Content Syndication
|
|
|
Auteur |
Bericht |
MartijnSUB
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 109
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 13:04 Onderwerp: Verjaring art. 350 Sr. |
|
|
Stel: er wordt een misdrijf begaan waarbij wordt voldaan aan de eisen gesteld in art. 350 Sr.
Dit feit is begaan op 1 mei 2006.
De dader wordt 1 juni 2007 een dagvaarding uitgereikt.
Verdachte moet op 13 juni voor de rechtbank verschijnen.
De tenlastelegging: luidt: 'hij op op omstreeks 1 mei 2000, te Groningen opzettelijk en wederrechtelijk etc.'
Is hier sprake van verjaring? M.i. niet, naar mijn mening is de dagvaarding gewoon geldig en kunnen de overige formele vragen gepasseerd worden.
Ik loop dan ook vast bij de eerste materiele vraag: het tenlastegelegde kan immers niet worden bewezen nu de tenlastelegging een verkeerde datum bevat.
Kan iemand mij hier duidelijkheid over verschaffen?
Bij voorbaat hartelijk dank. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 13:11 Onderwerp: Re: Verjaring art. 350 Sr. |
|
|
MartijnSUB schreef: | Is hier sprake van verjaring? M.i. niet, naar mijn mening is de dagvaarding gewoon geldig en kunnen de overige formele vragen gepasseerd worden. |
Kun je concreet aangeven waarom er geen sprake is van verjaring? Is de verjaringstermijn van het tenlastegelegde feit nog niet verstreken of tijdig gestuit? Wat is die verjaringstermijn? Per wanneer ging die lopen?
Quote: | Ik loop dan ook vast bij de eerste materiele vraag: het tenlastegelegde kan immers niet worden bewezen nu de tenlastelegging een verkeerde datum bevat. |
Als het je lukt om een antwoord te geven op die vraag, waarom vind je dan dat je vast loopt? _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
MartijnSUB
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 109
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 13:31 Onderwerp: |
|
|
Quote: | Kun je concreet aangeven waarom er geen sprake is van verjaring? Is de verjaringstermijn van het tenlastegelegde feit nog niet verstreken of tijdig gestuit? Wat is die verjaringstermijn? Per wanneer ging die lopen? |
De verjaringstermijn is zes jaren, is aangevangen na het plegen van het misdrijf, en nu op 1 juni 2007 is vervolgd, lijkt het mij inderdaad dat de verjaring is gestuit.
Er staat echter wel 1 mei 2000 in de tenlastelegging. Is dit relevant of betekent dat gewoon dat het t.l.l. niet kan worden bewezen en vrijspraak dient te volgen? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 13:33 Onderwerp: |
|
|
MartijnSUB schreef: | Quote: | Kun je concreet aangeven waarom er geen sprake is van verjaring? Is de verjaringstermijn van het tenlastegelegde feit nog niet verstreken of tijdig gestuit? Wat is die verjaringstermijn? Per wanneer ging die lopen? |
De verjaringstermijn is zes jaren, is aangevangen na het plegen van het misdrijf, en nu op 1 juni 2007 is vervolgd, lijkt het mij inderdaad dat de verjaring is gestuit. |
2000 + 6 = 2006. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
MartijnSUB
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG
Berichten: 109
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 13:36 Onderwerp: |
|
|
Ik vraag me gewoon af waar de rechtbank naar kijkt wat betreft verjaring, naar de werkelijke situatie, dus de dag nadat het feit is gepleegd, of naar de datum welke genoemd is in de dagvaarding. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: vr 29 mei 2009 16:55 Onderwerp: |
|
|
Zolang de OvJ de tenlastelegging niet wijzigt, gaat het in die rechtszaak alleen om de beschuldiging dat de verdachte op 1 mei 2000 iets heeft vernield.
Wat de verdachte buiten dat tenlastegelegde feit verder nog op zijn geweten zou kunnen hebben (bijv. iets dat hij in 2006 zou hebben gedaan) is irrelevant. Totdat de tenlastelegging wordt aangepast.
Of de tenlastelegging kan worden gewijzigd zonder buiten de grenzen van hetzelfde feit te treden is een andere vraag. Ik denk eigenlijk van niet. De OvJ zal m.i. opnieuw moeten dagvaarden.
