Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Pro_Shifty
Leeftijd: 36 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 4
|
Geplaatst: di 20 nov 2012 14:38 Onderwerp: Casus Binnentreden |
|
|
Hallo,
Vraagje. Dit betreft een casus uit de praktijk.
Melding:
Er zijn personen aan het inbreken bij onze buren. Ze hebben het raam van de achterdeur kapot gemaakt en ze hebben het raam van de schuurdeur kapot gemaakt. Ze zijn nu aan het proberen de deuren op te breken met iets.
Ik weet niet om hoeveel inbrekers het gaat.
Het betreft 12.00 uur in de middag.
Ter Plaatse:
Ter plaatse treffen we 2 verdachten welke we op heterdaad aanhouden terzake woning inbraak.
Verdachte 1 staat nog in de schuur op het moment dat wij aankomen
Verdachte 2 staat buiten met een breekijzer in zijn handen.
Twee agenten houden de beide verdachte in bedwang en Twee andere agenten besluiten de woning van de aangever/benadeelde te betreden om te kijken of er nog meer verdachten binnen in de woning zitten.
De Twee agenten gaan door het gat in het raam de woning binnen.
Binnen in de woning wordt snel gekeken in elke ruimte (Geen Doorzoeking natuurlijk) en er wordt GEEN verdachte meer aangetroffen.
Hierna verlaten de twee agenten de woning door het gat, waar ze ook door naar binnen zijn gegaan.
De bewoners van de woning zijn NIET ter plaatse op het moment dat wij de verdachten aanhouden.
Vervolg:
De bewoners worden in kennis gesteld. De woning is aan de voorzijde afgesloten en twee agenten bewaken de tuin en zorgen ervoor dat niemand de woning in kan aan de achterzijde.
De technische recherche komt Ter plaatse en stelt sporen veilig. (Glas plaat, Schoen afdrukken)
Vragen:
De recherche stelt de twee agenten de vraag op welk grond ze de woning hebben betreden en waarom ze dit gedaan hebben en niet de woning hebben "Bevroren" in afwachting van een machtiging tot binnentreden danwel dat de bewoner van het pand ter plaatse komt.
Ik betrap mij er nu zelf op dat ik dit wel een goede leer vraag vind omdat dit de praktijk is en eigenlijk HEEL vaak gebeurt.
Een aantal dingen die in mijn hoofd komen als ik aan deze casus denk.
- Zaak waarneming. De spullen van de aangever/benadeelde moeten bewaakt worden en er is mogelijk nog iemand binnen die de spullen en goederen van de aangever/benadeelde zou kunnen wegnemen/kapot maken/ etc.
- Art 2 (Ofwel art 8 ) Politiewet. Hulp verlenen aan hen die deze behoeven. Je weet immers niet of er hier sprake is van een inbraak woning danwel een overval woning, gijzeling, etc.
De aangever/benadeelde zou ook zomaar nog binnen gewond in de woning kunnen liggen.
- Je gaat ter aanhouding naar binnen. Mijn doel is om eventuele verdachten die nog aanwezig zijn in de woning aan te houden. Ik heb echter geen hard bewijs dat er daadwerkelijk nog iemand in de woning aanwezig is. Het kan echter wel natuurlijk.
Dit zijn enkele opties die mij zo in mijn hoofd schieten. Ik weet eigenlijk vrijwel zeker dat ik gewoon rechtmatig in de woning ben omdat het natuurlijk niet zo kan zijn dat ik sta te wachten en dat er binnen nog verdachten zitten die nog minuten/uren vrijuit hun gang kunnen gaan.
Ik wil dus van jullie een antwoord op mijn casus. Ik wil geen praktische oplossing want die heb ik genoeg. Ik wil een puur juridisch antwoord.
Concrete vraag:
Op welke grond kan ik de woning betreden naar aanleiding van bovenstaande casus?
Mocht iets niet duidelijk zijn dan hoor ik het wel.
Gr. |
|
|
|
 |
marja.verstralen
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1100
|
Geplaatst: di 20 nov 2012 18:21 Onderwerp: |
|
|
Ik denk op grond van art. 55 Sv io. art. 2 lid 3 Algemene Wet op het Binnentreden (Awbi). Art. 2 lid 3 Awbi bepaalt dat geen machtiging van de R-C vereist, indien ter voorkoming van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen de woning wordt binnengetreden.
