Gebruikersnaam:   Wachtwoord:   Gratis Registreren | Wachtwoord vergeten?
Rechtenforum.nl
Rechtenforum.nl Rechtenforum.nl
 
Controle paneel
Registreren Registreren
Agenda Agenda
Help Help
Zoeken Zoeken
Inloggen Inloggen

Partners
Energie vergelijken
Internet vergelijken
Hypotheekadviseur
Q Scheidingsadviseurs
Vergelijk.com

Rechtsbronnen
Rechtspraak
Kamervragen
Kamerstukken
AMvBs
Beleidsregels
Circulaires
Koninklijke Besluiten
Ministeriële Regelingen
Regelingen PBO/OLBB
Regelingen ZBO
Reglementen van Orde
Rijkskoninklijke Besl.
Rijkswetten
Verdragen
Wetten Overzicht

Wettenbundel
Awb - Algm. w. best...
AWR - Algm. w. inz...
BW Boek 1 - Burg...
BW Boek 2 - Burg...
BW Boek 3 - Burg...
BW Boek 4 - Burg...
BW Boek 5 - Burg...
BW Boek 6 - Burg...
BW Boek 7 - Burg...
BW Boek 7a - Burg...
BW Boek 8 - Burg...
FW - Faillissement...
Gemw - Gemeente...
GW - Grondwet
KW - Kieswet
PW - Provinciewet
WW - Werkloosheid...
Wbp - Wet bescherm...
IB - Wet inkomstbel...
WAO - Wet op de arb..
WWB - W. werk & bij...
RV - W. v. Burgerlijk...
Sr - W. v. Strafrecht
Sv - W. v. Strafvor...

Visie
Werkgevers toch ...
Waarderingsperik...
Het verschonings...
Indirect discrim...
Een recht op ide...
» Visie insturen

Rechtennieuws.nl
Loods mag worden...
KPN bereikt akko...
Van der Steur wi...
AKD adviseert de...
Kneppelhout beno...
» Nieuws melden

Snellinks
EUR
OUNL
RuG
RUN
UL
UM
UU
UvA
UvT
VU
Meer links

Rechtenforum
Over Rechtenforum
Maak favoriet
Maak startpagina
Mail deze site
Link naar ons
Colofon
Meedoen
Feedback
Contact

Recente topics
Klacht tegen a...
Contact en str...
proces verbaal...
Res Nullius ?
180-dagen rege...

Carrière
Boekel De Nerée
CMS DSB

Content Syndication


 
Het is nu do 23 mei 2024 5:04
Bekijk onbeantwoorde berichten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

gratis inzage in uitspraken van de Ondernemingskamer?
Moderators: StevenK, Moderator Team

 
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 1
Printvriendelijk | E-mail vriend(in) Vorige onderwerp | Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
Peter vM



Leeftijd: 55
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Schorpioen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 3


BerichtGeplaatst: di 01 aug 2006 23:05    Onderwerp: gratis inzage in uitspraken van de Ondernemingskamer? Reageer met quote Naar onder Naar boven

Ik ben voor m'n werk op zoek naar gratis inzage in uitspraken van de Ondernemingskamer.
Weet iemand hoe hier aan te komen is?

Het gaat mij nu specifiek even om ARO 2005, 191:
Hof Amsterdam, Ondernemingskamer 20-10-2005, 1142/2005 OK
WOR art. 25; WOR art. 26
Bij de goedkeuring van de fusie van de moedervennootschappen op Europees niveau is door de Europese Commissie als voorwaarde gesteld dat de (nieuwe) onderneming een aantal activiteiten (die tot onaanvaardbare concentraties zouden leiden) dient af te stoten. Ter uitvoering van die[...]


Bij voorbaat dank voor de reactie(s)!

Met vriendelijke groet,

--
Peter van Muijen
Bekijk profiel Stuur privé bericht
ergo sum
Redacteur
ergo sum

Leeftijd: 119

Sterrenbeeld: Schorpioen


Berichten: 17065


BerichtGeplaatst: wo 02 aug 2006 1:25    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Op rechtspraak.nl kan ik hem niet vinden.
Maar in de Plaza staat hij wel. Helaas niet gratis toegankelijk.
_________________
Vivere est cogitare.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
tikSimone

tikSimone

Leeftijd: 58
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Waterman
Studieomgeving (BA): EUR
Studieomgeving (MA): EUR
Berichten: 12147


BerichtGeplaatst: wo 02 aug 2006 7:46    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Kopieer dan even voor Peter en stuur het in een PB ofzo.
_________________
Nait soez'n, moar doun!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Bekijk de homepage
de Webmeester
Webmeester
de Webmeester

Leeftijd: 42
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Weegschaal
Studieomgeving (BA): EUR

Berichten: 15631


BerichtGeplaatst: wo 02 aug 2006 19:19    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Graag de tekst van de uitspraak openbaar maken via het forum.
Alvast bedankt. Smile

Eventuele nootjes en andere beschermde delen kun je weglaten (of zal later weggehaald worden).
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail Bekijk de homepage MSN messenger ICQ nummer
Peter vM



Leeftijd: 55
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Schorpioen
Studieomgeving (BA): OU

Berichten: 3


BerichtGeplaatst: wo 02 aug 2006 19:35    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

ARO 2005/191

Ondernemingskamer
20 oktober 2005, 1142/2005 OK
(Mr. Willems, mr. Goslings, mr. Mohr, prof. dr. Van Hoepen RA, drs. Nabbe)

(WOR art. 25, 26)