Als de tenlastelegging niet 1 mei 2000 maar bijv. 1 april 2006 had gezegd, zodat het tenlastegelegde feit niet verjaard zou zijn, dan zou de vervolging inderdaad zijn stukgelopen op de bewijsvraag. Het kan niet bewezen worden dat de verdachte op 1 april 2006 iets heeft vernield, dus hij wordt vrijgesproken. De OvJ kan dan m.i. wel opnieuw dagvaarden omdat vernieling op 1 mei 2006 niet hetzelfde feit is als vernieling op 1 april 2006. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Research
Leeftijd: 41 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 28
|
Geplaatst: ma 15 jun 2009 16:59 Onderwerp: |
|
|
Ik heb ook een vraag over verjaring, dit ging om een verkeersovertreding in belgie waarbij ik moest voorkomen.
De verjaringstermijn is 3 jaar heb ik vernomen.
Ik heb een tijd terug een brief gekregen van het CJIB in nederland(ben zelf ook nederlander), hierin staat dat ik op 25/05/2006 door onherroepelijk vonnis/arrest ben veroordeeld in belgie tot een geldboete wegens een snelheidsovertreding.
Ze vroegen toen of ik dit bedrag wilde betalen voor 08/09/2008
Het gaat om 750 euro, dit heb ik toen niet betaald aan het CJIB en dus zou ik in het opsporingsregister zitten nu...
Quote: |
Indien de boete niet, niet tijdig of niet volledig wordt betaald, zal de zaak aan de Belgische autoriteiten worden teruggezonden, waarna u in het belgische opsporingsregister (Het zogenaamde Centraal Signalementenblad) kan worden opgenomen. |
Nu is het volgende:
- Overtreding gepleegd
- Bestuurdersverklaring ontvangen
- Voorkomen
- Brief van CJIB dat ik nog altijd niet heb betaald, en dat als ik niet betaal binnen 2 weken dat ik in belgie in het opsporingsregister kom.
Vanaf waar moet ik nu tellen ivm de verjaring, en welke onderdelen zorgen voor stuiting van de verjaring?
De rechtzaak waarbij ik moest voorkomen of de brief van het cjib (ivm een overeenkomst die gesloten is tussen belgie en NL)?
Klopt het dus wat hier staat?
http://www.elfri.be/nl/Juridische%20informatie/Strafrecht/verjaring_van_de_straf.htm |
|
|
|
 |
elmajimbe
Leeftijd: 62 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 89
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 4:53 Onderwerp: |
|
|
Met alle respect, maar ik denk dat dit onjuist is:
bona fides schreef: |
Of de tenlastelegging kan worden gewijzigd zonder buiten de grenzen van hetzelfde feit te treden is een andere vraag. Ik denk eigenlijk van niet. De OvJ zal m.i. opnieuw moeten dagvaarden. |
De OvJ kan schriftelijk wijziging van de tll vorderen. Het wijzigen van de tijdsbepaling denatureerd het tll feit niet.
Mocht desondanks toch de vordering niet worden toegewezen, dan zal niet-ontvankelijkheid van het OM, wegens verjaring, worden uitgesproken. De OvJ kan dan opnieuw vervolgen met verbetering van de tijdsbepaling.
bona fides schreef: |
Als de tenlastelegging niet 1 mei 2000 maar bijv. 1 april 2006 had gezegd, zodat het tenlastegelegde feit niet verjaard zou zijn, dan zou de vervolging inderdaad zijn stukgelopen op de bewijsvraag. Het kan niet bewezen worden dat de verdachte op 1 april 2006 iets heeft vernield, dus hij wordt vrijgesproken. De OvJ kan dan m.i. wel opnieuw dagvaarden omdat vernieling op 1 mei 2006 niet hetzelfde feit is als vernieling op 1 april 2006. |
De rechter heeft al een einduitspraak over het feit (de vernieling) gedaan, nl. vrijspraak, doordat het tijdstip niet was te bewijzen. De OvJ kan dan ogv art 68 Sr (ne bis in idem) niet meer voor hetzelfde feit vervolgen door de datum te verbeteren in een nieuwe tll. _________________ Mensen zijn graag geboeid, maar niet graag gebonden. (Alexander Pola) |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 11:24 Onderwerp: |
|
|
elmajimbe schreef: | De OvJ kan schriftelijk wijziging van de tll vorderen. Het wijzigen van de tijdsbepaling denatureerd het tll feit niet. |
Dat betwijfel ik. Als iemand in het jaar 2001 voor een fietsendiefstal die hij omstreeks 1 mei 2000 zou hebben gepleegd is vrijgesproken, dan kan hij in 2007 nog steeds voor een fietsendiefstal die hij omstreek 1 mei 2006 zou hebben gepleegd worden vervolgd. Die twee tenlasteleggingen zien dus niet op hetzelfde feit.