In dit geval vereist ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van goederen het binnentreden. |
|
|
|
 |
Pro_Shifty
Leeftijd: 36 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 4
|
Geplaatst: di 20 nov 2012 22:57 Onderwerp: |
|
|
marja.verstralen schreef: | Ik denk op grond van art. 55 Sv io. art. 2 lid 3 Algemene Wet op het Binnentreden (Awbi). Art. 2 lid 3 Awbi bepaalt dat geen machtiging van de R-C vereist, indien ter voorkoming van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen de woning wordt binnengetreden.
In dit geval vereist ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van goederen het binnentreden. |
Bedankt |
|
|
|
 |
LM
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 569
|
Geplaatst: wo 21 nov 2012 9:15 Onderwerp: |
|
|
Een RC is sowieso niet nodig als er niet wordt gezocht. Zoekend rondkijken is toegestaan. De opties die je aanvoerd kunnen allemaal afhankelijk van de omstandigheden. Voor een aanhouding zal er wel een aanwijzing moeten zijn. Zaakwaarneming levert ook al snel een redelijke grond op. |
|
|
|
 |
LM
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 569
|
Geplaatst: wo 21 nov 2012 9:16 Onderwerp: |
|
|
Een RC is sowieso niet nodig als er niet wordt gezocht. Zoekend rondkijken is toegestaan. De opties die je aanvoerd kunnen allemaal afhankelijk van de omstandigheden. Voor een aanhouding zal er wel een aanwijzing moeten zijn. Zaakwaarneming levert ook al snel een redelijke grond op. |
|
|
|
 |
Lexus
Leeftijd: 65 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 164
|
Geplaatst: vr 23 nov 2012 22:30 Onderwerp: |
|
|
De politie is bevoegd om na een inbraak de woning te betreden als de mogelijkheid bestaat dat de inbrekers (of andere figuren) nog binnen zijn. Zelfs als de inbrekers met zekerheid al weg zijn, is de politie nog steeds bevoegd.
De bevoegdheid haal je uit art. 2 lid 3 Algemene wet op het binnentreden. Daarin is opgenomen dat die bevoegdheid bestaat om zonder schriftelijke machtiting de woning te betreden ter voorkoming van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen.
Als de inbrekers nog binnen zijn zal er weinig discussie zijn. Dan bestaat er gevaar voor personen en voor goederen. En als de inbrekers met zekerheid zijn vertrokken, bestaat dat gevaar nog steeds.
Het is immers niet uitgesloten dat er een bewoner bewusteloos binnen ligt, er kan een gaskraan zijn geopend etc.etc.
Als de politie ter aanhouding de woning willen betreden zal men in beginsel een schriftelijke machtiging moeten hebben, tenzij art. 55a lid 2 Sv van toepassing is.
Als later de recherche de woning doorzoekt ter inbeslagneming, zal er een rechter commissaris bij aanwezig moeten zijn. (art. 104-110 Sv)
tenzijn art. 97 aan de orde is. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: za 24 nov 2012 2:30 Onderwerp: |
|
|
Lexus schreef: | De politie is bevoegd om na een inbraak de woning te betreden als de mogelijkheid bestaat dat de inbrekers (of andere figuren) nog binnen zijn. Zelfs als de inbrekers met zekerheid al weg zijn, is de politie nog steeds bevoegd.
De bevoegdheid haal je uit art. 2 lid 3 Algemene wet op het binnentreden. Daarin is opgenomen dat die bevoegdheid bestaat om zonder schriftelijke machtiting de woning te betreden ter voorkoming van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen. |
De Awbi geeft nooit de bevoegdheid om (zonder toestemming) een woning om binnen te treden. Die bevoegdheid moet ergens anders op zijn gebaseerd.
De Awbi stelt voorwaarden aan het gebruik van een (bestaande) bevoegdheid tot binnentreden. Normaal gesproken is hiervoor een machtiging nodig. In het geval van art. 2 lid 3 is die machtiging niet vereist.
