elkaar langs de weg, met behulp van een stopwatch stelden zij de gemiddelde snelheid van passerende auto's vast en overtreders werden staande gehouden. Deze methode wordt thans wederom gebruikt, zij het dat zij is aangepast aan de huidige technische mogelijkheden: de politieagenten zijn vervangen door camera's, de geregistreerde gegevens worden automatisch verwerkt en overtreders worden op kenteken geverbaliseerd NOOT 1.
4. Bij een trajectsnelheidsmeting wordt de gemiddelde snelheid van het voertuig vastgesteld. In casu bedroeg die gemiddelde snelheid 169 km/uur, terwijl ter plaatse maximaal 120 km/uur was toegestaan. Die middeling van de gereden snelheid vormt een probleem. Want Uw Raad pleegt NOOT 2 onder het begrip "snelheid" van art. 21 RVV 1990 te verstaan de werkelijke snelheid. Dat probleem heeft de steller van de tenlastelegging onderkend door (mede) ten laste te leggen dat verzoeker te Maarssen op de autosnelweg Rijksweg A2 tussen de hectometerpalen 54.5 en 53.7 "op enig moment" heeft gereden met een snelheid van 169 km/uur. Dat heeft de rechtbank ook bewezenverklaard. Dat kon zij doen omdat uit de vaststelling dat verzoekers snelheid - na verdiscontering van een foutmarge van 3% NOOT 3 - op dat traject gemiddeld 169 km/uur bedroeg, noodzakelijkerwijs voortvloeit dat verzoeker op enig moment 169 km/uur heeft gereden (en voordien of daarna even hard dan wel harder of langzamer).
5. Voor de bewijsvoering heeft de rechtbank gebruik gemaakt van de hierna te bespreken verklaring van verzoeker. Verder is tot bewijs gebezigd een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt door een hoofdinspecteur van politie, verbonden aan het Korps Landelijke Politiediensten. Dit proces-verbaal bevat als relaas van de verbalisant onder meer dat hij met behulp van een geteste, geijkte en op de voorgeschreven wijze gebruikte trajectsnelheidsmeter de werkelijke (gecorrigeerde) gemiddelde snelheid van 169 k/uur heeft vastgesteld, alsmede dat de overtreding automatisch en langs elektronische weg digitaal is geconstateerd en vastgelegd.
6. Verzoeker, zelf werkzaam bij de politie, heeft ter zitting van de rechtbank de bruikbaarheid van dit proces-verbaal aangevochten. Aldaar heeft hij verklaard dat het in deze zaak om een proefproces gaat teneinde de toelaatbaarheid van de automatische trajectcontrole te laten toetsen. In dat kader heeft hij gesteld dat wat is tenlastegelegd geen strafbaar feit oplevert, dat de gemeten gemiddelde snelheid niet hetzelfde is als de snelheid in de zin van het RVV 1990 en dat "deze meetmethode als opsporingsmethode wettelijk gezien niet kan", in die zin dat "er bij deze methode geen opsporingsambtenaar meer aan te pas komt". Dat zou in strijd zijn met art. 344 lid 1 sub 2° Sv.
De rechtbank heeft het aldus aangevoerde op de navolgende manier geïnterpreteerd en op grond van de volgende bewijsoverwegingen verworpen: (enz.; zie Rechtbank; red.)
7. In de toelichting op het tweede middel wordt gesteld dat het bewezenverklaarde verwijt dat verzoeker op het nader aangeduide traject
"op enig moment heeft gereden met een snelheid van 169 kilometer per uur,"

niet voorkomt in de tenlastelegging. Kennelijk wordt daarmee bedoeld te betogen dat de rechtbank de grondslag der tenlastelegging heeft verlaten.
8. Deze klacht is naar mijn mening ongegrond. Want wat bewezen is verklaard, is zonder enige moeite uit de tenlastelegging te halen. Die houdt immers in dat verzoeker
"(op enig moment) heeft gereden met een (gemiddelde) snelheid van ongeveer 169 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid van 120 kilometer per uur met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden."

