SanRemo
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1
|
Geplaatst: za 15 jan 2011 15:28 Onderwerp: Maas in de RWN? |
|
|
Zit er een maas in de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: RWN) of zie ik iets over het hoofd? Als mijn redenering klopt is het mogelijk om in veel gevallen naast de Nederlandse nog een andere nationaliteit te bezitten.
Stel dat een meerderjarig persoon P (wonend in NL) de nationaliteit bezit van land X. Hij voldoen aan alle eisen om in aanmerking te komen voor verlening van het Nederlanderschap. Hiervoor doet hij afstand van nationaliteit X vanwege art. 9 lid 1 onder b RWN (dit kan volgens de regelgeving van land X).
Nu bezit persoon P nog alleen maar de NL nationaliteit.
Echter, land X laat het toe om haar nationaliteit te herkrijgen (dit is in veel landen mogelijk en land X heeft geen bezwaar tegen meerdere nationaliteiten van jaar burgers).
Als P dit doet verliest hij in beginsel het Nederlanderschap (art. 15 lid 1 onder a). Echter, op hem is ook art. 15 lid 2 onder b van toepassing waardoor hij beide nationaliteiten kan behouden (tot zijn vijfde levensjaar heeft hij in land X gewoond).
Overigens is de uitzondering van art. 15A RWN niet van toepassing, omdat land X geen partij is bij het vermelde Verdrag.
Het enige wat hieraan in de weg kan staat is art. 15 lid 1 onder d. Dit artikel bepaalt dat het Nederlanderschap verloren kan gaan door intrekking van het besluit waarbij het Nederlanderschap is verleend, indien de betrokkene heeft nagelaten na de totstandkoming van zijn naturalisatie al het mogelijke te doen om zijn oorspronkelijke nationaliteit te verliezen.
Is art. 15 lid 1 onder d een duurverplichting of een eenmalige verplichting om "na de totstandkoming van zijn naturalisatie al het mogelijke te doen om zijn oorspronkelijke nationaliteit te verliezen"?
Anders geformuleerd: kan P zich op art. 15 lid 2 onder b beroepen, of "herleeft" art. art. 15 lid 1 onder d? |
|