[Essentie] Bij de goedkeuring van de fusie van de moedervennootschappen op Europees niveau is door de Europese Commissie als voorwaarde gesteld dat de (nieuwe) onderneming een aantal activiteiten (die tot onaanvaardbare concentraties zouden leiden) dient af te stoten. Ter uitvoering van die afstoting zijn de (inmiddels uit de fusie ontstane Britse) moedervennootschap en de vennootschap tot het - in het onderhavige geding ter discussie staande - besluit gekomen om ondanks een negatief advies van de ondernemingsraad van de vennootschap de voorgenomen transactie met een derde voort te zetten. In casu staat niet ter discussie dat het bedoelde besluit de vennootschap toe te rekenen valt en het beroep van de ondernemingsraad is derhalve terecht tegen de vennootschap ingesteld. De ondernemingsraad voert onder meer als bezwaar aan dat hem niet alle (financiële) informatie is verstrekt die hij voor het uitbrengen van het advies noodzakelijk achtte. Niet is betwist dat de ondernemingsraad financiële informatie is verstrekt omtrent - onder meer - de kerncijfers van de koper over de afgelopen vier jaren, informatie over omzet, winstmarge, ziekteverzuim, aantal medewerkers, verloop en uurtarief, de (geconsolideerde) jaarrekening 2004 en door de externe accountant van de koper gewaarmerkte documenten omtrent - onder meer - fiscale structuur en resultaten van werkmaatschappijen van de koper. Daarnaast heeft de koper de ondernemingsraad bericht dat een door de ondernemingsraad in te schakelen externe deskundige inzicht gegeven zou worden in de resultaten van de diverse werkmaatschappijen, inclusief de direct met de onderneming van de vennootschap concurrerende werkmaatschappij. Nog daargelaten dat dit aanbod van de koper aansloot bij hetgeen waar de ondernemingsraad om gevraagd had en ook daargelaten dat de ondernemingsraad de koper niet heeft laten weten dat (laat staan waarom) de geboden wijze van nadere informatieverstrekking niet afdoende was, oordeelt de Ondernemingskamer dat meerbedoeld aanbod, gelet op de omstandigheden van het onderhavige geval - waaronder het feit dat het ging om cijfers van een bedrijf dat concurrent was van de vennootschap en dat zou blijven in het geval de voorgenomen overname geen doorgang zou vinden alsook de omstandigheid dat voor het doorgaan van de beoogde transactie niet slechts de beoogde contractspartijen hun fiat dienden te geven, maar ook een derde (de Europese Commis- sie) - als genoegzaam dient te gelden. Het moet mitsdien voor rekening van de ondernemingsraad blijven dat hij van het bewuste aanbod geen gebruik heeft gemaakt, althans daarvan eerst gebruik wenste te maken toen het te laat was. Dat het de in te schakelen adviseur niet vrij zou hebben gestaan aan de ondernemingsraad te rapporteren of de aan hem verstrekte gegevens corresponderen met de wél aan de ondernemingsraad gegeven financiële informatie is niet gebleken en komt de Ondernemingskamer ook uiterst onwaarschijnlijk voor. Met deze informatie(mogelijkheid) is de vennootschap - door middel van de koper - haar informatieplicht jegens de ondernemingsraad op het financiële vlak op voldoende wijze nagekomen. Voorts voert de ondernemingsraad het bezwaar aan dat hem onvoldoende tijd gegund is geweest om zijn advies te geven. Dienaangaande overweegt de Ondernemingskamer dat de ondernemingsraad reeds ruim voorafgaand aan de adviesaanvraag door de vennootschap bij de onderhavige materie betrokken is en informatie dienaangaande heeft ontvangen en weliswaar kan de aanvankelijk gestelde adviestermijn als kort gekenschetst worden maar die termijn (waar de ondernemingsraad zich overigens niets aan gelegen heeft laten liggen) is zonder problemen tweemaal verlengd. Gelet ook op de ook voor de ondernemingsraad kenbare tijdsdruk die op het adviestraject lag, kan niet worden gezegd dat de vennootschap de ondernemingsraad, al met al, te weinig tijd geeft gegund om tot een advies te komen. Daarbij geldt voorts dat aannemelijk is dat de ondernemingsraad zich van zijn kant niet heeft ingespannen om het adviestraject zo snel mogelijk te laten verlopen. Het bezwaar van de ondernemingsraad dat hij onvoldoende gelegenheid heeft gekregen zijn achterban te raadplegen over het te geven advies wordt evenmin gehonoreerd. Nu de ondernemingsraad bij de opheffing van een eerder door hem bij overeenkomst aangegane geheimhoudingsplicht, op een datum dat de aanvankelijke termijn voor de advisering nog slechts zeven dagen bedroeg, niet heeft laten weten dat de tussenliggende tijd te kort zou zijn voor raadpleging van de achterban, die termijn later om andere redenen is verlengd en de ondernemingsraad niet eerder, toen hij had kunnen weten dat er mogelijk de bereidheid zou bestaan de geheimhoudingsplicht op te heffen zodra overleg zou hebben plaatsgevonden tussen de ondernemingsraad en de koper, om opheffing heeft verzocht, valt de vraag te stellen waarom de ondernemingsraad, als de raadpleging van de achterban door hem als een belangrijke kwestie werd gezien, niet op de dag dat de eerste bespreking met de koper plaatsvond, zijn verzoek tot opheffing heeft herhaald. Voorts zou denkbaar zijn geweest dat reeds tijdens de periode dat de geheimhouding gold voorbereidingen waren getroffen voor raadpleging van de achterban, zodra de geheimhouding zou zijn opgeheven, hetgeen gesteld noch gebleken is. De ondernemingsraad betoogt voorts dat de vennootschap het besluit bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet had kunnen nemen omdat er geen sprake was van een voldoende uitgewerkt business plan van de koper. Niet gebleken is dat het voorlopig business plan van de koper niet aan de maatstaven voldoet die aan een zodanig plan onder de omstandigheden van dit geval kunnen worden gesteld. Zo heeft de opsteller van het plan nog niet over volledige informatie beschikt en het bezwaar dat het slechts een voorlopig plan betreft gaat niet op omdat heel wel begrijpelijk is dat de koper de mogelijkheid open wil houden het plan na de (beoogde) overname van de vennootschap aan nieuw verkregen informatie aan te passen. Hoewel de ondernemingsraad op zich mogelijk wel het gelijk aan zijn zijde heeft met zijn stelling dat 'fusies vaak misgaan vanwege cultuurverschillen', kan niet worden aanvaard dat een besluit als het onderhavige niet kan worden genomen alvorens 'een professionele analyse' heeft plaatsgevonden van de (te fuseren) organisaties. De aanzet die door (de bestuurder van) de koper is gegeven door middel van de overhandiging van een stuk met betrekking tot de aanpak van de gewenste cultuur van de nieuw te vormen organisatie en de mededeling van de (bestuurder van de) koper dat hierover direct na overname overleg dient plaats te vinden, valt als voldoende respons op de zorgen van de ondernemingsraad op dit vlak te beschouwen. Zonder meer is begrijpelijk dat de ondernemingsraad het als gevolg van de transactie te verwachten klantenverlies een bijzonder belangrijk aspect vindt en zorgelijk acht dat schattingen van het management hieromtrent hoog uitkomen. Bij die schattingen past overigens wel de kanttekening dat niet uit te sluiten valt dat deze gekleurd zijn als gevolg van de omstandigheid dat een aantal leden van het management een management buy out hebben voorgelegd aan de (vertegenwoordiger van de) moedervennootschap en dient in ogenschouw te worden genomen dat vermoedelijk juist is de stelling van de vennootschap dat bij een fusie of overname door een andere partij dan de (voorgestelde) koper waarschijnlijk evenzeer met omzetverlies rekening gehouden moet worden. De Ondernemingskamer ziet onvoldoende aanknopingspunten om tot het oordeel te komen dat de vennootschap, door te besluiten de voorgenomen transactie met de voorgestelde koper voort te zetten, op het vlak van het te verwachten omzet- en klantenverlies onverantwoorde risico's heeft genomen. Deze constatering geldt evenzeer ten aanzien van het door de ondernemingsraad aangevoerde gebrek aan draagvlak voor de beoogde transactie bij het management. Het verzoek van de ondernemingsraad te verklaren dat de vennootschap bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het onderhavige besluit heeft kunnen komen wordt afgewezen.

[Tekst] DE ONDERNEMINGSRAAD VAN SECURITY SERVICES HOLDING B.V., gevestigd te Rijswijk, VERZOEKER, advocaten: MR. R.S. VAN DER SPEK en MR. M. SANNA, procureur: MR. L.P. BROEKVELDT,
tegen:
SECURITY SERVICES HOLDING B.V., gevestigd te Rijswijk, VERWEERSTER, advocaten: MR. J. FLEMING, MR. P.G. VESTERING en MR. K.N. CLAASSENS, procureur: MR. J. FLEMING.

1 Het verloop van het geding
1.1 Verzoeker (hierna de ondernemingsraad te noemen) heeft bij op 27 juli 2005 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer - zakelijk weergegeven - verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
1 te verklaren voor recht dat verweerster (hierna SSH te noemen) bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit van 27 juni 2005 tot verkoop en overdracht van de aandelen gehouden door Falck Nederland B.V. (hierna Falck te noemen) in SSH aan Facilicom Services Group N.V. (hierna Facilicom te noemen) heeft kunnen komen;
2 SSH te verplichten dit besluit geheel in te trekken en eventueel reeds ingetreden gevolgen daarvan ongedaan te maken;
3 SSH te verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van dit besluit of onderdelen daarvan;
4 SSH te veroordelen in de kosten van het geding.
1.2 SSH heeft bij op 16 september 2005 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht de ondernemingsraad in zijn verzoek niet ontvankelijk te verklaren, althans zijn verzoek af te wijzen.
1.3 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 29 september 2005, alwaar de advocaten de standpunten van partijen nader hebben toegelicht, ieder aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities en onder overlegging van wat de ondernemingsraad betreft twee en wat SSH betreft één - op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden - nadere productie(s).

