|
|
| Auteur |
Bericht |
OLF
Leeftijd: 52
Geslacht: 
Sterrenbeeld: 
Berichten: 2
|
 Geplaatst: do 03 feb 2011 19:09 Onderwerp: wettelijke verhoging op ontbindingsvergoeding? |
   |
|
| Over de ontbindingsvergoeding moet wettelijke rente worden betaald dat is hoe ik de wet begrijp and per 1 juli 2010, is hiervoor de wettelijke rente vastgesteld op 8%. Maar het argument van mijn voormalig werkgever is dat de wettelijke verhoging immers niet vantoepassing is op ontbindingsvergoedingen kan niet worden gevolgd. Wat is juist? |
|
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL
Studieomgeving (MA): UL
Berichten: 22911
|
| Geplaatst: do 03 feb 2011 19:51 Onderwerp: |
|
|
De wettelijke verhoging staat los van de wettelijke rente. Het argument van je werkgever slaat dus nergens op.
De wettelijke rente bedraagt sinds 1 januari 2010 niet 8% maar 3% (link). Het gaat niet om een handelstransactie tussen bedrijven.
_________________
Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
|
OLF
Leeftijd: 52
Geslacht:
Sterrenbeeld:
Berichten: 2
|
| Geplaatst: do 03 feb 2011 22:48 Onderwerp: |
|
|
Sorry mijn vraag is met betrekking tot wettelijke verhoging en niet wettelijke rente. Inderdaad de wettelijke verhoging staat los van de wettelijke rente.
Het argument van mijn voormalig werkgever is ''dat de wettelijke verhoging immers niet vantoepassing op schadevergoedingen waaronder de ontslagvergoeding. Het betreft namelijk
geen loon, zoals gedefinieerd door de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft bepaald
dat loon 'terzake van de bedongen arbeid' moet zijn. Bij een
ontbindingsvergoeding ex. artikel 7:685 BW is hiervan geen sprake''. Is dit juist? |
|
|
|
|
|
bona fides
Geslacht:
Studieomgeving (BA): UL
Studieomgeving (MA): UL
Berichten: 22911
|
| Geplaatst: vr 04 feb 2011 1:31 Onderwerp: |
|
|
De wettelijke verhoging is geregeld in art. 7:625 lid 1 BW:
| Quote: | | Voor zover het in geld vastgesteld loon of het gedeelte dat overblijft na aftrek van hetgeen door de werkgever overeenkomstig artikel 628 mag worden verrekend, en na aftrek van hetgeen waarop derden overeenkomstig artikel 633 rechten doen gelden, niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag na die waarop ingevolge de artikelen 623 en 624 lid 1 de voldoening had moeten geschieden, heeft de werknemer, indien dit niet-voldoen aan de werkgever is toe te rekenen, aanspraak op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag een procent, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan. Niettemin kan de rechter de verhoging beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk zal voorkomen. |
Dit gaat over te late betaling van het in geld vastgesteld loon, en dus niet over uitbetaling van een ontslagvergoeding.
Het is goed mogelijk dat er een arrest is van de HR dat dit bevestigt, maar ook zonder zo'n arrest is de wet op dit punt heel duidelijk.
_________________
Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
|
|
|
|