Van grondslagverlating is geen sprake.
9. Voorts klaagt het middel over het gebruik voor het bewijs van de opgave van verzoeker ter zitting, voor zover inhoudende dat hij
"zo hard (heeft) gereden als in de tenlastelegging staat."

10. Onbruikbaar is een gave erkenning van de tenlastelegging indien zij niet voldoet aan de eisen van duidelijkheid, begrijpelijkheid en bepaaldheid NOOT 4. Daaraan zal het in de regel schorten indien in de tenlastelegging verschillende elkaar uitsluitende gedragingen zijn vermeld en/of elkaar uitsluitende gedragingen zijn vermeld en/of elkaar uitsluitende alternatieven zijn opgenomen welke voor de strafrechtelijke betekenis van het gemaakte verwijt van belang zijn, bijv. indien de tenlastelegging op verschillende delictsomschrijvingen is toegesneden. Een dergelijk geval doet zich hier evenwel niet voor.
Kennelijk heeft de rechtbank de verklaring van verzoeker zo opgevat - en naar mijn mening ook kunnen opvatten - dat hij de tenlastegelegde overtreding erkent, in die zin dat hij harder heeft gereden dan ter plaatse was toegestaan. In aanmerking genomen dat verzoeker politieman is en dus geacht mag worden te beschikken over een zekere deskundigheid op het onderhavige gebied, bevat zijn aldus verstane verklaring niets ontoelaatbaars en is zij redengevend voor de bewezenverklaring NOOT 5.
Niet ontkend kan echter worden dat het vonnis van iedere bedenkelijkheid op dit punt vrij zou zijn geweest als de rechtbank zelf zou hebben vastgesteld NOOT 6 hoe de (nogal vage) verklaring van verzoeker behoort te worden uitgelegd in plaats van deze operatie aan de cassatierechter over te laten.
11. Bij deze uitleg van verzoekers verklaring kan worden voorbijgegaan aan het betoog in de toelichting op het middel dat aangenomen moet worden dat de verklaring van verzoeker gebaseerd is op de snelheid die hij op de snelheidsmeter van zijn auto heeft waargenomen, en dat aangenomen moet worden dat die snelheidsmeter niet onlangs getest was. Overigens heeft de rechtbank omtrent deze beide veronderstellingen niets vastgesteld en is daaromtrent ter zitting ook niets naar voren gebracht.
12. Slotsom is dan ook dat de opgave van verzoeker tot het bewijs mocht meewerken.
13. Bij die stand van zaken kan het derde middel eigenlijk onbesproken blijven. Dat strekt ten betoge dat aan het te dezen door de politie opgemaakte proces-verbaal niet de bijzondere bewijskracht toekomt van art. 344 lid 2 Sv zodat het slechts in verband met een ander bewijsmiddel tot bewijs kan meewerken, terwijl dat andere bewijsmiddel (de opgave van verzoeker) onbruikbaar is. Uit het vorenstaande volgt immers dat die laatste stelling onjuist is. De cirkelredenering van het middel, wat daarvan overigens ook zij, gaat dus niet op.