2 De vaststaande feiten
2.1 SSH - handelend onder de naam Falck Security & Services - behoort tot een internationale groep van vennootschappen die beveiligingsactiviteiten ontplooit. De (Engelse) houdstervennootschap van de groep, Group 4 Securicor PLC (hierna G4S te noemen), is in 2004 tot stand gekomen als gevolg van een fusie tussen de Deense vennootschap Group 4 Falck A/S en de Engelse vennootschap Securicor PLC. Deze fusie is destijds door de Europese Commissie, bij beschikking van 28 mei 2004, goedgekeurd op voorwaarde dat - zakelijk weergegeven - de fuserende partijen een aantal activiteiten (die tot onaanvaardbare concentraties zouden leiden) zouden afstoten. Het gaat hierbij onder meer om de bemande bewakingsdiensten in Nederland.
2.2 SSH is in september 2004 opgericht teneinde met betrekking tot zojuist genoemde diensten uitvoering aan de door de Europese Commissie gestelde voorwaarde te kunnen geven. De vennootschappen waarin de bewuste diensten worden verricht zijn onder SSH 'gehangen', zodat SSH thans bestuurder en enig aandeelhoudster is van Falck Value Security B.V., Falck Security B.V. en Falck Services B.V. Deze laatste vennootschap is op haar beurt bestuurder en enig aandeelhoudster van Falck Receptieservices B.V., Falck Training & Consultancy B.V. en Falck Praktijkopleidingen B.V. SSH heeft drie bestuurders, te weten P.J. Berkers (hierna Berkers te noemen), P.J.M. van Hengel en T.J. Schoonderbeek. Alle aandelen in het geplaatste kapitaal van SSH worden gehouden door Falck Nederland B.V.
2.3 G. Foster (hierna Foster te noemen) is door G4S aangesteld als 'Divestiture Manager'. Hij is in die hoedanigheid (onder meer) verantwoordelijk voor de gang van zaken rond het afstoten van de bemande bewakingsdiensten in Nederland. ING Investments Banking of Belgium S.A. is door de fuserende partijen, na goedkeuring daartoe van de Europese Commissie, aangesteld als 'Trustee'. De Trustee is - kort gezegd - belast met de zorg voor de goede naleving door de gefuseerde partijen van de verplichtingen uit hoofde van de beschikking van de Europese Commissie. Tot de taken van de Trustee behoort onder meer ervoor zorg te dragen dat G4S (daaronder in dit verband mede te begrijpen Falck Nederland B.V.) niet de mogelijkheid heeft om (samengevat weergegeven) confidentiële informatie van potentiële kopers van de af te stoten activiteiten in te zien. Ook dient de Trustee een gemotiveerde opinie te geven of en, zo ja, waarom hij verkoop aan de uiteindelijk door G4S geselecteerde koper steunt.
2.4 De verkoop van meerbedoelde activiteiten diende plaats te vinden binnen een door de Europese Commissie bepaalde periode. Zou de verkoop niet binnen die periode plaatsvinden, dan zou de verkoop door de Trustee tot stand gebracht worden.
2.5 De ondernemingsraad heeft Foster bij brief van 30 december 2004 verzocht op de hoogte te worden gesteld van de 'Short List of potential buyers'. In de brief laat de ondernemingsraad weten bij geruchten vernomen te hebben dat Facilicom, (waarvan de Nederlandse beveiligingsorganisatie PreNed deel uitmaakt) een van de potentiële overnemers zou zijn. De ondernemingsraad geeft aan dat dit hem ernstige zorgen baart, omdat (a) een overname door PreNed tot een grootschalige herstructurering van beide organisaties zou leiden en gepaard zou gaan met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen, (b) er tussen SSH en PreNed grote verschillen bestaan in de ondernemingscultuur en marketingstrategie, (c) PreNed zich (anders dan SSH) als een agressieve prijsvechter presenteert, (d) PreNed een zeer slechte reputatie heeft waar het gaat om de wijze waarop zij omgaat met haar werknemers en medezeggenschapsorganen en (e) PreNed haar (directe) personeelsbestand in het lopende jaar reeds twee maal heeft gereduceerd, hetgeen er - aldus de ondernemingsraad - op duidt dat zij met serieuze problemen kampt.
2.6 Op 28 januari 2005 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij Foster, de Trustee en een aantal leden van de ondernemingsraad aanwezig waren. Foster heeft bij die gelegenheid de aanwezigen geïnformeerd over de achtergronden en de voortgang van de afstotingsprocedure. Ook heeft hij meegedeeld dat de Short List uit zeven kandidaten bestond, waaronder Facilicom. De kandidaten dienden, zo meldde Foster, uiterlijk op 28 februari 2005 hun final bids in te dienen. Tijdens de bijeenkomst is ook gesproken over de bezwaren die de ondernemingsraad tegen Facilicom als (mogelijke) overnemende partij had. Bij e-mail van diezelfde datum (28 januari 2005) is de leden van de ondernemingsraad een geheimhoudingsverklaring voorgelegd met betrekking tot - kort gezegd - al hetgeen hen met betrekking tot de voorgenomen verkoop van SSH en haar (klein)dochtervennootschappen ter kennis zou komen. Deze verklaring is door de leden van de ondernemingsraad - naar de Ondernemingskamer begrijpt - ondertekend.
2.7 Nadat Foster de ondernemingsraad bij brief van 27 februari 2005 had laten weten dat de uiterste datum voor het indienen van de final bids verplaatst was naar 4 maart 2005, heeft hij de ondernemingsraad bij brief van 16 maart 2005 bericht dat - kort gezegd - de Short List tot drie kandidaten, waaronder Facilicom, was teruggebracht. In de brief wordt vervolgens nader op de van die drie kandidaten verkregen informatie ingegaan. Ook wordt aangegeven hoe tot de selectie van de drie was gekomen en welke de vervolgstappen in het traject zouden zijn.
2.8 De ondernemingsraad heeft zijn eerder geuite bezwaren tegen Facilicom als potentiële overnemer herhaald, tegenover Foster bij brief van 27 februari 2005 en tegenover de Trustee bij brief van 21 maart 2005. In beide brieven waarschuwt de ondernemingsraad voor aanmerkelijke vertragingen in het adviestraject als gekozen gaat worden voor Facilicom als koper. In een brief van 21 maart 2005 heeft de ondernemingsraad Foster om een nadere toelichting op de selectie van de drie overgebleven kandidaten gevraagd. Foster heeft op die vraag in zijn brief van 23 maart 2005 gereageerd. In die brief schrijft hij voorts dat (en waarom) een vierde kandidaat aan de Short List is toegevoegd.
2.9 In een brief van 1 april 2005 is Foster, vooruitlopend op de bijeenkomst die op 5 april 2005 zou plaatsvinden, nader op de door de ondernemingsraad tegen Facilicom geuite bezwaren ingegaan.
2.10 Op 5 april 2005 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden, waar onder anderen een aantal leden van de ondernemingsraad, Foster en de Trustee aanwezig waren. In die bijeenkomst is het verloop van de afstotingsprocedure en het in dat kader te volgen adviestraject aan de orde geweest. Uit de notulen van die bijeenkomst blijkt dat de bezwaren van de ondernemingsraad tegen 'een fusie met PreNed' bij die gelegenheid (weer) aan de orde zijn geweest en dat Foster daarop (wederom) heeft gereageerd. Uit de bewuste notulen blijkt voorts dat Foster de ondernemingsraad heeft gevraagd of deze een ontmoeting met het bestuur, en mogelijk ook met de ondernemingsraad, van PreNed zou willen hebben en dat van de zijde van de ondernemingsraad daarop toen is geantwoord dat dit op dat moment nog niet opportuun werd gevonden.
2.11 In een brief van 8 april 2005 is Foster nader ingegaan op een aantal zaken die in de bijeenkomst van 5 april 2005 aan de orde waren gekomen. In die brief heeft hij onder meer geschreven dat een onmiddellijke (de Ondernemingskamer begrijpt: onmiddellijk na de fusie plaatsvindende) herstructurering - gelet op de resultaten van SSH en haar (klein)dochtervennootschappen - hoe dan ook nodig zou zijn, met wie SSH ook zou fuseren. Ook is hij in die brief ingegaan op integratie-effecten in geval van een fusie met PreNed en het imago van PreNed in de markt en bij haar werknemers.
2.12 De ondernemingsraad heeft bij brief van 14 april 2005 aan Foster zijn voorkeur kenbaar gemaakt voor een tweetal andere (nog overgebleven) overnamekandidaten dan Facilicom. Bij brief van diezelfde datum heeft de ondernemingsraad om toezending van nadere informatie verzocht met betrekking tot de vier overgebleven kandidaten, zulks met het oog op de komende adviesprocedure.
2.13 In een brief van 15 april 2005, gericht aan de Trustee en Foster, heeft Berkers het oordeel van het management team van SSH (en haar (klein)dochtervennootschappen) verwoord over de vier overgebleven overnamekandidaten. Facilicom achtte het management team, aldus Berkers, geen geschikte kandidaat. De andere kandidaten worden in de brief omschreven als 'a suitable candidate', 'not the most appropriate candidate' en 'a very suitable candidate to take to the next round'. Bij laatstbedoelde kandidaat wordt voorts de opmerking geplaatst dat er onzekerheid bestaat over de financiële capaciteiten van de betrokken onderneming.
2.14 SSH heeft de ondernemingsraad bij brief met bijlagen van 6 mei 2005 verzocht op de voet van artikel 25 lid 1 Wet op de ondernemingsraden (WOR) te adviseren over het voorgenomen besluit van G4S om de aandelen die Falck Nederland B.V. houdt in het kapitaal van SSH aan Facilicom over te dragen. In de aanvraag worden onder meer de beweegredenen voor de keuze voor Facilicom uiteengezet. Vermeld wordt dat G4S van een van de andere van de vier overgebleven kandidaten een bieding had ontvangen die 'vanuit financieel oogpunt aantrekkelijker is' (bedoeld wordt: dan het bod van Facilicom), maar die bieding is - aldus de adviesaanvraag - afhankelijk van de beschikbaarheid van fondsen, terwijl voorts door die kandidaat 'geen geloofwaardig bedrijfsplan [is] verstrekt'. In een de adviesaanvraag begeleidende brief wordt aangegeven dat G4S met de bewuste kandidaat in contact zal blijven en dat aan Facilicom geen exclusiviteit is gegeven. De ondernemingsraad wordt in de adviesaanvraag verzocht uiterlijk op 27 mei 2005 te adviseren.
2.15 Foster heeft de ondernemingsraad bij e- mail van 9 mei 2005 gevraagd te bevestigen dat de adviesaanvraag (met bijlagen) in goede orde was ontvangen. In die e-mail vraagt hij voorts welke data de ondernemingsraad schikken 'so that we can organise a meeting at the earliest opportunity'. Bij brief van diezelfde dag aan Berkers heeft de ondernemingsraad de ontvangst van de adviesaanvraag bevestigd en medegedeeld dat hij die onder begeleiding van een externe consultant zal behandelen in een tweedaagse trainingssessie op 25 en 26 mei 2005. Berkers wordt uitgenodigd tijdens de sessie een toelichting op de adviesaanvraag te geven. Teneinde hem in staat te stellen met zijn achterban te overleggen, verzocht de ondernemingsraad de hem opgelegde geheimhouding op te heffen.
2.16 Bij e-mail van 12 mei 2005 heeft Foster voorgesteld om - voorafgaand aan de voormelde trainingssessie - een bijeenkomst tussen de ondernemingsraad en Facilicom te arrangeren. De ondernemingsraad heeft dit voorstel bij e-mail aan Berkers van 13 mei 2005 van de hand gewezen. In de bewuste e-mail schrijft de ondernemingsraad dat hij zich eerst onder deskundige begeleiding in de adviesaanvraag wil verdiepen en dat hij het voorts prematuur vindt reeds in dit stadium, waarin aan Facilicom nog geen exclusiviteit was verleend, met 'een potentiële koper' te praten. Foster heeft de ondernemingsraad bij e-mail van 17 mei 2005 - vergeefs - verzocht dit standpunt te heroverwegen. Wel heeft (de voorzitter van) de ondernemingsraad Foster op 18 mei 2005 laten weten de dag daarop de voorzitter van de ondernemingsraad van Facilicom (informeel) te zullen ontmoeten.
2.17 Bij brief van 20 mei 2005 hebben 65 leden van het management van SSH (niet zijnde bestuursleden) aan de Trustee hun zorgen kenbaar gemaakt over de toenemende onrust en onzekerheid onder de medewerkers van SSH over de gevolgen van een mogelijke overname door PreNed, onder meer wat betreft de werkgelegenheid bij en de continuïteit van de gefuseerde organisatie. Anders dan het bestuur en de ondernemingsraad waren de briefschrijvers op dat moment nog niet geïnformeerd over het hiervoor in 2.14 beschreven voorgenomen besluit.
2.18 SSH heeft de ondernemingsraad bij brief van 23 mei 2005 (van welke brief de ondernemingsraad bij e-mail van 24 mei 2005 een gewijzigde versie heeft ontvangen) aanvullende stukken doen toekomen. Aan het slot van die brief staat:

