|
Auteur |
Bericht |
STEAM
Berichten: 23
|
Geplaatst: di 27 jul 2010 13:21 Onderwerp: Erfdienstbaarheid en verjaring |
|
|
Beste mensen,
Ik wil jullie graag de volgende casus voorleggen.
A en B zijn buren. A heeft een erfdienstbaarheid van overweg over een deel van het perceel van B en B heeft een erfdienstbaarheid van overweg over een deel van het perceel van A. Op enig moment neemt A het gedeelte van het perceel van B zodanig in gebruik dat het lijkt alsof dit deel bij het perceel van A gaat horen. Gelijktijdig vervalt de mogelijk voor B om gebruik van zijn erfdienstbaarheid te maken.
Kan A zich na 20 jaar (hij is immers niet te goede trouw) beroepen op eigendomsverkrijging door verjaring van de grond waarop hij eerst een erfdienstbaarheid had, maar inmiddels in bezit is genomen door hem.
Is het recht van erfdienstbaarheid dat B bezit komen te vervallen door verjaring?
Nu weet ik dat een houder in principe geen bezitter kan worden en daarom geen eigendom door verjaring kan verkrijgen. Maar ik twijfel of dit verhaal ook hier opgaat. Er is immers sprake van een ander gebruik. A was bezitter van de erfdienstbaarheid van overweg, maar heeft in de loop van de tijd de grond in gebruik genomen.
En gaat voor het einde van een erfdienstbaarheid het verhaal van bevrijdende verjaring ex art. 3:306 op?
Alvast bedankt. |
|
|
|
 |
DENNIS79
Leeftijd: 45 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 1754
|
Geplaatst: di 27 jul 2010 14:06 Onderwerp: |
|
|
Het lijkt mij dat de erfdienstbaarheid van het perceel van A ten behoeve van persoon B in ieder geval is verjaard. Indien er geen gebruik van de erfdienstbaarheid wordt gemaakt of deze feitelijk onmogelijk is geworden verjaart de erfdienstbaarheid.
De andere erfdienstbaarheid laat ik even onbesproken, daarvoor moet ik dieper in de materie duiken. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: di 27 jul 2010 14:35 Onderwerp: |
|
|
DENNIS79 schreef: | Het lijkt mij dat de erfdienstbaarheid van het perceel van A ten behoeve van persoon B in ieder geval is verjaard. Indien er geen gebruik van de erfdienstbaarheid wordt gemaakt of deze feitelijk onmogelijk is geworden verjaart de erfdienstbaarheid. |
Voor verjaring van een erfdienstbaarheid moet er sprake zijn van feitelijke onmogelijkheid van de uitoefening. Het is niet voldoende dat de erfdienstbaarheid niet wordt uitgeoefend.
Idee is dat er sprake moet zijn van een situatie die strijdig is met je recht. De bevoegdheid om aan die strijdigheid een einde te maken verjaart na verloop van tijd, waardoor het beperkte recht van rechtswege teniet gaat. Art. 3:106 jo. 306 BW. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|