14. Nochtans zou ik willen bestrijden dat het in casu opgemaakte proces-verbaal niet kan worden aangemerkt als een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar waarop art. 344 lid 2 Sv doelt. Een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar, mits relaterend wat de verbalisant zelf heeft waargenomen of ondervonden met betrekking tot het onderzochte feit NOOT 7, levert volledig bewijs op. Het enkele feit dat het in casu een indirecte waarneming van het begane feit betreft, namelijk het lezen van langs elektronische weg vastgelegde gegevens, doet daaraan naar mijn oordeel niet af. Aan vergelijkbaar indirect bewijs opleverende processen-verbaal is in het verleden trouwens nooit een strobreed in de weg gelegd. Te denken valt bijv. aan processen-verbaal van opsporingsambtenaren waarin mede gerelateerd wordt wat zij in stukken hebben gelezen, op foto's hebben waargenomen of speurhonden hebben zien doen NOOT 8. Hoevelen zeggen trouwens niet dat zij iets hebben gezien, ook al doelen zij daarmee op via de televisie overgedragen beelden.
15. Iets anders is of het in casu gebezigde opsporingsmiddel en de wijze waarop de resultaten van het verrichte onderzoek in een proces-verbaal zijn vastgelegd, voldoende betrouwbaar zijn om tot het bewijs te mogen meewerken. Die vragen zijn door de rechtbank onder ogen gezien en bevestigend beantwoord. Die uitkomst onttrekt zich aan toetsing door de Hoge Raad.
16. Niet uitgesloten kan evenwel worden dat een zeer summier proces-verbaal als het onderhavige in voorkomende gevallen niet, althans niet zonder nader onderzoek of bewijs, als bewijsmiddel geaccepteerd zal worden. Dat zou met name het geval kunnen zijn als de verdachte ten stelligste ontkent dat de betreffende auto ter plaatse en/of met de opgegeven snelheid heeft gereden. Het komt mij voor dat discussies daarover en eventuele het geding vertragende nadere onderzoeken kunnen worden voorkomen indien de politie bij het opmaken van het proces-verbaal in zaken als de onderhavige, standaard mededeling doet van de gebezigde meetmethode en van de gegevens die voor de beoordeling van de zaak van belang kunnen zijn. Grote praktische problemen behoeft dat niet op te leveren. Want uit het reeds genoemde rapport Automatische Trajectcontrole (blz. Cool blijkt dat een afbeelding van het passerende voertuig op papier kan worden afgedrukt en dat daarnaast de relevante gegevens worden vermeld, zoals het kenteken, de locatie-aanduidingen, de afstand tussen de locaties, de datum en tijdstippen van het passeren, de vastgestelde gemiddelde snelheid, de voertuigcategorie, de ter plaatse geldende snelheidslimiet en de mate van overtreding in km/uur. Die afdruk kan bij het ambtsedig proces-verbaal worden gevoegd. We komen daarmee in de buurt van het - in de praktijk bevredigend werkend - proces-verbaal inzake de ademanalyse waarbij een afdruk moet worden gevoegd waarop een aantal nader bepaalde gegevens moet zijn vermeld NOOT 9. Als bovendien de toegepaste correctiefactor wordt vermeld kunnen alle betrokkenen, onder wie de rechter, de juistheid van de aangereikte gegevens controleren en de vastgestelde snelheid narekenen.
17. In de toelichting op het middel wordt ten slotte bezwaar gemaakt tegen de passage waarmee het proces-verbaal opent, te weten:
"Ik zag/constateerde/verklaar, dat een persoon als bestuurder van een motorvoertuig, buiten de bebouwde kom, op een als zodanig aangeduide autosnelweg heeft gereden met een hogere snelheid dan de toegestane maximumsnelheid."