Indien u vragen hebt, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen. Zoals u weet hebben wij bij meerdere gelegenheden herhaald graag bereid te zijn om uw vragen en opmerkingen te verduidelijken.
Wij zijn van mening dat uw bijeenkomst op 25 en 26 mei een ideale gelegenheid zou zijn om in een persoonlijke ontmoeting met vertegenwoordigers van Facilicom uw vragen te bespreken, maar wij hebben ook begrepen dat u er de voorkeur aan geeft om deze eerste fase binnen uw raad en met uw adviseurs te bespreken. Desondanks wensen wij te benadrukken dat een ontmoeting met vertegenwoordigers van Facilicom grote voordelen met zich brengt voor de snelheid van de adviesprocedure.

2.19 De ondernemingsraad heeft SSH bij brief van 27 mei 2005 verzocht hem op een aantal (in de brief omschreven) punten nadere informatie te doen toekomen. In deze brief staat ook de volgende passage:

De ondernemingsraad wil daarnaast de financiële en fiscale situatie van Facilicom - als geheel en op onderdelen - nader laten onderzoeken door een extern deskundige. Een concrete mededeling hieromtrent - conform artikel 22 lid 2 Wet op de ondernemingsraden - wordt u volgende week toegezonden.

In de brief verzoekt de ondernemingsraad nogmaals om opheffing van de hem opgelegde geheimhouding.
2.20 Op een verzoek van Foster hem, en desgewenst ook vertegenwoordigers van Facilicom, op (dinsdag) 31 mei 2005 te ontmoeten voor verdere discussies (Foster zou dan in Nederland zijn) reageerde de voorzitter van de ondernemingsraad op 28 mei 2005 als volgt:

We trust you will answer our request for additional written information as soon as possible, however we do not think you will be able to do so before next Tuesday. Because we need this written information to evaluate the Request for Advice, and because Works Council members have previous engagements we feel that next tuesday is not the best time for a meeting.
After receiving and reviewing the information we will contact you to plan a meeting as soon as possible.

2.21 Bij e-mail van 30 mei 2005 heeft Foster de (voorzitter van) ondernemingsraad onder meer als volgt geschreven:

(…) I note that you do not wish to meet with Facilicom's management at this time. However, I maintain that a meeting represents the best means of advancing the process, particularly given the fundamental questions/concerns that you have previously raised. As such could I request that you give the matter of a meeting with Facilitcom's management at the earliest opportunity further consideration?

2.22 Op 1 juni 2005 heeft een informele bijeenkomst tussen de ondernemingsraden van SSH en Facilicom plaatsgevonden.
2.23 Bij brief van 5 juni 2005 heeft de ondernemingsraad SSH bericht dat hem uit contacten met de hiervoor in 2.14 bedoelde kandidaat (met de financieel betere bieding dan Facilicom) was gebleken dat deze inmiddels aan de voorwaarden (beschikbaarheid van financiering en een overtuigend business plan) voldeed. De ondernemingsraad heeft aangegeven op korte termijn te willen overleggen hoe die kandidaat in de adviesprocedure te incorporeren valt.
2.24 Foster heeft hierop bij e-mail van 6 juni 2005 aan de ondernemingsraad laten weten dat de bewuste kandidaat 'has still yet to provide proof of funding despite what your contacts are telling you'. Wat betreft het business plan schrijft Foster dat hij heeft vernomen dat een dergelijk plan aan de Trustee is voorgelegd, dat dit om redenen van vertrouwelijkheid niet aan G4S is verstrekt en dat hij daarom niet kan zeggen of het hier om een 'credible business plan' gaat. Foster concludeert dat meerbedoelde kandidaat zich nog immer niet kwalificeert 'as a viable alternative'.
2.25 In een brief van 6 juni 2005 hebben Foster en Berkens tegenover de ondernemingsraad hun zorg uitgesproken over het tempo van de adviesprocedure en aangegeven dat het advies uiterlijk op 22 juni 2005 diende te zijn uitgebracht. In dat verband wordt in de brief vermeld dat de Europese Commissie 'had urged that the divestment be concluded as soon as possible'. Op de (hiervoor in 2.19 genoemde) brief van de ondernemingsraad van 27 mei reageren Foster en Berkens als volgt:

As for your request to hire an external advisor for a review of Facilicom's financial and tax position, this offer was made in our request for advice on 6 May. Therefore we are happy to facilitate that and to bear any reasonable costs related to this (please inform us who this advisor will be and send us an estimate of costs), but would ask you to proceed without delay given the loss of more than three weeks already. You should ensure that your advisor completes his work within the timeframe stated below.

en

(…) it can only be appropriate to consult with the NDB's employees (bedoeld worden de werknemers van SSH en haar (klein)dochtervennootschappen; Ondernemingskamer) once you yourselves have been fully informed by us and Facilicom. As such, we would ask you to await the outcome from the proposed meeting with Facilicom and also responses to your questions before consulting with employees generally. (…)

2.26 In een per e-mail van 7 juni 2005 aan de ondernemingsraad gezonden brief is Facilicom ingegaan op de punten waarop de ondernemingsraad in zijn brief van 27 mei 2005 aan SSH had aangegeven nadere informatie te willen hebben. Op de hiervoor in 2.19 geciteerde passage wordt in de brief als volgt gereageerd:

In het rapport welke wij voor ING hebben opgesteld, is inzicht gegeven in de kerncijfers van Facilicom over de jaren 2000 t/m 2004. Deze informatie heeft u reeds ontvangen. Daarnaast zullen wij u het jaarverslag 2004 overhandigen. Tevens zijn wij in het ING-rapport ingegaan op de fiscale structuur van FSG en dan specifiek de motivatie waarom er gekozen is voor de oprichting van een buitenlandse vennootschap naar Antiliaans recht. Eveneens beschrijven wij de zuiverheid van doorbelastingen vanuit de holding naar de diverse divisies en werkmaatschappijen. Beide documenten zijn ook door onze accountant beoordeeld op juistheid en als zodanig gewaarmerkt. Ook deze documenten zullen wij u op 9 juni ter hand stellen.
Wij kunnen u geen documenten toesturen waaruit de financiële resultaten van de vennootschappen, vallend onder de beveiligingsdivisie, blijken. Deze informatie beschouwen wij als vertrouwelijk en stellen wij ook niet schriftelijk aan onze OR ter beschikking. Wel is het mogelijk dat de extern deskundige welke u wilt consulteren een afspraak met ons maakt en waarbij wij hem inzicht willen geven in de resultaten van de diverse werkmaatschappijen over de jaren 2002 t/m 2004. De hiervoor beschikbare documenten zijn door onze accountant beoordeeld op juistheid en zijn ook gewaarmerkt. Wij vertrouwen er op dat u begrip heeft voor ons standpunt in deze en gaan ervan uit u hiermee een passende oplossing te hebben geboden.

