|
Auteur |
Bericht |
rechtofkrom
Leeftijd: 65 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 1
|
Geplaatst: wo 15 feb 2012 1:57 Onderwerp: tegenwerken van bewindvoering |
|
|
Onze moeder is na een beenbreuk opgenomen in een ziekenhuis.
Aldaar werd - gaandeweg de verpleging - geconstateerd dat zij symptomen van dementie vertoonde. Een aantal weken geleden is Alzheimer vastgesteld.
Ondertussen heeft een onafhankelijk arts vastgesteld dat zij niet meer wilsbekwaam is. Dit betekent dat de kinderen binnenkort een verzoek tot bewindvoering moeten indienen bij de rechtbank.
Drie kinderen hebben de voorkeur om de bewindvoering in de familie te houden en niet uit te besteden aan een commercieel buro. Als bewindvoerder zou moeten worden aangesteld de man van één van de kinderen die op verzoek van moeder al meer dan tien jaar de financiële zaken regelt. Waaronder de belastingaangifte.
Moeder weet dat zij meer verzorging dan eerder behoeft maar zei gisteren nog: " ..... ik ben af en toe in de war maar ik ben niet dom ..."
en voegde daaraan toe dat zij WIL dat de financiële zaken moeten blijven behartigd door degene die dat al jarenlang doet.
Eén kind gaat niet akkoord met de voorgestelde bewindvoerder. Hij voert hiervoor als argument aan dat hij de persoon "niet vertrouwd" zonder dit verder toe te lichten.
VRAAG:
Kan 1 persoon de benoeming van de voorgedragen en door moeder gewenste bewindvoerder blokkeren? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 15 feb 2012 12:32 Onderwerp: |
|
|
Het is de rechter die de bewinvoerder benoemt. Hij volgt hierbij de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende (je moeder), tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten (art. 1:435 lid 3 BW).
Als lid 3 niet wordt gevolgd, wordt bij voorkeur een partner, kind of broer of zus benoemd (art. 1:435 lid 4 BW).
Het lijkt me dat een enkel "ik vertrouw hem niet" onvoldoende is om de benoeming van de voorgedragen persoon te kunnen blokkeren. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|