Die passage zou een aan de rechter voorbehouden conclusie behelzen.
18. Aangenomen dat deze stelling juist is, behoeft dat niet tot vernietiging te leiden. Want uit het feit dat de rechtbank deze passage alsmede de feiten en omstandigheden waarop de gewraakte mededeling steunt als bewijsmiddel in haar vonnis heeft opgenomen, volgt dat zij zich met de conclusie van de verbalisant heeft verenigd zodat het om een conclusie van de rechtbank gaat NOOT 10.
Overigens wil het mij voorkomen dat een hoofdinspecteur van politie, verbonden aan het Korps Landelijke Politiediensten, met een verklaring als de onderhavige de grenzen van hetgeen voor eigen waarneming of ondervinding vatbaar is, niet overschrijdt, in aanmerking genomen dat de juistheid van de waargenomen snelheid wezenlijk niet is betwist NOOT 11. En in elk geval is verdedigbaar dat het hier gaat om een (toelaatbare) inleidende samenvatting van wat de verbalisant als eigen waarneming en bevinding heeft gerelateerd NOOT 12.
19. Het eerste middel klaagt erover dat de motivering van de rechtbank ter verwerping van het verweer dat gedrag dat in het kader van automatische trajectcontrole wordt vastgesteld geen strafbaar feit oplevert omdat de betreffende opsporingsmethode niet in de wet is opgenomen, geen inzicht geeft in de gevolgde redenering.
20. Het enkele feit dat de wet de automatische trajectmeting niet noemt als opsporingsmiddel, wil nog niet zeggen dat zij niet gebruikt mag worden, althans dat aan de waargenomen resultaten daarvan rechtens geen betekenis mag worden gehecht. Tal van opsporingsmethoden en -technieken hebben namelijk geen steun in de wet. Terecht, dunkt mij, heeft de wetgever dat ongeregeld gelaten omdat een richtige opsporing van strafbare feiten - waartoe óók behoort het kunnen ontzenuwen van een jegens iemand gerezen verdenking - anders steeds achter zou lopen bij nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden. Een bijzondere wettelijke grondslag is slechts nodig wanneer de betreffende onderzoeksmethode of -techniek een meer dan lichte inbreuk maakt op de fundamentele rechten en vrijheden van de burger NOOT 13. Die situatie doet zich hier niet voor; er is in elk geval geen beroep op gedaan.
21. Bij deze stand van zaken moet worden geconcludeerd dat de rechtbank het gevoerde verweer terecht heeft verworpen. De voor die verwerping gebezigde motivering kan dus onbesproken blijven evenals de daartegen gerichte motiveringsklacht van het middel.
22. Uit het voorgaande volgt dat de middelen tevergeefs zijn voorgesteld. Gronden waarop Uw Raad gebruik zou behoren te maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen.
23 Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.