2.27 Op 9 juni 2005 heeft overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Facilicom en de ondernemingsraad. Bij de aanvang van dit overleg is de ondernemingsraad ervan op de hoogte gesteld dat Facilicom op 8 juni 2005 door G4S exclusiviteit was verleend. Tijdens de bijeenkomst heeft J.A. Gennissen, president-directeur van Facilicom Services Group N.V., (hierna Gennissen te noemen) een presentatie gegeven en zijn de ondernemingsraad de stukken overhandigd waarover in (de eerste alinea van) het hiervoor in 2.26 gegeven citaat wordt gesproken.
2.28 In een e-mail van 10 juni 2005 heeft Foster de ondernemingsraad bevestigd dat G4S inmiddels in exclusieve onderhandelingen met Facilicom was getreden. Refererend aan de in 2.27 genoemde bijeenkomst schrijft Foster:

With regard to matters discussed at the meeting, I understand that there are questions previously raised by the Works Council, which you regard as having been answered and other questions where further clarification is required. Please could you provide full and exact details of the latter without delay so that we can address such matters promptly?

Voorts dringt Foster er in de e-mail op aan dat de ondernemingsraad ingaat op de uitnodiging van Gennissen tot nader overleg met de ondernemingsraad en brengt hij in herinnering dat uiterlijk op 22 juni 2005 advies dient te worden uitgebracht. In dit verband staat in de brief de volgende passage:

As the 22 June deadline must be adhered to, we wait details regarding the exact steps (including timing) the Works Council intends to take to ensure that it will be able to meet this date. A first step would be to meet on 13 or 14 June to discuss what information is required in order for the Works Council to render its advice by 22 June.

2.29 In een e-mail van 14 juni 2005 heeft Foster, constaterende dat hij nog geen reactie van de ondernemingsraad op zijn e-mail van 10 juni 2005 had ontvangen, de ondernemingsraad nogmaals verzocht de door hem gestelde vragen te beantwoorden. In die e-mail vraagt Foster de ondernemingsraad voorts:

[w]hether the Works Council has appointed an advisor to evaluate Facilicom's financial/tax position. If so, please advise me both with the name, with an estimate of the fee and with the date - this week - when the advisor will commence work. We assume your advisor had already contacted Facilicom in this regard.

2.30 SSH heeft bij brief van 14 juni 2005 haar medewerkers van de voorgenomen verkoop van SSH aan Facilicom op de hoogte gesteld.
2.31 Bij brief van 15 juni 2005 heeft de ondernemingsraad naar aanleiding van de e-mailberichten van 10 en 14 juni 2005 van Foster aan SSH - onder meer - laten weten:

De ondernemingsraad heeft met verbazing kennis genomen van de inhoud van de hiervoor genoemde mailberichten. (…)
Belangrijkste punt van aandacht vormt voor de ondernemingsraad de nog steeds ontbrekende informatie. In zijn schrijven d.d. 27 mei 2005 heeft de raad concreet aangegeven welke informatie hij wenst te ontvangen. Tot op de dag vandaag heeft de ondernemingsraad slechts de vertalingen van de biedingen mogen ontvangen.
De ondernemingsraad wil nogmaals benadrukken dat het informele overleg met het management van Facilicom d.d. 9 juni 2005 het karakter van een kennismaking droeg (…). Van het verkrijgen van informatie, zoals bedoeld in ons schrijven d.d. 27 mei 2005, was geen sprake. (…)
In zijn mail stelt de heer Foster dat de financieel deskundige al lang met zijn werkzaamheden had kunnen beginnen. De ondernemingsraad constateert nogmaals dat hij de gevraagde informatie niet heeft ontvangen. Hoe kan de ondernemingsraad dan zijn financieel adviseur de opdracht geven de financiële stukken te bestuderen?

De ondernemingsraad geeft in de brief aan dat 'ook het nog steeds van kracht zijnde embargo' voor hem een beperkende factor vormt. Aan het slot van de brief herhaalt de ondernemingsraad zijn verzoek om de informatie te verkrijgen als in zijn brief van 27 mei 2005 verwoord.
2.32 Foster heeft de ondernemingsraad in reactie op deze brief bij e-mail van 16 juni 2005 gewezen op de (hiervoor in 2.26 genoemde) brief van 7 juni 2005 van Facilicom en op zijn herhaalde, door de ondernemingsraad onbeantwoorde, verzoeken hem te laten weten welke informatie de ondernemingsraad (in aanvulling op de in de brief van 7 juni 2005 en vervolgens in het overleg van 9 juni 2005 reeds door Facilicom verstrekte informatie) nog wenste te ontvangen. In de brief spreekt Foster opnieuw zijn zorg uit over de voortgang van het adviestraject. Met betrekking tot het door de ondernemingsraad gewenste business plan schrijft Foster dat Gennissen doende is 'a further, preliminary business plan' op te stellen. Foster dringt er bij de ondernemingsraad op aan Gennissen in de gelegenheid te stellen dat plan toe te lichten tijdens de geplande bijeenkomst te Garderen op 20 juni 2005. Over de kwestie van de financiële adviseur schrijft Foster:

Your point regarding the financial specialist is disingenious. The Facilicom Report & Accounts - and other financial information - have been provided and we have absolutely no feedback or supplementary information request. We could not even be proactive in this regard as you still have not notified us who the financial specialist is (…). This means that the Works Council has failed to mobilise a financial specialist after almost 6 weeks following receipt of the advice request. (…) In order to expedite matters, Facilicoms Finance Director '- Jan Lensveld - can be contacted on 010 298 1180.

In de brief laat Foster weten ('[n]ow that Facilicoms interest has been made public and direct contact has been made between the Works Council and Facilicom') akkoord te gaan met de opheffing van het embargo.
2.33 Op 16 juni 2005 heeft Berkers, mede namens een aantal andere leden van het management team van SSH, Foster de optie voorgelegd dat deze personen, samen met een derde financier, een management buy out tot stand zouden brengen. Tot concrete resultaten heeft dit niet geleid.
2.34 Bij e-mail van 17 juni 2005 heeft Gennissen de ondernemingsraad het 'Voorlopig businessplan PreNed/Falck 2005-2008' doen toekomen. In zijn e-mail herhaalt Gennissen zijn aanbod genoemd plan op 20 juni 2005 in Garderen toe te lichten. Bij die gelegenheid zou tevens - aldus Gennissen - aan bod kunnen komen 'op welke onderdelen de reeds op 7 juni 2005 verstrekte informatie naar uw mening tekort schiet'.
2.35 Op 20 juni 2005 heeft een overlegvergadering plaatsgevonden. Facilicom was niet uitgenodigd die vergadering bij te wonen. Wel waren Foster en vertegenwoordigers van de Trustee aanwezig. Uit de notulen van de vergadering blijkt dat de ondernemingsraad op dat moment nog geen financieel adviseur had ingeschakeld, omdat - aldus de ondernemingsraad - hij (de raad) niet in het bezit was van financiële gegevens over PreNed.
2.36 In een e-mail van 21 juni 2005 is Foster alle in de brief van de ondernemingsraad van 27 mei 2005 genoemde onderwerpen langsgelopen. Eventuele nog niet beantwoorde vragen kunnen op 23 juni 2005 (tijdens een nader overleg met Facilicom) door de ondernemingsraad aan de orde worden gesteld, aldus Foster. Met betrekking tot de kwestie van de financiële adviseur schrijft Foster:

We have repeatedly acknowledged that the Works Council should appoint a financial expert with a view to that expert making contact with the relevant personnel at Facilicom in order to answer any questions raised. To date, the Works Council has not taken any steps in this regard. Therefore, we would urge the Works Council to take advantage of this last opportunity by arranging for its financial expert to be present during the meeting of 23 June. It would then be possible, during that meeting, for questions of a financial nature to be discussed with Facilicom and to develop further your understanding of the Facilicom and PreNed financial information provided to the Works Council (…).