Dat in casu de tenlastelegging ziet op een feit waarvoor geen enkel bewijs is en ook nog eens is verjaard, lijkt mij niet beslissend. Herstel lijkt mij alleen mogelijk als de rechter bereid is om dit als een kennelijke verschrijving af te doen. Of dat mag weet ik niet.
Quote: | Mocht desondanks toch de vordering niet worden toegewezen, dan zal niet-ontvankelijkheid van het OM, wegens verjaring, worden uitgesproken. De OvJ kan dan opnieuw vervolgen met verbetering van de tijdsbepaling. |
Daar ben ik het mee eens (en schreef ik al).
Quote: | bona fides schreef: | Als de tenlastelegging niet 1 mei 2000 maar bijv. 1 april 2006 had gezegd, zodat het tenlastegelegde feit niet verjaard zou zijn, dan zou de vervolging inderdaad zijn stukgelopen op de bewijsvraag. Het kan niet bewezen worden dat de verdachte op 1 april 2006 iets heeft vernield, dus hij wordt vrijgesproken. De OvJ kan dan m.i. wel opnieuw dagvaarden omdat vernieling op 1 mei 2006 niet hetzelfde feit is als vernieling op 1 april 2006. |
De rechter heeft al een einduitspraak over het feit (de vernieling) gedaan, nl. vrijspraak, doordat het tijdstip niet was te bewijzen. De OvJ kan dan ogv art 68 Sr (ne bis in idem) niet meer voor hetzelfde feit vervolgen door de datum te verbeteren in een nieuwe tll. |
Maar het gaat m.i. dus niet om hetzelfde feit. Het is heel goed mogelijk dat de verdachte zowel van het plegen van een strafbaar feit op 1 mei 2006 als van het plegen van een strafbaar feit op 1 april 2006 werd verdacht. Aan de tenlastelegging is niet af te zien dat alle bewijsstukken op 1 mei 2006 wijzen. Het lijkt mij dat aan het criterium "hetzelfde feit" moet worden getoetst op de grondslag van de tenlastelegging. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
elmajimbe
Leeftijd: 62 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 89
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 16:30 Onderwerp: |
|
|
Vergeef me mijn koppigheid, maar ik bestudeer zojuist Inleiding Strafrecht, waarvoor tentamen op 2 Sept. a.s.. Ik heb er wel belang bij om deze casus goed te begrijpen.
bona fides schreef: | Dat betwijfel ik. Als iemand in het jaar 2001 voor een fietsendiefstal die hij omstreeks 1 mei 2000 zou hebben gepleegd is vrijgesproken, dan kan hij in 2007 nog steeds voor een fietsendiefstal die hij omstreek 1 mei 2006 zou hebben gepleegd worden vervolgd. Die twee tenlasteleggingen zien dus niet op hetzelfde feit. |
Dit is iets ander dan TS te berde heeft gebracht:
MartinSUB schreef: |
Dit feit is begaan op 1 mei 2006.
De dader wordt 1 juni 2007 een dagvaarding uitgereikt.
Verdachte moet op 13 juni voor de rechtbank verschijnen.
De tenlastelegging: luidt: 'hij op op omstreeks 1 mei 2000, te Groningen opzettelijk en wederrechtelijk etc.'
|
In geen geval worden wijzigingen toegelaten, als gevolg waarvan de telastlegging niet langer hetzelfde feit, in de zin van art. 68 Sr zou inhouden. (laatste volzin art. 313, lid 2 Sv)
Dat, met inachtneming van het gestelde in de casus, er hier sprake is van een kennelijke verschrijving (2000 moet zijn 2006) is evident.
De rechter mag volgens mij in casu niet ambtshalve de tll wijzigen, slechts op schriftelijke vordering van de OvJ.
bona fides schreef: |
Maar het gaat m.i. dus niet om hetzelfde feit. Het is heel goed mogelijk dat de verdachte zowel van het plegen van een strafbaar feit op 1 mei 2006 als van het plegen van een strafbaar feit op 1 april 2006 werd verdacht. Aan de tenlastelegging is niet af te zien dat alle bewijsstukken op 1 mei 2006 wijzen. Het lijkt mij dat aan het criterium "hetzelfde feit" moet worden getoetst op de grondslag van de tenlastelegging. |
Interessante vraag is waarop het 'ne bis in idem' criterium van art. 68 Sr getoetst moet worden. (Dit behoort niet tot de stof in Inl. Strafrecht)
Het lijkt me dat de toetsing van zo een belangrijk beginsel niet beperkt is tot de tenlastelegging alleen, maar ook kan blijken in een later stadium van het proces.
