marja.verstralen
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1100
|
Geplaatst: vr 10 dec 2010 12:49 Onderwerp: Motivering levenslang |
|
|
Dag,
Ik heb een vraag over de strafmotivering in de volgende uitspraak: LJN: BC6028, Rechtbank Arnhem , 05/900230-07 en 05/509950-07 Datum uitspraak: 07-03-2008.
Het gaat om het volgende:
Verdachte wordt wegens moord, een zevental afpersingenen en een viertal brandstichtingen door de rechtbank veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Verdachte is daarvoor geobserveerd in het Pieter Baan Centrum en volledig toerekeningsvatbaar geoordeeld. De rechtbank rekent volledig toe. Verdachte gaat niet in hoger beroep.
De motivering van de levenslange gevangenisstraf van de rechtbank valt uiteen in twee onderdelen:
- Vergeldingsdeel: “Bij het hele feitencomplex op zichzelf beschouwd past naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval de maximale tijdelijke gevangenisstraf van 20 jaar die in het onderhavige geval kan worden opgelegd.”
- Recidivepreventiedeel: “Alles bijeengenomen is de rechtbank van oordeel dat een terugkeer van verdachte in de maatschappij een zo grote kans op herhaling van ernstige misdrijven verbonden is, dat het opleggen van een levenslange gevangenisstraf onontkoombaar is.”
Ik heb mijn twijfels over de motivering van het recidivepreventiedeel.
In een college van prof. mr. Y. Buruma is het volgende aan de orde geweest:
“Zodra het over risicotaxatie gaat, moet men twee basisregels voor ogen houden:
1. Het mag in een rechtsstaat niet mogelijk zijn voor een overheid een mensenleven te verwoesten louter op basis van een toekomstvoorspelling.
2. In een democratie kan het niet zo zijn dat de overheid niet ingrijpt en de ogen sluit voor wat ze kan doen met de wetenschappelijke voorspellingsmogelijkheden, als een mensenleven dreigt te worden verwoest.
Dit zijn twee regels die haaks op elkaar staan. In het eerste geval wordt iemand waarvan gedacht wordt dat hij dader zal worden, uitgeschakeld. In het tweede geval wordt iemand waarvan vermoed wordt dat hij slachtoffer zal worden, erg beschermd.”
Een veroordeling wegens recidivegevaar moet mijns inziens dus gebaseerd zijn op een op wetenschappelijk betrouwbaar onderzoek gefundeerde risicotaxatie.
Nu valt in deze zaak op dat deskundigen hebben afgezien van een dergelijke risicotaxatie.
“Gezien het bovenstaande kan er vanuit betrokkenes pathologie beredeneerd geen schatting van de kans op herhaling worden gegeven. Om deze reden wordt afgezien van gedragskundige advisering.”
De rechtbank volgt de deskundigen hierin. Vervolgens gaat de rechtbank zelf over tot inschatting van het recidivegevaar, een soort risicotaxatie op basis van uitlatingen van verdachte. De rechtbank concludeert dat sprake is van een grote kans op herhaling die een levenslange gevangenisstraf onontkoombaar maakt.
Nu is mijn vraag: mag de rechter zelfstandig overgaan tot een risicotaxatie die niet gefundeerd is op enig betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek en daar consequenties aan verbinden ten aanzien van de strafoplegging? M.a.w. is deze strafoplegging wel deugdelijk gemotiveerd?
Met vriendelijke groet,
Marja Verstralen |
|