Onder de toevoeging 'Please note that this is the final extension of the deadline' heeft Foster in de brief meegedeeld dat de ondernemingsraad zijn advies uiterlijk maandag 27 juni 2005 om 11.00 uur diende te geven.
2.37 Op 23 juni 2005 heeft een nader bespreking tussen (vertegenwoordigers van) Facilicom en de ondernemingsraad plaatsgevonden. Ook Foster, Berkens en vertegenwoordigers van de Trustee waren daarbij aanwezig. Tijdens de bijeenkomst heeft de ondernemingsraad weer gesteld over te weinig financiële informatie met betrekking tot PreNed te beschikken. Van de zijde van Facilicom is daarop onder meer gereageerd met de opmerking dat SSH en Facilicom nog steeds concurrenten zijn en dat de informatieverschaffing van SSH aan Facilicom ook beperkt is geweest. Facilicom heeft tevens aangegeven bereid te zijn de ondernemingsraad gedetailleerde financiële informatie over PreNed ter inzage te verstrekken en daartoe een bespreking te plannen. Tijdens de bijeenkomst is - naast over andere zaken - ook over het hiervoor in 2.34 genoemde business plan gesproken en is door Gennissen een stuk met opschrift 'aanpak gewenste cultuur nieuwe organisatie falck-prened versie 0.1' aan de ondernemingsraad overhandigd.
2.38 Bij brief van 24 juni 2005, met kopie aan onder anderen Foster, heeft de ondernemingsraad SSH het volgende geschreven:

Naar aanleiding van het informele overleg met Facilicom (…) het volgende.
In de vergadering heeft de heer K. Schoonbeek, directeur PreNed, eindelijk de mogelijkheid geboden voor het bestuderen van de financiële cijfers van PreNed B.V. Hiertoe nodigde hij de financiële commissie van de ondernemingsraad en hun adviseur uit voor een gesprek met de heer J. Lensveld, financieel directeur PreNed. (…)
U zult begrijpen dat de ondernemingsraad verheugd is over deze geboden gelegenheid. Daarbij wordt niet alleen voldaan aan het vanaf het begin af aan geuite verzoek om financiele informatie, maar de ondernemingsraad is dan ook in staat zijn bevindingen mee te wegen bij het te formuleren advies.
Na overleg met de financiële adviseurs is bestudering voor maandag niet mogelijk. De raad verzoekt u dan ook de mogelijkheid te bieden om dinsdag het hiervoor bedoelde gesprek te laten plaatsvinden. Woensdag kan er dan een terugrapportage plaatsvinden richting de totale ondernemingsraad. De raad richt dit verzoek tot u, aangezien de heer Foster maandag 27 juni 11.00 uur als fatale datum en tijd heeft angemerkt.
(…).

2.39 Foster heeft bij e-mail van 24 juni 2005 de ondernemingsraad (gemotiveerd) bericht dat de adviestermijn niet verder kan worden verlengd en de ondernemingsraad voorgesteld dat hij direct contact tot stand brengt tussen Lensveld en de financieel adviseur van de ondernemingsraad. De ondernemingsraad is niet op dit voorstel ingegaan.
2.40 Gennissen heeft bij e-mail van 24 juni 2005 aan de ondernemingsraad laten weten:

Ik ben verbijsterd door de schandalige verdraaiing van de feiten in uw briefje. Wij hebben u reeds begin mei de specifiek gevraagde financiële informatie verstrekt en u daarnaast, net als G4S, herhaaldelijk aangeboden contact op te nemen met onze financieel directeur J. Lensveld om een nadere toelichting te kunnen krijgen. Het is onvoorstelbaar dat u het vervolgens doet voorkomen alsof wij ons nu pas bereid tonen informatie te verstrekken. (…)
Zoals ook gisteren weer gezegd, zijn wij graag bereid u, uw mede OR-leden en/of uw financiële adviseurs van specifieke aanvullende informatie te voorzien, hetzij telefonisch, hetzij tijdens een bezoek aan ons kantoor. Ik verzoek u nogmaals dringend om contact op te nemen met ondergetekende of rechtstreeks met de heer Lensveld (…) Laten we de weinige tijd die u uiteindelijk nog rest om tot een weloverwogen advies te komen zo goed mogelijk benutten.

2.41 De ondernemingsraad heeft bij brief van 27 juni 2005 (gemotiveerd) negatief over het voorgenomen besluit geadviseerd. Bij brief van diezelfde datum heeft Foster, na op het advies gereageerd te hebben, de ondernemingsraad laten weten dat G4S besloten heeft verder te gaan met de voorgenomen transactie met Facilicom.