In het geval van art. 2 lid 3 Awbi geeft art. 8 lid 2 Politiewet de bevoegdheid:
Quote: | De ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak heeft toegang tot elke plaats, voor zover dat voor het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, redelijkerwijs nodig is. |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Lexus
Leeftijd: 65 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 164
|
Geplaatst: ma 26 nov 2012 17:48 Onderwerp: |
|
|
Bona Fidus, je hebt eenvoudigweg helemaal gelijk. Ik verwijt mezelf nu dat ik niet het woord 'mogelijkheid' gebruikte in plaats van 'bevoegdheid'.
De bevoegdheid haal je natuurlijk uit een andere wet. In dit geval is dat de Politiewet 1993, die overigens per 1 januari verandert in de Politiewet 2012.
Positief punt: zo houden we elkaar scherp. |
|
|
|
 |
ArieKanarie
Leeftijd: 36 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 331
|
Geplaatst: di 27 nov 2012 9:18 Onderwerp: |
|
|
Wellicht dat mijn aantekeningen omtrent dit onderwerp het een en ander duidelijk kunnen maken:
Quote: | Op diverse plaatsen zijn bevoegdheden toegekend aan functionarissen, de bevoegdheid tot het betreden van plaatsen en het doorzoeken daarvan. Deze dwangmiddelen zijn dienend t.a.v. andere dwangmiddelen. Je doet dit om andere bevoegdheden uit te kunnen oefenen. Je doorzoekt niet voor de lol maar om een ander dwangmiddel, bijv. inbeslagneming, te kunnen uitoefenen. Zie ook art. 96 en 96b Sv.
Zowel in het wetboek van Sv als in de bijzondere wetgeving toegekend aan opsporingsfunctionarissen. Met welk doel doorzocht mag worden blijkt uit de wet, bijv. art. 96b lid 1 Sv. Op basis van deze bepaling mag bijv. een laadruimte van een vrachtauto worden doorzocht ter inbeslagneming. Die inbeslagneming is het doel van de doorzoekingsbevoegdheid. Met een ander doel mag de opsporingsambtenaar niet doorzoeken. Die doorzoeking noemen we dan een steundwangmiddel t.o.v. inbeslagneming, het maakt inbeslagneming mogelijk.
In 1999 kwam de wetgever met een ander stelsel voor de normering van de zoekbevoegdheden. Standpunt wetgever: alle handelingen wat verder gaat dan zoekend rondkijken is een doorzoeking. Wat is dan zoekend rondkijken? Je ogen goed de kost geven. Daarbij stelde de wetgever als voorbeeld dat het openen van een niet afgesloten muurkast als doorzoeken moet worden aangemerkt. Om dus zo’n ongesloten kast die ergens hangt te kunnen openen met de vraag of zich daar iets is wat in bevindt wat in beslag kan worden genomen heb je naar huidig recht een doorzoekingsbevoegdheid nodig. Onder het oude recht kon dat dus anders liggen. Daar hing het van de omstandigheden af of dat als huiszoeking moest worden aangemerkt. Het incidenteel openen van een niet afgesloten kastje was nog geen huiszoeking. Voor zover een plaats mag worden betreden dan is dat zoekend rondkijken gekoppeld aan de betredingsbevoegdheid. Die legitimeert die zwakke vorm van zoeken. Maar ook niet meer dan dat. Je mag geen kastjes openen want daarvoor heb je die doorzoekingsbevoegdheid nodig. De wet moet daartoe legitimeren.
Art. 96 en 96b Sv. De opsporingsambtenaar mag ook plaatsen betreden. Op grond van die bepaling mag je dus ook je ogen goed de kost geven. Je mag zoekend rond kijken met de handen op de rug. Tref je met je ogen voor de hand liggende voor inbeslagneming vatbare voorwerpen dan mogen die op grond van art. 96 Sv in beslag worden genomen. Vermoed de opsporingsambtenaar dat er meer drugs aanwezig is dan moet hij niet meer dan zoekend rondkijken, want art. 96 Sv heeft het over betreden. Je mag dan nog wel het toilet o.i.d. opzoeken om daar zoekend rond te gaan kijken. Zodra er kasten op laatjes geopend moeten worden, zelfs als ze niet op slot zijn, dan mag de opsporingsambtenaar niet verder gaan. Wat moet je dan doen als opsporingsambtenaar als je denkt dat er veel meer aanwezig is? De bewoner vragen of je het mag openen. Vragen staat vrij. Stel de verdachte zegt dat het niet mag. Wat dan? Moet je dan maar denken: pech? Zie art. 96 lid 2 Sv. Je kunt de zaak ‘bevriezen’. Wie is de ambtenaar die mag doorzoeken? De r-c en in bepaalde gevallen zou dat de OvJ kunnen zijn.