Art. 68 Sr zou zwaar onder druk komen te staan, indien het OM zo gemakkelijk opnieuw zou kunnen vervolgen voor hetzelfde feit, slechts stellende dat het 2, gelijkende maar verschillende, feiten betreft.
Alleen mijn (beperkte) rechtsgevoel zegt dat die vlieger niet opgaat.
Zou iemand die stelling juridisch kunnen onderbouwen? _________________ Mensen zijn graag geboeid, maar niet graag gebonden. (Alexander Pola) |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 17:00 Onderwerp: |
|
|
elmajimbe schreef: | Dit is iets ander dan TS te berde heeft gebracht: |
Dat weet ik, maar is de afwijking relevant? De twee versies van de tenlastelegging van mijn voorbeeld zijn identiek aan de twee versies van de tenlastelegging in het voorbeeld van TS.
Aangenomen dat aan het criterium "hetzelfde feit" wordt getoetst op de grondslag van de tenlastelegging, zie ik niet wat de verschillen ertoe doen. (Als deze aanname onjuist is, dan valt mijn redenering in het water.)
Quote: | Dat, met inachtneming van het gestelde in de casus, er hier sprake is van een kennelijke verschrijving (2000 moet zijn 2006) is evident.
De rechter mag volgens mij in casu niet ambtshalve de tll wijzigen, slechts op schriftelijke vordering van de OvJ. |
Een kennelijk verschrijving mag volgens mij door de rechter worden gecorrigeerd (of misschien beter: de rechter mag de tll verbeterd lezen).
Als het om een kennelijke verschrijving gaat, dan is verbetering m.i. geen "wijziging" van de tenlastelegging. Er wordt dan alleen een schrijffout verbeterd, die voor de inhoud van de tll sowieso al irrelevant was. In principe is het ook niet nodig dat de OvJ de schrijffout verbetert, want de rechter mag (moet) de tll verbeterd lezen.
Het lijkt mij niet dat de rechter deze verschrijving (2000 voor 2006) verbeterd mag lezen. Daarom gaat het m.i. niet om een kennelijke verschrijving.
Blijft over de vraag of het toch om "hetzelfde feit" gaat. Ik kan me dat niet goed voorstellen, want er zit maar liefst 6 jaar tussen de tenlastegelegde feiten. En zie dus ook mijn voorbeeld, waarin het evident is dat precies deze twee tenlasteleggingen niet op hetzelfde feit zien. (Van belang is hier dus wel dat mijn aanname juist is.)
elmajimbe schreef: | Interessante vraag is waarop het 'ne bis in idem' criterium van art. 68 Sr getoetst moet worden. (Dit behoort niet tot de stof in Inl. Strafrecht) |
Ik kan je alvast vertellen dat "hetzelfde feit" in art. 68 Sr precies hetzelfde criterium is als "hetzelfde feit" in art. 313 lid 2 Sv. Ik weet nu niet direct of dit uit wetsgeschiedenis of jurisprudentie volgt, maar het is in ieder geval wel zo. Zie bijv. het boek van Corstens. (Edit: ach, art. 313 lid 2 Sv zegt het al zelf . Je vraagt je blijkbaar af waarom de wetgever hiervoor heeft gekozen.)
Quote: | Het lijkt me dat de toetsing van zo een belangrijk beginsel niet beperkt is tot de tenlastelegging alleen, maar ook kan blijken in een later stadium van het proces. |
Dat moeten we inderdaad nog even uitzoeken. Maar het hele Nederlandse strafprocesrecht hangt heel zwaar op de grondslag van de tenlastelegging. Het zou me verbazen als dit voor art. 68 Sr / art. 313 lid 2 Sv anders zou zijn.
