|
|
| Auteur |
Bericht |
Mrtn
Leeftijd: 41
Geslacht: 
Sterrenbeeld: 
Studieomgeving (BA): UL
Studieomgeving (MA): UL
Berichten: 98
|
 Geplaatst: vr 03 jun 2005 12:35 Onderwerp: Stuiting (verjarings termijn van 3:316 en 3:317) |
   |
|
Hoe vaak kun je de verjarings termijn van 3:316 en 3:317 stuiten? M.a.w. tot hoelang is de verjaringstermijn op te rekken?
Alvast bedankt voor de reacties! |
|
|
|
|
 |
STEAM
Berichten: 23
|
| Geplaatst: zo 12 jun 2005 19:15 Onderwerp: |
|
|
| Het lijkt mij dat je onbeperkt kunt stuiten. Is dit niet het geval dan zou het zo zijn dat de schuldenaar op een gegeven moment niet meer hoeft na te komen, terwijl de schuldeiser hier nog wel behoeft aan heeft. |
|
|
|
|
|
Werner
Geslacht:
Berichten: 67
|
| Geplaatst: zo 24 jul 2005 1:49 Onderwerp: verjaring en verval |
|
|
Wanneer verjaring wordt gestuit begint een nieuwe verjaringstermijn. De wet kent geen beperking aan deze cyclus. Dat zou hebben gemoeten via een vervaltermijn, want die is dus niet te stuiten.
Zolang als verjaring is gestuit blijft de vordering opeisbaar. Verjaring dient er immers mede toe om de schuldenaar kenbaar te maken dat de schuldeiser nog steeds nakoming verlangt.
Een ander punt is de vraag of na bijvoorbeeld gedurende een periode van 20 jaar een vorderingsrecht steeds te hebben gestuit de schuldeiser in redelijkheid nog wel nakoming kan vorderen. Een voorbeeld: een kleine onbetaalde factuur: kun je die ondanks rechtsgeldige stuiting na 20 jaar nog vorderen? Ik zou als verweer tegen een dergelijke vordering aanvoeren dat de eerdere zogenaamde stuitingen rechtsgevolg moet worden ontzegd omdat blijkens de (proces)houding van de schuldenaar nadien er geen sprake is geweest van daadwerkelijk bedoeld voorbehoud van recht op nakoming. |
|
|
|
|
|
Edwin :-)
Leeftijd: 49
Geslacht:
Sterrenbeeld: 
Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 7
|
| Geplaatst: zo 21 aug 2005 10:15 Onderwerp: |
|
|
Ik denk dat hier een genuanceerder antwoord gegeven moet worden.
Art. 3:316 en 3:317 bevatten zelf geen verjaringstermijn. In die zin is de vraag "Hoe vaak kun je de verjarings termijn van 3:316 en 3:317 stuiten?" niet juist. De vraag zou moeten zijn: "Hoe vaak kun je de verjaringstermijn met toepassing van art. 3:316 en 3:317 stuiten".
Het antwoord op deze vraag hangt af van de rechtsgrond die aan de vordering ten grondslag ligt. Wanneer dit bijvoorbeeld een vordering uit onrechtmatige daad is verjaart de vordering in ieder geval door verloop van twintig jaar (de lange termijn). De korte termijn van vijf jaar is dus zo vaak te stuiten totdat er twintig jaar is verlopen.
_________________
grtz,
Edwin
Just remember, if the world didn't suck, we'd all fall off. |
|
|
|
|
|
|
|
