Wetten in formele/materiele zin

[Mevrouwtje]

Loop er helemaal vast op
Ik lees dus dat wetten in formele zin te herkennen zijn aan de vorm, ze beginnen dus met Wij koningin der Nederlanden blabla..
En zijn gemaakt door regering en Staten Generaal.
Materiele wetten zijn wetten die een naar buiten tredende werking hebben.
Maarrr neem dan bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet.
Die begint met dat stukje van de koningin
Dus is het een wet in formele zin
Maar er staan toch regels in die een naar buiten tredende werking hebben,
dan is het toch een wet in materiele zin..?

Kan het uberhaupt wel allebei zijn?
En zo ja.. hoe zit het dan met de rechterlijke toetsing?

Hoop dat iemand mij hiermee kan helpen!

[LeChat]

Klopt. (Bijna) elke wet in formele zin is ook een wet in materiële zin, maar niet elke wet in materiële zin is een wet in formele zin...
_________________
Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen.

[mr. NN]

Heel in het kort:
Wetten in Formele zin zijn wetten van regering en parlement die tot stand komen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure.
Wetten in materiële zin zijn algemene, naar buiten werkende regels die plichten opleggen of rechten bieden.
Let op; beide categorieën sluiten elkaar niet uit! Veel WIFZ zijn ook WIMZ.

Een erg duidelijk boekje hierover is Regelgeving in Nederland van Boon, Brouwer en Schilder (nr. 5 studiepockets Staats- en Bestuursrecht). Maar ook elk handboek staatsrecht als bijvoorbeeld Van der Pot-Donner kun je hier wel uitleg over vinden.

[Mevrouwtje]

Okee dank je wel.

En weten jullie dan misschien ook hoe het zit, als je een wet in formele zin hebt die ook een wet in materiele zin is, met de rechterlijke toetsing?
Want een wet in formele zin mag niet aan de grondwet getoetst worden,
en een wet in materiele zin wel,
Hoe zit het dan als een wet allebei is..?

[Sunshine]

Dan is er sprake van een wet in formele zin en mag niet aan de grondwet getoetst worden.

[Duch]

De begrippen wet in formele zin en wet in materiële zin kijken ieder naar een ander aspect van een regel. Regel die volgens de procedure van art. 81 e.v. Gw door regering en Staten-Generaal zijn vastgesteld zijn wetten in formele zin. Regels met een bepaalde inhoud zijn wetten in materiële zin.

Een regel kan dus heel goed zowel een wet in formele zin als een wet in materiële zin zijn. Dat komt heel vaak voor.

Als je wil weten of een rechter een bepaalde regel aan de grondwet mag toetsen doet het er niet toe of de regel een wet in materiële zin is of niet. Het doet er enkel toe of de regel een wet in formele zin is of. Is het dat wel, dan is toetsing uitgesloten op grond van art. 120 Gw. Is het niet een wet in formele zin dan mag er wel worden getoetst aan de grondwet.

Helpt dit?
_________________
This is a court of law young man, not a court of justice
- Oliver Wendell 'the great dissenter' Holmes -

[bona fides]

Voor de vraag of een regel getoetst mag worden aan de grondwet kijk je naar art 120 Gw. Dit artikel bepaalt dat wetten niet aan de grondwet mogen worden getoetst. Waar de grondwet spreekt over wetten, gaat het om formele wetten. Een regel mag daarom niet worden getoetst als deze regel is vastgelegd in een formele wet.

Of de regel qua inhoud materiele wetgeving is, staat hier dus los van.
_________________
Hanc marginis exiguitas non caperet.

[Mevrouwtje]

Bedankt allemaal,
dit is stukken duidelijker!!