Quote: | Art. 68 Sr zou zwaar onder druk komen te staan, indien het OM zo gemakkelijk opnieuw zou kunnen vervolgen voor hetzelfde feit, slechts stellende dat het 2, gelijkende maar verschillende, feiten betreft. |
Of een nieuwe vervolging is mogelijk, of een wijziging van de tll is mogelijk. De twee mogelijkheden vullen elkaar precies aan. Ik zie het probleem niet, behalve dat het vaak niet meevalt om precies de grens aan te geven van "hetzelfde feit". Dit wordt helemaal een probleem als je voor het bepalen van die grens ook gaat kijken naar de beschikbare bewijsmiddelen. Daarom lijkt het mij dat alleen de tll zelf ertoe doet. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 17:17 Onderwerp: |
|
|
bona fides schreef: | Aangenomen dat aan het criterium "hetzelfde feit" wordt getoetst op de grondslag van de tenlastelegging, zie ik niet wat de verschillen ertoe doen. (Als deze aanname onjuist is, dan valt mijn redenering in het water.) |
Dat deze aanname juist is, volgt m.i. uit art. 348 Sv: de rechtbank onderzoekt op de grondslag van de tenlastelegging of het OM ontvankelijk is. Aan art. 68 Sr wordt getoetst in het kader van deze ontvankelijkheidsvraag. Deze toetsing geschiedt dus op de grondslag van de tenlastelegging.
Dat "hetzelfde feit" in art. 313 Sv op dezelfde grondslag moet worden beoordeeld volgt vervolgens uit de door de wetgever gewenste complementariteit van art. 68 Sr en art. 313 Sv. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
elmajimbe
Leeftijd: 62 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 89
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 18:14 Onderwerp: |
|
|
Volgens mij zijn de kennelijke verschrijvingen die de rechter verbeterd mag lezen beperkt tot (schrijf)fouten die er niet wezenlijk toe doen, en waarbij de verdachte niet in zijn verdediging wordt geschaad, indien de rechter zulks verbeterd leest. Ik denk dan met name aan spellingsfouten, zelfs waarbij de naam enigszins fout is gespeld (Jan de Boef i.p.v. Jan de Boer). Een onjuiste tijd of plaats van het tll delict is wel wezenlijk, en hier moet de OvJ schriftelijk een wijziging vorderen. Tot zover zijn we het dus wel eens.
In het werkboek Inleiding Strafrecht van de OU staat een casus beschreven over een diefstal, waarbij de verdachte wordt vrijgesproken, omdat de diefstal niet in plaats A, maar in B heeft plaatsgevonden. De vraag of de OvJ opnieuw mag vervolgen, door nu in de tll plaats B te vermelden, wordt ontkennend beantwoord, omdat de rechter het feit al materieel heeft beslist.
bona fides schreef: | ... volgt m.i. uit art. 348 Sv: de rechtbank onderzoekt op de grondslag van de tenlastelegging of het OM ontvankelijk is. |
Je vergeet het tweede gedeelte van de eerste volzin van art. 348 Sv:
<...> en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting <...>
Hieruit volgt dat indien niet reeds uit de tenlastelegging volgt dat over het feit al onherroepelijk is beslist, dit nog kan volgen uit het bewijsaanbod, of andere ter zitting geconstateerde feiten. De OvJ zal dan alsnog niet-ontvankelijk verklaard moeten worden, ook al is er al een aanvang gemaakt met de materiele vragen.
bona fides schreef: | Of een nieuwe vervolging is mogelijk, of een wijziging van de tll is mogelijk. |
Dat is ongeveer wat ik in mijn eerste antwoord aangaf; de OvJ vordert wijziging van de tll, en indien die vordering wordt afgewezen, kan de OvJ na niet-ontvankelijk te zijn verklaard, opnieuw vervolgen, met verbetering van de tenlastelegging. (De casus van TS)
Als in het vb van bona fides, waarbij van verjaring geen sprake is, de wijzigingsvordering onverhoopt werd afgewezen, en de rechter een einduitspraak over het feit heeft gedaan, staat slechts hoger beroep open, met name tegen het tussenvonnis inzake de afwijzing van de wijzigingsvordering. Een nieuwe vervolging op grond van de stelling dat het een ander feit betreft, zal als het goed is, snel stuk lopen. Tenzij het inderdaad twee verschillende feiten betreft, die sterk op elkaar lijken. OvJ zal dan wel de nodige bewijsproblemen hebben. _________________ Mensen zijn graag geboeid, maar niet graag gebonden. (Alexander Pola) |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 19:12 Onderwerp: |
|
|
elmajimbe schreef: | In het werkboek Inleiding Strafrecht van de OU staat een casus beschreven over een diefstal, waarbij de verdachte wordt vrijgesproken, omdat de diefstal niet in plaats A, maar in B heeft plaatsgevonden. De vraag of de OvJ opnieuw mag vervolgen, door nu in de tll plaats B te vermelden, wordt ontkennend beantwoord, omdat de rechter het feit al materieel heeft beslist. |
Volgens Corstens zal er in het algemeen sprake moeten zijn van identiteit van plaats en tijd.