Zoekend rondkijken mag wel, doorzoeken niet. Het betreden van plaatsen mag in beginsel niet zonder meer. Het is gekoppeld aan een doel. Je wilt op die betreden plaats een zekere opsporingshandeling verrichten. Dus ook hier weer een steundwangmiddel t.o.v. een andere bevoegdheid dan wel een andere dwangmiddel, bijv. ter inbeslagneming of ter aanhouding. Soms is die betredingsbevoegdheid expliciet toegekend ter doorzoeking. Maar meestal impliceert een doorzoekingsbevoegdheid ook een betredingsbevoegdheid, bijv. art. 55 Sv. Een ieder mag iedere plaats betreden ter aanhouding. Dat zijn wij burgers dus ook (art. 53 Sv). Opsporingsambtenaren mogen elke plaats betreden (lid 2) ter aanhouding. Dus ook woning. Elke plaats is elke plaats.
Wat is betreden of binnentreden? Dat is binnenkomen. Eenmaal binnen mag je doen wat de wet je toetstaat, bijv. aanhouden, in beslag nemen. Wat zijn nou plaatsen? Elke denkbare plaats, bijv. een woning, auto, camper, fabrieksruimte, winkelpand, kerk, ziekenhuis, vergaderzaal provinciale staten, etc. Ook de vertrekken binnen zo’n plaats. Een type plaats is met meer waarborgen omkleedt dan enig andere plaats, de woning. In sommige gevallen is het betreden van woningen zelfs uitgesloten. Zie art. 55 lid 1 Sv. Je mag als burger aanhouden maar niet de woning betreden. Die bijzondere positie van de woning volgt tot aan art. 12 lid 1 Gw (bescherming van het huisrecht, specifiek onderdeel van het recht op privacy). De leden 2 en 3 kennen nog meer waarborgen. De uitwerking vind je weer in de formele wetgeving, de algemene wet op het binnentreden. Het begrip woning is het centrale begrip in die wet, die moet worden uitgelegd. Is iets een woning of niet? Bezit of eigendom is niet doorslaggevend. Het gebruik van een zekere plaats als woning is beslissend. Het maakt niet uit of die bewoner rechtmatig in die woning verblijft, bijv. permanent verblijven in een recreatiewoning en het kraken van woningen. Je moet je er van vergewissen of de betreden plaats een woning is of niet. Daarbij geldt steeds dat de subjectieve oordeel van die opsporingsambtenaar nooit beslissend is. De strafrecht kan achteraf op de zitting op objectieve gronden oordelen dat toch sprake was van een woning. De rechter kan daarmee zeggen dat de opsporingsambtenaren de regels van de awbi in acht had moeten nemen. Er kan achteraf sprake zijn geweest van het onrechtmatig binnentreden van een woning. Consequenties: art. 359a Sv bewijsuitsluiting? Volgens rechtspraak is het niet per se zo dat de rechter tot bewijsuitsluiting zal komen als achteraf blijkt dat de woning onrechtmatig is betreden. Voor bewijsuitsluiting is in beginsel geen plaats als de verbalisanten op grond van de wijze waarop het pand zich aan hen aandiende en hetgeen hen overigens bekend was omtrent dat pand als zij op basis daarvan op redelijke wijze hebben mogen aannemen dat van een woning geen sprake was). Als op het moment vlak voor het binnentreden van een pand een goed en degelijk onderzoek is gedaan en de conclusie was dat er geen sprake was van een woning en vervolgens gaan binnentreden en in beslag nemen, als dan op de zitting blijkt dat het toch bewoond was dan heb je achteraf toch te maken met een met de wet strijdige onderzoekshandeling. De rechter gaat dan niet over tot bewijsuitsluiting. Waar zou je dan wel voor kunnen kiezen? Strafvermindering of de gewone constatering. Op het binnentreden rust wel een onderzoeksplicht.