3 De gronden van de beslissing
3.1 Niet in discussie is dat het in 2.41, laatste volzin, bedoelde besluit (hierna het besluit te noemen) - zo al niet (ook) door SSH genomen - aan SSH toe te rekenen valt. Het verzoek is in deze zaak derhalve terecht tegen SSH gericht.
3.2 De ondernemingsraad heeft drie categorieën van bezwaren tegen het besluit aangevoerd, te weten (i) SSH heeft in haar besluitvorming onvoldoende aandacht gegeven aan de gevolgen die de beoogde samenvoeging van de beide ondernemingen met zich zal brengen, (ii) de ondernemingsraad is onvoldoende tijd gegund om tot een zorgvuldig advies te komen en (iii) de ondernemingsraad is niet alle informatie verstrekt die hij voor het uitbrengen van het advies noodzakelijk achtte. Aldus is, naar het oordeel van de ondernemingsraad, geen sprake geweest van een deugdelijke afweging van de betrokken belangen met inachtneming van het advies van de ondernemingsraad en kan niet worden gesproken van een zorgvuldige besluitvorming. Binnen genoemde categorieën heeft de ondernemingsraad nadere bezwaren aangevoerd, die bij de bespreking hierna aan de orde zullen komen.
3.3 De Ondernemingskamer zal eerst het hiervoor onder (iii) genoemde bezwaar behandelen. Uit de in het verzoekschrift op dit punt gegeven toelichting maakt de Ondernemingskamer op dat het bezwaar met name ziet op de aan de ondernemingsraad verstrekte financiële informatie (en dan in het bijzonder die met betrekking tot PreNed). Voorzover de ondernemingsraad beoogd mocht hebben te poneren dat hem ook andere (door hem wel gevraagde) informatie is onthouden, oordeelt de Ondernemingskamer dit betoog als te vaag om verder op in te gaan. Waar de ondernemingsraad overigens stelt dat 'de antwoorden op de vragen, die zijn gesteld in de brief van 27 mei 2005 (…) in veel gevallen onvoldoende (zijn) geweest', constateert de Ondernemingskamer - behalve dat deze klacht te weinig specifiek is - dat de ondernemingsraad de in de (hiervoor in 2.28 en 2.29 genoemde) brieven van Foster gestelde vragen met betrekking tot - kort gezegd - 'welke informatie de ondernemingsraad nog behoefde' niet heeft beantwoord (althans zulks is niet gebleken). Voorzover de ondernemingsraad meent dat hij dat gedaan heeft met zijn (hiervoor in 2.31 genoemde) brief van 15 juni 2005, kan hij daarin niet worden gevolgd. In die brief wordt immers in het geheel niet ingegaan op de (hiervoor in 2.26 genoemde) brief van Facilicom van 7 juni 2005, waarin puntsgewijs is ingegaan op voornoemde brief van 27 mei 2005. De bewuste brief wordt daarin zelfs niet genoemd. En, voorzover de ondernemingsraad op een later tijdstip nog wel om specifieke informatie heeft gevraagd (uit de notulen van de overlegvergadering van 20 juni 2005 blijkt dat dit toen is gebeurd), is gesteld noch gebleken dat die informatie (daargelaten de kwestie van de financiële informatie, die hierna aan de orde komt) vervolgens niet is verstrekt.
3.4 Met betrekking tot het bezwaar ter zake van de aan de ondernemingsraad verstrekte financiële informatie overweegt de Ondernemingskamer als volgt.
3.5 Niet betwist is dat aan de ondernemingsraad (als bijlagen bij de adviesaanvraag en vervolgens bij brief van 23 mei 2005 alsmede bij gelegenheid van het overleg op 9 juni 2005 met Facilicom) de volgende financiële informatie is verstrekt: (i) kerncijfers Facilicom Services Group over de jaren 2000-2004 (omzet, kosten, netto resultaten, balanstotalen, groepsvermogen, aansprakelijk vermogen, werkkapitaal, current ratio), (ii) informatie over omzet, winstmarge, ziekteverzuim, aantal directe medewerkers, verloop en gemiddeld uurtarief van PreNed over de periode 2002-lopend jaar 2005, deels afgezet tegen vergelijkbare cijfers van de door G4S af te stoten activiteiten, (iii) de (geconsolideerde) jaarrekening van Facilicom Services Group over 2004 en (iv) de hiervoor in 2.26 en 2.27 (slot) bedoelde - door de externe accountant van Facilicom gewaarmerkte - documenten.
3.6 Daarnaast heeft Facilicom de ondernemingsraad in haar brief van 7 juni 2005 ter kennis gebracht - in reactie op een desbetreffend verzoek van de ondernemingsraad, vervat in diens hiervoor in 2.19 geciteerde brief van 27 mei 2005 - dat een door de ondernemingsraad in te schakelen extern deskundige inzicht gegeven zou worden in de resultaten van de diverse werkmaatschappijen (waaronder dus, naar de Ondernemingskamer begrijpt, de resultaten van PreNed) over de jaren 2002 tot en met 2004. Nog daargelaten dat dit aanbod aansloot bij hetgeen waar de ondernemingsraad in zijn brief van 27 mei 2005 om had gevraagd (een nader onderzoek door een extern deskundige; een verzoek tot het verstrekken van nadere financiële situatie aan de ondernemingsraad bevat die brief niet) en ook daargelaten dat de ondernemingsraad Facilicom op de brief van 7 juni 2005 niet heeft laten weten dat (laat staan waarom) de geboden wijze tot nadere informatieverstrekking niet afdoende was, oordeelt de Ondernemingskamer dat meerbedoeld aanbod, gelet op de omstandigheden van het onderhavige geval - waaronder het feit dat het ging om cijfers van een bedrijf (PreNed) dat een concurrent was van SSH en dat zou blijven in het geval de voorgenomen overname geen doorgang zou vinden alsook de omstandigheid dat voor het doorgaan van de beoogde transactie niet slechts de beoogde contractspartijen hun fiat dienden te geven, maar ook een derde (de Europese Commissie) - als genoegzaam heeft te gelden. Het moet mitsdien voor rekening van de ondernemingsraad blijven dat hij van het bewuste aanbod geen gebruik heeft gemaakt (althans daarvan eerst gebruik wenste te maken toen het te laat was). Dat het de in te schakelen adviseur niet vrij zou hebben gestaan aan de ondernemingsraad te rapporteren of - kort weergegeven - de aan hem verstrekte gegevens correspondeerden met de wèl aan de ondernemingsraad gegeven financiële informatie - zoals door de ondernemingsraad ter terechtzitting werd gesuggereerd - is niet gebleken en komt de Ondernemingskamer ook uiterst onwaarschijnlijk voor.
3.7 Overigens staat niet vast dat, zoals de ondernemingsraad heeft gesteld, Facilicom niet eerder dan op 23 juni 2005 bereid zou zijn geweest ook leden van de ondernemingsraad bij de nadere informatieverstrekking (naar de Ondernemingskamer begrijpt: via inzage en mondelinge toelichting) te betrekken. Hier staan de visies van de ondernemingsraad en Facilicom haaks op elkaar en wreekt zich dat nergens uit blijkt dat de ondernemingsraad eerder dan op 23 juni 2005 hier uitdrukkelijk een punt van heeft gemaakt (en dus ook geen reactie van Facilicom op een zodanige - eerder door de ondernemingsraad geuite - visie in de stukken aan te treffen valt). Maar belangrijker is dat, als gezegd, het in de brief van Facilicom van 7 juni 2005 vervatte aanbod in de onderhavige situatie reeds genoegzaam was (en dat de ondernemingsraad daar geen gebruik van heeft gemaakt).
3.8 Met de hiervoor in 3.5 en 3.6 beschreven informatie(mogelijkheid) is SSH - door middel van Facilicom - haar informatieverplichting jegens de ondernemingsraad op het financiële vlak op voldoende wijze nagekomen. De Ondernemingskamer wijst het eerste bezwaar dan ook af.
3.9 Met betrekking tot het tweede bezwaar (dat de ondernemingsraad onvoldoende tijd is gegund om zijn advies te geven) overweegt de Ondernemingskamer als volgt.
3.10 Uit de hiervoor, met name in 2.6 tot en met 2.11, opgesomde feiten kan worden opgemaakt dat de ondernemingsraad reeds ruim voorafgaand aan de indiening van de adviesaanvraag door SSH bij de onderhavige materie betrokken is en informatie dienaangaande heeft ontvangen. Voorts kan weliswaar de aanvankelijk door SSH gestelde adviestermijn, gelet ook op de niet eenvoudig te noemen materie, als kort worden gekenschetst, maar daar staat tegenover dat die termijn - waar de ondernemingsraad zich overigens niets aan gelegen heeft laten liggen nu hij de tijd nam om de adviesaanvraag eerst op 25 en 26 mei 2005 te behandelen en op 27 mei 2005, de dag waarop de toen lopende termijn afliep, met een eerste brief op de aanvraag te reageren - zonder problemen (bij brief van 6 juni 2005) is verlengd tot 22 juni 2005 en vervolgens (op 21 juni 2005) nog tot 27 juni 2005 om 11.00 uur. Gelet op de ook voor de ondernemingsraad kenbare tijdsdruk die op het adviestraject lag - de ondernemingsraad wist weliswaar niet de (ook door SSH in acht te nemen) precieze termijnen die de Europese Commissie G4S had gesteld, maar wel dàt er sprake was van een dwingende tijdsklem - en de (hiervoor in 2.4 beschreven) sanctie die op het niet halen daarvan stond - ten aanzien waarvan geldt dat gesteld noch gebleken is dat de ondernemingsraad daarvan niet wist - kan niet gezegd worden dat SSH de ondernemingsraad, al met al, te weinig tijd heeft gegund om tot een advies te komen. Daarbij komt voorts dat het aannemelijk voorkomt dat ondernemingsraad zich van zijn kant - niet alleen in het begin van het traject, maar ook nadien - niet bijster heeft ingespannen om het adviestraject zo snel mogelijk te laten verlopen. De Ondernemingskamer wijst in dit verband onder meer op de (hiervoor in 2.20 weergegeven) reactie van de ondernemingsraad op de uitnodiging van Foster hem (en desgewenst ook vertegenwoordigers van Facilicom) op 31 mei 2005 te ontmoeten, op het feit dat het uiteindelijk tot 9 juni 2005 heeft geduurd voordat de ondernemingsraad bereid en in staat was een bespreking met Facilicom te hebben (op welke bespreking Foster al vanaf 12 mei 2005 aandrong), op de niet adequate beantwoording door de ondernemingsraad van de brieven van Foster van 10 en 14 juni 2005 en op het niet uitnodigen van Facilicom bij de overlegvergadering op 20 juni 2005 (waardoor het noodzakelijk bleek een nieuw overleg met Facilicom te doen plaatsvinden op 23 juni 2005, hetgeen op zijn beurt betekende dat de adviestermijn wederom verschoven diende te worden).
