Discendo discimus
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): Studieomgeving (MA): Berichten: 5
|
Geplaatst: wo 02 jan 2013 4:11 Onderwerp: Aansprakelijkheid zijdelingse dader |
|
|
Dag allen,
Ik zou graag jullie visie willen op onderstaande casus, ik ben zelf onderzoek aan het doen naar dit onderwerp en wil graag verschillende meningen horen. Het is niet mijn bedoeling dat jullie mijn onderzoek doen, ik wil graag weten of jullie er net zo over denken, of wat jullie anders zouden doen;
Op een spoorwegoverweg wordt een automobilist door een trein aangereden. En de automobilist verklaard dat zij de trein niet kon zien naderen door de hoge bomen en struiken.
De automobilist wordt aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat zij een niet gemotoriseerd voertuig aanrijd ( artikel 185 WVW) en zij heeft de overweg niet tijdig verlaten (art 15a RVV 1990)
Nu blijkt dat de overweg zelf in orde is, maar de omgeving niet. Waardoor er weinig zicht was op eventuele naderende treinen (art 21 Spww).
Kan de spoorwegbeheerder (volgens jullie) aansprakelijk gesteld worden voor de schade van de bestuurster als zij op de hoogte waren van de concrete aanwijzingen van de wetsovertreding?
De vordering zal dan gebaseerd zijn op de stelling dat de spoorwegbeheerder gefaald heeft bij het toezichthouden op de veiligheid bij de overweg en dat door deze nalatigheid tot schadevergoeding wordt verplicht.
Echter de drempel voor een onrechtmatige overheidsdaad liggen erg hoog.
Als het gevaar bekend is en er wordt niet, niet tijdig of niet adequaat gehandeld dan kan er sprake zijn van een onrechtmatige overheidsdaad. Echter het niet nemen van passende maatregelen betekent niet dat er direct sprake is van onzorgvuldig handelen. (dat is natuurlijk weer afhankelijk van welke maatregel je mag verwachten in zo'n situatie)
Echter waar ik mijn vragen bij heb is de relativiteitsvereiste (art 6:163 BW).
Het geschonden norm (art 21 Spww) dient te strekken tot de bescherming tegen schade zoals benadeelde die heeft geleden (Arrest Duwbak Linda). Art 21 Spww dient om naderende treinen tijdig op te merken, maar ook om tijdig naderende automobilisten op te merken, dus de schade die daar uit voortvloeit kan onder de strekking vallen als de partijen elkaar niet kunnen zien naderen. (over deze invulling valt overigens te discussieren!)
Daarnaast val ik over het arrest Vie d'Or, waarbij het Hof de mogelijkheid tot aansprakelijkheid van de overheid beperkt naar een bepaalbare groep benadeelden..Je kan invullen spoorweggebruikers en weggebruikers, maar dat kan eigenlijk iedereen zijn...is het dan nog bepaalbaar?
Als dit geen bepaalbare groep is, dan kom je uit dat de overheid bijna onaantastelijk is als het gaat om falend toezicht, wat wellicht weer de EHRM schendt.
Hoe zien jullie de aansprakelijkheid van de beheerder/toezichthouder en hoe zouden jullie de relativiteitsvereisten invullen?
Dit was het in het kort... Ik hoop dat jullie er wijs uit kunnen worden..vragen over onduidelijkheden kunnen ook gesteld worden, deze beantwoord ik graag!
Alsvast bedankt! |
|