Diverse plaatsen kunnen als een woning worden aangemerkt, bijv. een camper, een tent, een caravan, etc. Een kelder (tenzij gemeenschappelijk) hoort wel tot de woning, een schuurtje in beginsel niet, tenzij het aan de woning is verbonden. Trapportaal van een flat? Nee, gemeenschappelijke ruimte. Tuin? Dat is de vraag. Hoe zit het dan met het afgraven van een tuin? Waarop baseer je dat dan? Dat is dan geen doorzoeken als het niet tot de woning behoort. Op art. 141 Sv? Denk daar zelf over na.
De algemene wet op het binnentreden maakt enerzijds onderscheid tussen binnentreden zonder toestemming van de bewoner en anderzijds elk ander binnentreden. Wie is dan de bewoner? Degene wiens privéleven op die plaats afspeelt. Art. 1 lid 1 Awbi, uitwerking art. 12 Gw. Legitimeren en doel binnentreden mededelen. Ook met toestemming bewoner. Wat is nou binnentreden? Ergens binnenkomen. Het gaat steeds om de feitelijke begrenzing van de woning die wordt overschreden. Het arm-arrest: een deel van de arm van een opsporingsambtenaar bevindt zich binnen de woning (door de deuropening) dan is al sprake van binnentreden. Lid 2, uitzonderingen op lid 1. Als je van plan bent om met toestemming van de bewoner binnen te treden dan moet je vooraf toestemming vragen. Die toestemming moet blijken. Die moet duidelijk zijn. Dat is wat anders dan de vrijwillige medewerking bij toepassing van dwangmiddelen. Dit is een iets andere benadering, die toestemming moet vol en duidelijk blijken. Wat nou als je meerdere bewoners hebt? Als een bewoner toestemming geeft dan mag je er van uit gaan dat de rest ook akkoord is. Geeft een geen toestemming dan prevaleert dat laatste weer. Art. 2 betreft het meest spannende: binnentreden zonder toestemming dan is een schriftelijke machtiging nodig. Daarnaast moet er een bevoegdheid zijn om te mogen betreden. Die machtiging moet vooraf worden verstrekt. Moet die machtiging altijd worden verstrekt? Dat hangt af van de persoon die binnen treedt. Voor ons van belang: de OvJ heeft geen machtiging op grond van de Awbi nodig. De gewone politieman heeft wel machtiging nodig. Ook de hulpOvJ heeft een machtiging nodig als hij op grond van een wet bevoegd zou zijn een woning te betreden. Ook geen machtiging nodig i.g.v. art. 2 lid 3, de brandweerman. Er is nog een derde belangrijke geval waarin geen machtiging nodig is in de zin van art 2 lid 1 Awbi. Dat is de situatie waarin de wet expliciet afwijkt van de Awbi. Dan moet je puzzelen en goed lezen. Vb. art. 55a lid 2, 97 lid 4 Sv. Dat zijn gevallen waarin op grond van het WvSv reeds een machtiging moet worden verstrekt voor een bepaalde handeling. Art. 55a lid 1 Sv bij dringende noodzakelijkheid geen machtiging vereist. Dat levert een puzzeltje op, als die machtiging wegvalt moet je wel weer die machtiging van de Awbi nodig. Die machtigingen in de Sv zijn andere machtigingen dan in de Awbi. Nog zo’n uitzondering vind je in art. 97 lid 4 Sv.
Wie zijn nou bevoegd tot het geven van een machtiging? Art. 3 leden 1 en 3 Awbi. Zou je jezelf kunnen machtig? Een hulpOvJ die een aantal blanco machtigingsformulieren in zijn auto heeft liggen. Mag dat? In zijn algemeenheid wordt gezegd dat een hulpOvJ zichzelf mag machtigen. De Hoge Raad heeft er een keer over gesproken, NJ 1985, 145. LJN: AW6508. Rb. Amsterdam vind het geen probleem. Lid 3 van artikel 3, afgeven machtiging is nooit een plicht. Je moet altijd blijven afwegen. Als opsporingsambtenaar kun je soms nul op je rekest krijgen. Art. 4 maakt duidelijk dat zo’n machtiging tot binnentreden alleen mag worden afgegeven aan personen die bevoegd zijn verklaard. Dat is onderdeel van de toets. |
|
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|