3.11 De Ondernemingskamer zal in dit verband voorts bespreken de klacht van de ondernemingsraad dat hij onvoldoende de gelegenheid heeft gekregen zijn achterban over het te geven advies te raadplegen. Ook die klacht wordt niet gehonoreerd, waartoe het volgende dient. Foster heeft de aan de ondernemingsraad opgelegde geheimhouding bij e-mail van 16 juni 2005 opgeheven. Hij deed dit naar aanleiding van de brief van de ondernemingsraad aan hem van 15 juni 2005. Op dat moment gold dat de ondernemingsraad op 22 juni 2005 diende te adviseren. Dat de tussenliggende tijd te kort zou zijn voor raadpleging van de achterban, heeft de ondernemingsraad Foster nadien niet laten weten. Overigens is die termijn, zoals hiervoor in 2.36 is weergegeven, later om andere redenen nog verlengd tot 27 juni 2005. Bij dit alles komt nog dat de ondernemingsraad uit de (hiervoor in 2.25 genoemde) brief van Foster van 6 juni 2005 kon weten dat Foster mogelijk bereid zou zijn het embargo op te heffen zodra er overleg zou hebben plaatsgevonden tussen de ondernemingsraad en Facilicom. Tegen die achtergrond valt de vraag te stellen waarom de ondernemingsraad, als de raadpleging van de achterban door hem als een belangrijke kwestie werd gezien, niet al op 9 juni 2005 (toen de eerste bespreking met Facilicom plaatsvond) zijn verzoek tot opheffing van het embargo heeft herhaald. Voorts zou zeker denkbaar zijn geweest dat reeds tijdens de periode dat de geheimhouding gold voorbereidingen waren getroffen voor raadpleging van de achterban, zodra die geheimhouding zou zijn opgeheven. Dat de ondernemingsraad dergelijke voorbereidingen heeft getroffen (maar desondanks geen raadpleging heeft kunnen plaatsvinden) is gesteld noch gebleken.
3.12 Ook het tweede bezwaar van de ondernemingsraad met betrekking tot de gang van zaken rondom het bestreden besluit gaat dus niet op.
3.13 Aldus rest ter beoordeling het bezwaar tegen het besluit als zodanig. De ondernemingsraad heeft in dit verband de volgende argumenten aangevoerd, die volgens hem tot de conclusie leiden dat SSH het besluit bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet had kunnen nemen: (i) er was geen sprake van een voldoende uitgewerkt business plan, (ii) er was geen sprake van een professionele (in het advies zelf wordt dit begrip overigens niet genoemd) analyse van de (verschillende) culturen van de te fuseren organisaties, (iii) het te verwachten verlies aan klanten als gevolg van de transactie was (te) groot, (iv) er was geen draagvlak voor de transactie bij het management van SSH en (v) gevreesd moest worden dat als gevolg van de transactie de samenwerking met UltrAlert zou eindigen, waarmee innovatiemogelijkheden zouden komen te vervallen. De Ondernemingskamer overweegt dienaangaande als volgt.
3.14 Niet gebleken is dat het (hiervoor in 2.34 genoemde) 'Voorlopig businessplan PreNed/Falck 2005-2008' niet aan de maatstaven voldoet die aan een zodanig plan onder de omstandigheden van dit geval (waarin de opsteller van het plan met betrekking tot een deel van de onderneming waarvoor het plan is opgesteld nog niet over volledige informatie beschikt) kunnen worden gesteld. Met name gaat niet op het bezwaar van de ondernemingsraad dat het nog slechts om een voorlopig plan gaat, reeds niet omdat heel wel begrijpelijk is dat Facilicom de mogelijkheid open wilde houden het plan na de (beoogde) overname van SSH aan nieuw verkregen informatie (of meningen, bij voorbeeld van voormalige SSH-managementleden) aan te passen. Voor het overige heeft de ondernemingsraad zijn bezwaren tegen het plan in zijn advies slechts in zeer algemene termen verwoord (zo heeft de ondernemingsraad gesteld dat de personele gevolgen 'beter in beeld hadden kunnen worden gebracht', maar enige toelichting op die visie ontbreekt), zodat daarmee in de besluitvorming door SSH ook moeilijk rekening kon worden gehouden. Tegen die achtergrond is de Ondernemingskamer van oordeel dat het besluit op dit punt niet als onvoldoende gemotiveerd kan worden gekenschetst.
3.15 Hoewel de ondernemingsraad op zich mogelijk wel het gelijk aan zijn zijde heeft met zijn stelling dat 'fusies vaak misgaan vanwege cultuurverschillen', kan niet worden aanvaard dat een besluit als het onderhavige niet kan worden genomen alvorens 'een professionele analyse' heeft plaatsgevonden van de culturen van de (te fuseren) organisaties. Er kan weliswaar aanleiding bestaan voor het uitvoeren van een dergelijke analyse, maar zonder zo een analyse is een besluit dan niet (om die reden) kennelijk onredelijk in de zin van artikel 26 lid 5 WOR. De Ondernemingskamer is van oordeel dat de aanzet die is gegeven met het hiervoor in 2.37 genoemde stuk - dat tijdens het voortgezette overleg van de ondernemingsraad met Facilicom op 23 juni 2005 aan de ondernemingsraad is overhandigd (en kort toegelicht) en waarover, aldus Gennissen blijkens de notulen van dat overleg, na de overname 'direct overleg dient plaats te vinden' - als voldoende respons op de zorgen van de ondernemingsraad op dit vlak valt te beschouwen.
3.16 Met betrekking tot het als gevolg van de transactie te verwachten klantenverlies heeft de ondernemingsraad in zijn advies cijfers genoemd die door SSH worden betwist. Zo schat de ondernemingsraad het verlies als gevolg van de beoogde transactie (naar de Ondernemingskamer begrijpt: aan omzet) op € 36 miljoen, terwijl SSH heeft becijferd dat het maximaal om een bedrag van circa € 13,4 miljoen zal gaan (hetgeen 8,6% van de omzet zou betekenen). Volgens SSH kwam de omzet gemoeid met daadwerkelijk gedane opzeggingen per de datum van de behandeling ter terechtzitting van de onderhavige zaak neer op een bedrag van circa € 7,5 miljoen, maar staat zelfs van dat bedrag niet vast of daarin niet alsnog wijziging in positieve zin te brengen valt. Vaststaat dat schattingen als de onderhavige een hoog speculatief gehalte hebben. Niettemin is zonder meer begrijpelijk dat de ondernemingsraad dit aspect bijzonder belangrijk vindt en het zorgelijk acht dat schattingen van het management van SSH (waarop de door de ondernemingsraad in zijn advies genoemde cijfers zijn gebaseerd) zo hoog uitkomen. Bij die schattingen past overigens wel de kanttekening dat niet uit te sluiten valt dat deze 'gekleurd' zijn als gevolg van de omstandigheid dat een aantal leden van het management van SSH aan Foster inmiddels de optie van een management buy out hadden voorgelegd (welk voorstel overigens op 16 juni 2005 werd gedaan terwijl de schattingen dateren van 24 juni 2005). Ook dient in ogenschouw genomen te worden dat vermoedelijk juist is de stelling van SSH dat bij een fusie met of overname door een andere partij dan Facilicom evenzeer met omzetverlies rekening gehouden moet worden. Al met al ziet de Ondernemingskamer onvoldoende aanknopingspunten om tot het oordeel te komen dat SSH, door te besluiten met de voorgenomen transactie met Facilicom verder te gaan, op het onderhavige vlak onverantwoorde risico's heeft genomen.
3.17 Het gebrek aan draagvlak voor de beoogde transactie bij het management van SSH baseert de ondernemingsraad op de hiervoor in 2.17 genoemde brief. Zonder meer begrijpelijk is dat de ondernemingsraad die brief beschouwd heeft (en vermoedelijk nog steeds beschouwt) als een slecht voorteken voor de samenwerking binnen het 'hogere kader' van de samen te voegen ondernemingen (SSH en PreNed), mocht het tot de beoogde transactie komen. Dit neemt niet weg dat de relevantie van de brief wel in die zin nuancering behoeft dat, zoals uit de (tweede alinea van de) brief blijkt, aan betrokkenen op het moment van het schrijven van de brief nog geen enkele informatie was verstrekt over 'het hoe en waarom' van de beoogde transactie. Dat zal inmiddels anders liggen, maar informatie over hoe de briefschrijvers nu - geïnformeerd en al - tegen het besluit aankijken heeft de Ondernemingskamer niet. Maar zelfs aangenomen dat de meesten van hen nog steeds kritisch staan tegenover een overname van SSH door Facilicom, komt de Ondernemingskamer tot dezelfde slotsom als hiervoor aan het eind van rechtsoverweging 3.16 verwoord.
3.18 De ondernemingsraad heeft als vijfde argument naar voren gebracht dat de innovatiemogelijkheden als gevolg van de voorgenomen transactie komen te vervallen. Dat argument kan, ook al zou het (voor een deel) opgaan, evenwel zelfstandig niet het oordeel dragen dat SSH bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet tot het besluit had kunnen komen. Het behoeft derhalve, gelet op al het voorafgaande, geen beoordeling. Overigens komt het de Ondernemingskamer voor dat, zou de samenwerkingsrelatie met UltrAlert tot een einde komen, het mogelijk moet zijn voor de gewenste innovatie op redelijke termijn alternatieven te ontwikkelen.
3.19 De door de ondernemingsraad ter gelegenheid van de behandeling van de zaak ter terechtzitting nog overgelegde stukken brengen in het hiervoor overwogene geen verandering, dit reeds niet omdat het om niet-ondertekende anonieme brieven gaat waarvan de inhoud bovendien gemotiveerd door SSH is betwist.
3.20 Dit alles leidt tot de slotsom dat het verzoek van de ondernemingsraad dient te worden afgewezen.

4 De beslissing
De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek van de ondernemingsraad af.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Berichten van afgelopen:   
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 1

Tijden zijn in GMT + 2 uur


Wie zijn er online?
Leden op dit forum: Geen

U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen
U mag geen reacties plaatsen
U mag uw berichten niet bewerken
U mag uw berichten niet verwijderen
U mag niet stemmen in polls

Ga naar:  



Home | Over Rechtenforum.nl | Agenda | Visie | Downloads | Links | Mail deze site | Contact

Sites: Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Juridischeagenda.nl | Juridica.nl | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl

© 2003 - 2018 Rechtenforum.nl | Gebruiksvoorwaarden | Privacyverklaring | RSS feeds