Filosoofje
Leeftijd: 49 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL
Berichten: 1
|
Geplaatst: vr 20 mei 2011 1:03 Onderwerp: Hulp bij uitspraak el Moumni |
|
|
Beste forumleden,
Ik wilde weten hoe het precies zat met de vrijspraak van el Moumni. De belangrijkste vraag in deze zaak: is hij vrijgesproken omdat hij beroep heeft gedaan op zijn vrijheid van godsdienst of is hij vrij gesproken omdat zijn uitspraken binnen de kaders van de wet zijn gedaan? En als dat zo was, kan iemand dus gestraft worden die geen aanspraak kan maken op de de 'vrijheid van godsdienst' voor dezelfde uitspraken?
Ik heb de casus aan een vriend (student rechten Leiden) van me voorgelegd en hij is van mening dat el Moumni weliswaar zijn uitspraken heeft gedaan met artikel 6 in de hand, maar heeft de wet niet overtreden. Ik raakte met iemand in discussie die beweert dat el Moumni alleen vrijgesproken is omdat hij religieus is en aanspraak kan maken op zijn religie als uitgangspunt.
De uitspraak is als volgt:
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte in het openbaar gedane uitlatingen, te weten zijn uitspraken in een televisieuitzending van het programma Nova op 3 mei 2001, welke uitlatingen (in Nederlandse vertaling) in essentie inhouden:
- homoseksualiteit is schadelijk voor de Nederlandse samenleving en
- homoseksualiteit is een besmettelijke ziekte,
op zich zelf genomen, zodanig kwetsend zijn voor personen met een homoseksuele gerichtheid dat die uitlatingen binnen het bereik van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht vallen. Het beledigende karakter kan evenwel aan in beginsel beledigende uitlatingen komen te ontvallen, aldus de Hoge Raad in zijn arrest van 9 januari 2001, NJ 2001, 203, wanneer die uitlatingen een godsdienstige overtuiging direct uitdrukken. Bescherming tegen een strafrechtelijke procedure kan derhalve worden ontleend aan het eveneens in de Grondwet vastgelegde recht op vrijheid van godsdienst en godsdienstbeleving.
(...)
Verdachte kan zich er dus met vrucht op beroepen dat het hem is toegestaan, op grond van het in artikel 6 van de Grondwet vastgelegde recht op vrijheid van godsdienst,
(...)
Het hof kent in dit verband in het bijzonder betekenis toe aan het feit dat de gewraakte fragmenten dienden ter aanduiding van de in de islamitische geloofsovertuiging van de verdachte verankerde opvatting omtrent het zondige karakter van de homoseksuele levenswijze, gelijk hierna wordt toegelicht.
(...)
Mede in het licht van de conclusies van genoemde deskundigen is het hof van oordeel dat de in de tenlastelegging weergegeven uitlatingen zijn aan te merken als een weergave van een in de islamitische godsdienst verankerde geloofsopvatting van verdachte.
Ik heb een aantal stukken er uitgehaald van de uitspraak waarvan mijn discussie partner zich op beroept.
Het gaat om: LJN AE1154 HB: AF0667.
Ik weet dat het lang geleden is, maar ik zou het zeer waarderen als iemand mij een antwoord zou kunnen geven. |
|