|
Auteur |
Bericht |
wgroen
Leeftijd: 43 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 5
|
Geplaatst: wo 28 jan 2009 22:40 Onderwerp: Appelverlof |
|
|
De Wet stroomlijnen hoger beroep heeft ervoor gezorgd dat het appelverlof is ingevoerd.
Het appelverlof zorgt ervoor dat in kleine strafzaken (overtredingen en lichte misdrijven welke worden bestrafd met een boete van maximaal 500,00 euro) het appel alleen behandeld wordt als de voorzitter meent dat dit in het belang van een goede rechtsbedeling vereist is.
Kan iemand mij een aantal voorbeelden geven wanneer hier sprake van is?
In artikel 14, lid 5 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten staat echter het volgende vermeld:
'een ieder die wegens een strafbaar feit is veroordeeld heeft het recht de schuldigverklaring en veroordeling opnieuw te doen beoordelen door een hoger rechtscollege overeenkomstig de wet'.
Als je het verlofstelsel bekijkt, dan zou je het standpunt in kunnen nemen dat indien het verzoek om verlof wordt afgewezen, de verdachte geen mogelijkheid heeft om de zaak na veroordeling aan een hoger rechtscollege voor te leggen.
Wat ik mij afvraag is het volgende: In hoeverre is het verlofstelsel in strijd met het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten? |
|
|
|
 |
MaxForce
Leeftijd: 40 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UM Studieomgeving (MA): UM Berichten: 96
|
Geplaatst: do 29 jan 2009 0:03 Onderwerp: |
|
|
Er zijn gerust zaken waarbij een straf wordt opgelegd van minder dan 500,00€ boete. Van belang is overigens dat het hier niet enkel om lichte vergrijpen gaat. Het voorgestelde verlofstelsel betreft feiten waar vier jaar of minder op staat en waarvoor een boete van maximaal 500 euro is opgelegd. Het is de rechter die bepaalt welke straf opgelegd wordt.
Denk bijvoorbeeld aan zaken als kleinschalige vernieling, lichte mishandeling, verkeersovertredingen etc. Dat zijn toch hoofdzakelijk zaken waar de straf niet al te fors zal zijn.
Het ingevoerde verlofstelsel wordt geacht niet strijdig te zijn met het IVBPR, of het EVRM. De voorzitter van het gerechtshof dient af te wegen of al dan niet verlof verleend wordt. Dat is geen beperkte toetsing. Bovendien heeft de voorzitter alle stukken van het geding tot zijn beschikkingen, waaronder ook de schriftuur van de verdachte waarom hij in beroep is gegaan. De voorzitter zal zich ervan vergewissen dat de rechten van de verdachte ingevolge artikel 6 EVRM en artikel 14 IVBPR worden nagekomen. Bij mogelijke schending zal hij verlof verlenen. Die toetsing door de voorzitter moet gezien worden als 'een hogere voorziening'.
In overige Europese landen bestaat een dergelijk stelsel al langer, zij het in een iets andere vorm. Zie bijvoorbeeld Denemarken en Finland, maar ook het Verenigd Koninkrijk. _________________ "Auch der Beschränkte, Unwissende, Unbesonnene faßt leicht und lebhaft eine subjektive Überzeugung. Aber je leichter er sie fäßt, desto mehr hat man Ursache, ihr zu mißtrauen." |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: do 29 jan 2009 2:35 Onderwerp: |
|
|
Zie ook deze draad. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Paulien1977
Leeftijd: 47 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 4
|
Geplaatst: do 29 jan 2009 16:44 Onderwerp: |
|
|
In antwoord op je vraag: in de Memorie van Toelichting over de Wet Stroomlijnen Hoger Beroep staan een aantal voorbeelden aangaande het verlenen van appelverlof zonder meer:
- De inleidende dagvaarding is (vermoedelijk) nietig;
- De rechtbank heeft zich (vermoedelijk) ten onrechte bevoegd geacht;
- De Officier van Justitie is (vermoedelijk) ten onrechte ontvankelijk geacht in de vervolging;
- Aannemelijk is dat de gedraging niet is verricht of dat de veroordeelde de gestelde gedraging niet heeft verricht;
- Aannemelijk is dat een beroep op een strafuitsluitingsgrond kans van slagen heeft;
- Aannemelijk is dat de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden het opleggen van de geldboete niet billijken dan wel dat de rechter, gelet op de omstandigheden waarin de betrokkene verkeert, een lager of hoger bedrag had moeten vaststellen.
Artikel 14, lid 5, IVBPR staat er niet aan in de weg dat op het recht op hoger beroep een uitzondering wordt gemaakt voor bagatelzaken, zo wordt in het algemeen aangenomen. In artikel 2 van het zevende protocol bij het EVRM is een overeenkomstige bepaling als in artikel 14, vijfde lid, IVBPR neergelegd, waarbij is aangegeven dat in bepaalde gevallen het recht op hoger beroep mag worden beperkt. Ook volgens deze regel is berechting in een instantie in bagatelzaken toelaatbaar. Dit artikel is voor Nederland trouwens niet van kracht.
Naast de bagatelzaken zijn er ook nog zaken waarvoor het verlofstelsel is opgericht (zaken van beperkte omvang en een relatief gering belang). Voor deze zaken is een berechting in twee volledig feitelijke instanties geen vanzelfsprekendheid, maar gezien de in het geding zijnde belangen is er toch behoefte aan een soort ‘veiligheidsklep’ hetgeen het appelverlof vormt. |
|
|
|
 |
|