Corstens schreef: | In het algemeen, immers één delict kan soms op verschillende plaatsen gepleegd worden (denk aan oplichting, waarbij zowel de plaats waar de verdachte als die waar de opgelichte zich bevindt als loci delicti kunnen gelden) of zich in de tijd uitstrekken (denk aan wederrechtelijk vertoeven bij art. 138 Sr of in strijd met een wettelijke verplichting als bedrijf zijn gevestigd zonder vergunning). |
Die uitzonderingen doen zich hier niet voor, noch in de casus, noch in mijn voorbeeld, noch in jouw voorbeeld.
Ik zou daarom denken dat Groningen niet door Maastricht mag worden vervangen. Wel kan ik me voorstellen dat "te Groningen, althans in Nederland" mag worden vervangen door "te Maastricht, althans in Nederland".
elmajimbe schreef: | bona fides schreef: | ... volgt m.i. uit art. 348 Sv: de rechtbank onderzoekt op de grondslag van de tenlastelegging of het OM ontvankelijk is. |
Je vergeet het tweede gedeelte van de eerste volzin van art. 348 Sv:
<...> en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting <...>
Hieruit volgt dat indien niet reeds uit de tenlastelegging volgt dat over het feit al onherroepelijk is beslist, dit nog kan volgen uit het bewijsaanbod, of andere ter zitting geconstateerde feiten. De OvJ zal dan alsnog niet-ontvankelijk verklaard moeten worden, ook al is er al een aanvang gemaakt met de materiele vragen. |
Maar er is een verschil tussen "op de grondslag van" en "naar aanleiding van". Bij een tweede vervolging zal natuurlijk ook niet aan de tll kunnen worden gezien waar de eerste vervolging over ging. Echter, of er wordt vervolgd voor een feit waarover al eerder inhoudelijk is beslist, kan m.i. alleen worden bepaald aan de hand van wat ten laste is gelegd en niet aan de hand van de inhoud van de bewijsstukken. De bewijsstukken komen ook pas bij art. 350 Sv aan de orde. De vraag is of de verdachte een verwijt wordt gemaakt (neergelegd in de tll) waarover al inhoudelijk is beslist. De vraag is niet of de gedraging die op grond van de bewijsstukken kan worden bewezen een gedraging is waarover al eerder inhoudelijk is beslist. Dus als de verdachte in de tll wordt verweten in 2000 iets te hebben gedaan, kan een (hypothetische) eerdere vervolging ten aanzien van een gedraging uit 2006 geen reden zijn voor niet-ontvankelijkheid, ook niet als de bewijsstukken die het OM inbrengt dezelfde zijn als voor die eerdere vervolging. Hieruit volgt, via art. 313 lid 2 Sv, dat de tll niet kan worden gewijzigd van 2000 naar 2006 (ook niet als we die eerdere vervolging weer wegdenken).
Quote: | bona fides schreef: | Of een nieuwe vervolging is mogelijk, of een wijziging van de tll is mogelijk. |
Dat is ongeveer wat ik in mijn eerste antwoord aangaf; de OvJ vordert wijziging van de tll, en indien die vordering wordt afgewezen, kan de OvJ na niet-ontvankelijk te zijn verklaard, opnieuw vervolgen, met verbetering van de tenlastelegging. (De casus van TS) |
Klopt, en dat had ik dus ook al aangegeven in mijn antwoord van 29 mei, 16:55. Maar wat ik nu bedoel is dat het systeem mij netjes sluitend lijkt en ik geen reden zie waarom dit de bescherming van art. 68 Sr te veel zou aantasten ("zou zwaar onder druk komen te staan"). Het is juist dat (met mijn interpretatie van art. 68 Sr) het OM eenvoudig opnieuw kan vervolgen door een andere datum op te geven, maar zo'n vervolging loopt natuurlijk per definitie stuk als op die andere datum niets bewijsbaars is voorgevallen. Het OM doet dat dus niet.
