|
Auteur |
Bericht |
Student85
Leeftijd: 39 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN
Berichten: 1
|
Geplaatst: vr 09 nov 2007 21:17 Onderwerp: Casus verzekeringsrecht |
|
|
Stel: A verleent een volmacht aan B tot het sluiten van verzekeringsovereenkomsten voor een bepaald bedrag en met bepaalde kenmerken. B overschrijdt vervolgens de grenzen van die volmacht bij het sluiten van een verzekering met C.
C is naaste familie van A en A is bekend met het feit dat het verzekerde object buiten de volmacht valt. Het is onbekend of A direct op de hoogte is van de gesloten overeenkomst. A is directeur van het assurantiekantoor en je moet je dus afvragen of hij ook alle gesloten overeenkomsten onder ogen krijgt (waarschijnlijk niet) of dat hij via C iets heeft gehoord en dat er daarna bellen hadden moeten gaan rinkelen bij hem.
Vervolgens lijdt C flinke schade en wil deze vergoed zien.
Het is mij duidelijk dat op grond van art. 4:79 lid 4 Wft beperkingen van de volmacht niet aan C kunnen worden tegengeworpen. Dat A dus moet uitkeren aan C.
Ik vraag mij echter af in hoeverre je iets moet doen met het feit dat C directe familie is van A en dat A zeer goed op de hoogte is van de werkelijke waarde en kenmerken van het verzekerde object.
Ik kan hierover niets vinden in titel 7.17 BW en ook niets in de Wft.
Heeft dat feit inderdaad gevolgen voor de situatie of is het niet van belang voor uitkering door A?? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: za 10 nov 2007 4:04 Onderwerp: Re: Casus verzekeringsrecht |
|
|
Student85 schreef: | Ik vraag mij echter af in hoeverre je iets moet doen met het feit dat C directe familie is van A en dat A zeer goed op de hoogte is van de werkelijke waarde en kenmerken van het verzekerde object. |
Als deze omstandigheden er al iets toe doen, dan pleiten zij ervoor dat A moet uitkeren aan C.
Je zegt zelf al dat A gezien de Wft in principe moet uitkeren aan C. (Ik neem aan dat dit klopt, heb ik verder niet gecontroleerd.)
De omstandigheden geven dus geen grond om daarvan af te wijken. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|