Noot:
1. Een getuige (dus ook een verbalisant) behoort alleen mededeling te doen van feiten en omstandigheden welke hij zelf heeft waargenomen of ondervonden (artt. 291 en 342 Sv). Al het overige is voor het bewijs onbruikbaar en bovendien prejudiciërend. Dit neemt niet weg dat de relatant zich bij zijn waarneming mag hebben bediend van een hulpmiddel, zoals een bril, een verrekijker, of een microscoop. Strikt genomen zal hij daar echter melding van moeten maken, als één van de in art. 291 bedoelde redenen van wetenschap.
Tot de feiten en omstandigheden, die voor waarneming vatbaar zijn, rekent men niet alleen gebeurtenissen en toestanden, maar ook kwaliteiten: dat iets warm is, of hoog - ofschoon dan eigenlijk sprake is van een combinatie van waarneming en conclusie (kwalifikatie). Op dezelfde wijze kan men ook kwantiteiten waarnemen: hoe groot iets is, of hoe snel iemand zich voortbeweegt. Dat kan "op het oog", en dus globaal, maar ook nauwkeurig. Het laatste zal wel niet lukken zonder instrument waarvan een bepaalde waarde (het resultaat van de meting) kan worden afgelezen.
Die instrumenten kunnen eenvoudig van aard zijn, maar ook product van groot menselijk vernuft: nachtkijkers, gatsometers enz. Zij kunnen louter hulp bieden bij de waarneming, maar soms ook "rekenen". Hier beginnen de moeilijkheden. De eerste vraag is, wat omtrent de werking van het gebruikte apparaat moet worden meegedeeld. Een eenduidig antwoord valt niet te geven. Zolang het gaat om een betrekkelijk eenvoudig hulpmiddel, waarvan de werking algemeen bekend mag worden verondersteld, is een beschrijving overbodig. Maar waar ligt de grens? In wezen hangt dat af van wat de rechter nodig acht; maar ook van waar partijen om vragen. Doorgaans zal de werking van bijv. een nachtkijker nog bekend worden verondersteld (of dit terecht is, waag ik overigens te betwijfelen). Van een volgens technische voorschriften geijkt toestel behoeft in beginsel alleen dàt te worden vermeld. Minder gangbare apparaten zullen nauwkeuriger worden beschreven; in elk geval zal het OM daaromtrent een uiteenzetting moeten kunnen produceren, zodra de werking ervan onderwerp van debat wordt.
Betreft het hier nog steeds redenen van wetenschap? Of wordt gebruik gemaakt van twee afzonderlijke bewijsmiddelen: de waarneming van de getuige, en diens (of andermans) al dan niet deskundige uiteenzetting omtrent de werking van het apparaat? Dan - maar ook alleen dan - behoort die uiteenzetting in de bewijsconstructie te worden weergegeven. Doorslaggevend zal, dunkt mij, weer moeten zijn of die werking voorwerp van een verweer was. En geldt hetzelfde niet voor de wijze, waarop het apparaat werd aangewend?
2. Nu terzake. Het KLPD kreeg de beschikking over een "trajectsnelheidsmeter", wilde die ook gebruiken, maar voelde zich onzeker over de bewijstechnische gevolgen. Daarom werd een proefproces opgezet. Het nieuwe apparaat berekent, op basis van twee "waarnemingen", een gemiddelde snelheid, maar die kan uitsluitend worden bereikt doordat ergens op het doorlopen traject die snelheid ook werkelijk is behaald; zo werkt dat nu eenmaal bij het meten van gemiddelden. Is het traject niet te lang, dan biedt dit geen probleem. Het zou anders zijn, wanneer de politie - zoals in Frankrijk heet te gebeuren - bij op- en afrijden van een tolweg "klokt" hoe lang men over een bepaalde (wellicht vele tientallen kilometers lange) afstand heeft gedaan - wat is dan de locus delicti? Maar dat terzijde. De meting is niet rechtstreeks van het apparaat afgelezen, maar langs electronische weg (digitaal) vastgelegd en kennelijk later, met behulp van een monitor, door de verbalisant waargenomen. Met de producten van een roodlichtcamera wordt niet wezenlijk anders omgegaan. In tegenstelling tot AG Van Dorst meen ik dat de mededeling in het opgemaakte proces-verbaal: "Ik zag (...) dat een persoon (...) heeft gereden met een hogere snelheid dan de toegestane (...)" geen conclusie behelst, maar wel degelijk een met hulpmiddelen gedane waarneming beschrijft.
3. Het proefproces had interessanter kunnen zijn wanneer de verdachte zijn stelling, dat sprake was van een ten onrechte niet wettelijk geregelde opsporingsmethode, beter had onderbouwd. Ik kan de AG volgen in zijn standpunt dat de enkele waarneming van iemands aanwezigheid op een openbare plaats géén meer-dan-lichte inbreuk maakt op diens privacy; een wettelijke grondslag was daarom voor het doen van die waarneming niet nodig. Mijns inziens is zelfs helemaal geen sprake van een inbreuk - te meer, nu niet de verdachte zelf is waargenomen, maar alleen zijn voertuig. Dat die waarneming opzettelijk en door een daar speciaal mee belaste overheidsdienaar is gedaan, maakt wat mij betreft geen verschil. Maar geldt dat ook voor het op foto, film of anderszins vastleggen en (in elk geval enige tijd) bewaren van het waargenomene? Dáár heb ik ernstige twijfels over. Naarmate meer camera's worden geplaatst, groeit die twijfel uit tot onbehagen. Hoe zou het zijn, wanneer de politie langs de voorgenomen route van een veronderstelde crimineel (zeg: van Breda naar Zwolle) een zestal camera's plaatst om zijn passeren vast te leggen? En is het anders, wanneer zijn route langs hetzelfde traject wordt gereconstrueerd met behulp van zes ten behoeve van snelheidsmetingen langs die route aanwezige camera's? Deze vraag is de laatste tijd even vaak gesteld als ontweken; zo ook deze keer. Misschien moet de wetgever er toch eens wat dieper over nadenken.
JR