Quote: | Als in het vb van bona fides, waarbij van verjaring geen sprake is, de wijzigingsvordering onverhoopt werd afgewezen, en de rechter een einduitspraak over het feit heeft gedaan, staat slechts hoger beroep open, met name tegen het tussenvonnis inzake de afwijzing van de wijzigingsvordering. Een nieuwe vervolging op grond van de stelling dat het een ander feit betreft, zal als het goed is, snel stuk lopen. |
Nee. Als een wijzigingsvordering stukloopt, is dat omdat het niet om hetzelfde feit gaat, en dan is per definitie een nieuwe vervolging mogelijk.
Als je bedoelt dat een tweede vervolging kan stuklopen als de wijzigingsvordering in de eerste rechtszaak ten onrechte wordt afgewezen, dan heb je wellicht een punt. In theorie kan het OM in twijfelgevallen zich gedwongen voelen om tot aan de HR door te procederen, alleen om zekerheid te krijgen dat het niet per ongeluk toch om hetzelfde feit gaat. Maar goed, dat probleem is inherent aan het systeem van art. 68 Sr / art. 313 lid 2 Sv en niet afhankelijk van waar de grenzen van "hetzelfde feit" precies liggen. Ik neem aan dat een rechter niet snel in een tweede vervolging tot "hetzelfde feit" zal concluderen als een wijzigingsvordering tijdens de eerste vervolging is afgewezen op "niet hetzelfde feit". Voor zover ik weet is de tweede rechter echter niet gebonden aan de beslissing van de eerdere rechter. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
elmajimbe
Leeftijd: 62 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 89
|
Geplaatst: ma 17 aug 2009 21:43 Onderwerp: |
|
|
Ten eerste, mijn dank voor het voeren van deze discussie. De mogelijkheden tot een dergelijke discussie ontbreken bij afstandsonderwijs enigszins, dus dat deze mogelijkheid zich op dit forum voordoet, waardeer ik ten zeerste.
bona fides schreef: | Maar er is een verschil tussen "op de grondslag van" en "naar aanleiding van". |
Ongetwijfeld, maar artikel 348 Sv gebruikt het voegwoord 'en', dus wordt <...> de ontvankelijkheid van den officier van justitie <...> zowel op den grondslag <...> als naar aanleiding van het onderzoek <...> onderzocht.
bona fides schreef: |
Echter, of er wordt vervolgd voor een feit waarover al eerder inhoudelijk is beslist, kan m.i. alleen worden bepaald aan de hand van wat ten laste is gelegd en niet aan de hand van de inhoud van de bewijsstukken. |
Zulks volgt mijns insziens dus niet uit art. 348 Sv.
bona fides schreef: | Hieruit volgt, via art. 313 lid 2 Sv, dat de tll niet kan worden gewijzigd van 2000 naar 2006 (ook niet als we die eerdere vervolging weer wegdenken). |
Daarbij gaat u er dus vanuit dat de mogelijkheid niet is uit te sluiten dat er twee verschillende delicten zijn gepleegd. Als ik u goed begrijp gaat u zelfs zover dat het 1e delict uit 2000, welke niet bewijsbaar was (m.n. vanwege het tijdselement), daarom ook niet eens een feitelijke gedraging op dat tijdstip (2000) behoeft te zijn geweest. Het 2e delict, onder dezelfde omstandigheden, met dezelfde bewijsmiddelen, op een ander tijdstip (2006) zou in uw ogen dan een ander feit betreffen, louter gebaseerd op het tijdselement in de tenlastelegging?
Met de voorbeeld delicten (vernieling en diefstal) is daar wellicht iets voor te zeggen. Ik denk dat de OvJ dan toch, op het art. 68 Sr verweer van verdachte, met bewijzen moet komen, dat het hier inderdaad om twee verschillende feiten gaat.
Vervang de feiten in de tenlastelegging met bv. een art. 287 Sr omschrijving. Doodslag kan niet bewezen worden als zijnde gepleegd in 2000, er is echter wel bewezen dat het slachtoffer dood is, en dat verdachte daarvoor verantwoordelijk is. OvJ kan dan niet na de vrijspraak, opnieuw vervolgen met verbetering van de datum.
Zelfs niet als met de verbeterde datum het tll wel kan worden bewezen. _________________ Mensen zijn graag geboeid, maar niet graag gebonden. (Alexander Pola) |
|
|
|
 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|