|
Auteur |
Bericht |
sjoerdotter
Leeftijd: 41 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG Studieomgeving (MA): RUG Berichten: 77
|
Geplaatst: ma 21 jul 2008 15:06 Onderwerp: vertrouwensbeginsel |
|
|
de casus:
Aankomende student wil geneeskunde studeren bij (openbare) universiteit. Om de loting te ontlopen doet hij een decentrale toets, de studenten met de beste resulaten worden zonder loting toegelaten. En daarna krijgt hij een brief dat hij zonder loten is toegelaten tot de opleiding geneeskunde. Kort (een week) daarna komt er weer een brief, er is een fout gemaakt en hij moet toch loten.
vraag:
Kan dit zomaar?
Er is rechtvaardigd vertrouwen gewekt dus het zou in strijd zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur om nu alsnog toelating te weigeren. Maar heeft een bestuursorgaan geen mogelijkheid om fouten te herstellen? In welke gevallen kan een brief waarin een fout staat wel en niet herroepen worden? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: di 22 jul 2008 1:59 Onderwerp: |
|
|
De criteria die van belang zijn bij het honoreren van een beroep op het vertrouwensbeginsel zijn:
- is het vertrouwen gewekt door het bevoegde orgaan? Wie heeft de brief verstuurd?
- de manier waarop vertrouwen is gewekt. Een persoonlijke brief geeft al snel aanleiding tot gerechtvaardigd vertrouwen. Of had het duidelijk moeten zijn dat de brief niet kon kloppen (want waarom zou je niet meer hoeven te loten, dat is toch wel vreemd)?
- is er gedisponeerd? Is er op basis van het gewekte vertrouwen iets gedaan of juist nagelaten?
- zijn er belangen van derden in het geding?
Ik denk dat er een goede kans is dat de brief niet afkomstig is van het orgaan dat bevoegd is om over de toelating te beslissen. In dat geval valt er weinig aan te doen. (Je kunt een schadeclaim indienen, maar tenzij er gedisponeerd is, is er geen schade om te claimen.)
Als de brief wel afkomstig is van het bevoegde orgaan, dan wordt het interessant. Ik kan niet zo goed inschatten of de ontvanger had moeten begrijpen dat het niet kon kloppen. Het kan ook een probleem zijn dat er niet is gedisponeerd. Soms wordt dat als een noodzakelijke voorwaarde gezien voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel, maar strikt genomen is dat een beetje raar. Verder kan het een rol spelen dat de brief redelijk snel is ingetrokken. Ik durf niet te zeggen of een week zo snel is dat een beroep op het vertrouwensbeginsel bij voorbaat zal falen. Belangen van derden zijn er in beginsel wel, maar in theorie zou er ook een extra plaats gecreëerd kunnen worden. (Maar stel dat honorering van het gewekte vertrouwen zou leiden tot één plaats minder voor de rest. Zouden alle meelotende studenten dan belanghebbende zijn bij het besluit om wel/niet te honoreren?)
Het is dus niet goed mogelijk om een kant en klaar antwoord te geven. Bovendien weet ik niet goed welke wetgeving hier precies speelt. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|