Voetnoot verwijzingen
--------------------------------------------------------------------------------

NOOT 1:
Naast deze statische trajectsnelheidsmeters wordt ook gebruik gemaakt van mobiele meters; zie bijv. de Trip Track-meter van HR NJ 1998, 536. Uitvoeriger over deze meetmiddelen de documentatie die zich in het dossier bevindt, waaronder het rapport van drs H.J. Fokkema, Automatische trajectcontrole. Zie voorts R.T. van Leeuwen, Luchtsurveillance en trajectcontrole, VR 1995, blz. 65-68.


NOOT 2:
Laatstelijk in HR NJ 1998, 536.


NOOT 3:
Zie o.m. HR NJ 1996, 397, NJ 1996, 511 nt 'tH en NJ 1997, 735.


NOOT 4:
Zie de losbladige Strafvordering, aant. 18 bij art. 340-344 en aant. 4 bij art. 341 alsmede HR NJ 1947, 140 nt WP, NJ 1950, 657 en NJ 1977, 376 nt ThWvV.


NOOT 5:
Vgl. de losbladige Strafvordering, aant. 10 bij art. 342.


NOOT 6:
Bijv. doordat zij een opgave in voormelde trant voor het bewijs zou hebben gebezigd.


NOOT 7:
Zie Corstens, Handboek, 2e druk, blz. 631, en de losbladige Strafvordering, aant. 5 bij art. 344.


NOOT 8:
Zie o.m. HR NJ 1990, 166 en DD 86.193.


NOOT 9:
Regeling ademanalyse, sub 3.6.1. en 3.9.5.


NOOT 10:
Vgl. o.m. HR NJ 1984, 443, HR DD 83.057, DD 87.338, DD 87.346 en DD 91.177.


NOOT 11:
Vgl. HR NJ 1987, 851.


NOOT 12:
Zie o.m. HR NJ 1974, 237; uitvoeriger de losbladige Strafvordering, aant. 26 bij art. 342.


NOOT 13:
Vgl. HR NJ 1996, 249 nt Sch alsmede de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel inzake bijzondere opsporingsbevoegdheden (Kamerstukken II 1996-1997, 25 403, nr. 3, blz. 9).
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
abraxes

abraxes

Leeftijd: 45
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Tweelingen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 1624


BerichtGeplaatst: vr 12 aug 2005 0:24    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Bedankt ! Very Happy

Ik heb het arrest gelezen maar kan geen aansluiting vinden op:

Quote:
In de praktijk heeft deze bepaling de slechts de functie bij de berechting van simpele op heterdaad geconstateerde overtredingen (vgl HR 26 januari 1999, NJ 1999, 511). Indien het een (ernstig) misdrijf betreft, zal moeten worden gestreefd naar beschikbaarheid van meer bewijs.



Wel is het natuurlijk zo dat aan het minimum vereiste aan bewijs dmv een proces-verbaal kan worden voldaan niet opgaat indien een proces-verbaal louter de verklaring van een verdachte of een ooggetuige betreft. Dat zou betekenen dat de unus testis-regel wordt ondermijnd. Is dit het geval, dan is er meer bewijs nodig dan enkel het proces-verbaal.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
quinty



Leeftijd: 42
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 196


BerichtGeplaatst: vr 12 aug 2005 8:39    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

ja ik begrijp je punt......de uitspraak staat als zodanig genoemd in tekst en commentaar, maar of de uitspraak verder nu behelst waar dit topic om draait, vraag ik me ook enigszins af!!!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
Eva

Eva

Leeftijd: 43
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): UvA

Berichten: 1289


BerichtGeplaatst: vr 12 aug 2005 17:54    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Ik lees het er ook niet in hoor. Ja alleen dat een p-v dus gebruikt mag worden als enige bewijsmiddel, maar dat was dus juist al bekend.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Berichten van afgelopen:   
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 4 Ga naar pagina 1, 2, 3, 4  Volgende

Tijden zijn in GMT + 2 uur


Wie zijn er online?
Leden op dit forum: Geen

U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen
U mag geen reacties plaatsen
U mag uw berichten niet bewerken
U mag uw berichten niet verwijderen
U mag niet stemmen in polls

Ga naar:  



Home | Over Rechtenforum.nl | Agenda | Visie | Downloads | Links | Mail deze site | Contact

Sites: Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Juridischeagenda.nl | Juridica.nl | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl

© 2003 - 2018 Rechtenforum.nl | Gebruiksvoorwaarden | Privacyverklaring | RSS feeds