Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 2 van 2 |
Ga naar pagina Vorige 1, 2 |
|
Auteur |
Bericht |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: vr 06 okt 2006 14:58 Onderwerp: |
|
|
Guillaume58 schreef: | Hoe sterk is de "regel" dat een wn zijn bovenwettelijke verlofaanspraken 5 jaar mag sparen? |
Zie de reactie van LeChat, de werkgever heeft het volste recht om ervoor te zorgen dat het zover niet komt. Hetzij door de werknemer te verplichten de dagen op te nemen, hetzij door ze af te kopen voor zover ze bovenwettelijk zijn.
Afkopen van de wettelijke vakantiedagen is niet mogelijk, zelfs niet als de CAO anders bepaald, ivm een vrij recente uitspraak van het HvJ-EG. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: do 22 apr 2010 23:37 Onderwerp: |
|
|
Het lijkt mij dat niet zo simpel is als hier boven gesteld wordt. Het equivalent van de werkgever die bepaald of en wanneer iemand vrij moet hebben, is de werkgever die bepaald hoe iemand zijn salaris moet besteden. Dat lijkt mij niet geoorloofd.
Artikel 638 lid 2 BW (Geldend op 22-04-2006) schreef: | Voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien bij schriftelijke overeenkomst dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of de wet, stelt de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. |
LJN: BK8474 schreef: | 3.2 De literatuur is verdeeld over de vraag of bij CAO kan worden afgeweken van de wijze waarop de vakantie wordt vastgesteld. De tekst van artikel 7:638 lid 2 BW luidt: “voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien (…) bij of krachtens CAO (…)” en niet: “voorzover in de wijze van vaststelling van de vakantie niet is voorzien (…)”. Funke vermoedt dat het niet opnemen van de woorden “in de wijze van” geen bewuste keuze van de wetgever is geweest, maar dat de woorden “voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien” rechtstreeks zijn overgenomen uit het oude wetsartikel. Ook Boot en Lange menen dat de tekst van artikel 7:638 lid 2 BW een contractuele afwijking van de wijze van vaststellen niet uitsluit. Het lijkt hen echter niet in overeenstemming met de bedoeling van de nieuwe wet noch met het dwingende en werknemersbeschermende karakter daarvan, als de aanwijzingsbevoegdheid van de werknemer op die manier bij aanvang van de arbeidsovereenkomst gemakkelijk zou kunnen worden weggecontracteerd.
3.3 Uit de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van de vakantieregeling blijkt dat volgens de regering de toenmalige vakantiewetgeving, die beoogt de werknemer te beschermen en daarom overwegend dwingendrechtelijk van karakter is, niet de flexibiliteit biedt om te voorzien in de behoefte vakantierechten te sparen voor onder andere studie, langdurend verlof en pensionering. Onder de oude wetgeving kan de werkgever de werknemer verplichten zijn vakantieaanspraken volledig of nagenoeg volledig op te nemen, hetgeen een belemmering kan zijn voor de werknemer die verlof wil sparen. De bedoeling van de wetswijziging is om werkgevers en werknemers de mogelijkheid te geven maatwerk tot stand te brengen in de onderneming, waarbij de overheid zorgt voor minimumnormen en –voorzieningen. De regering hanteert daarbij de volgende uitgangspunten:- een vakantieregeling die enerzijds waarborgen moet bevatten dat aan het arbeidsbeschermende doel van vakantie, de recuperatiefunctie, geen afbreuk wordt gedaan;
- een vakantieregeling die anderzijds ruimte moet bieden om wensen op het terrein van educatief verlof, vervroegde pensionering, zorgtaken enz. te realiseren;
- een vakantieregeling die meer flexibiliteit aan werkgever en werknemer moet bieden om te kunnen komen tot op hun wensen toegesneden afspraken;
- een vakantieregeling die moet voldoen aan internationale verplichtingen (m.n. de wettelijke minimumvakantie van tenminste vier weken).
Het eerste en het vierde uitgangspunt leiden tot een dwingendrechtelijk regime voor het aantal vakantiedagen dat nodig wordt geacht om de recuperatie-functie veilig te stellen en dat vastgelegd is in artikel 7:634 lid 1 BW, de minimum-vakantie. Daarnaast wordt een regime voorgesteld voor de bovenwettelijke dagen, dat voldoende ruimte biedt om aan het tweede en derde uitgangspunt te voldoen.
Bij de nieuwe regeling voor het vaststellen en opnemen van vakantiedagen worden de volgende belangen op elkaar afgestemd:- de recuperatiefunctie van de vakantie;
- de werknemer die jaarlijks een deel van zijn vakantierechten wil opnemen;
- de werknemer die een deel van zijn vakantieaanspraken wil gebruiken voor het sparen voor langdurend verlof;
- de werkgever die in verband met de bedrijfsvoering belang heeft bij het jaarlijks opnemen van een deel van de vakantierechten door de werknemer.
Op vragen van Kamerleden of juist is dat op grond van artikel 7:638 BW de werkgever geen vakantie kan vaststellen als de werknemer daartoe geen verzoek indient, en zo ja of hiermee geen afbreuk wordt gedaan aan de recuperatiefunctie en het feit dat ook de werkgever om verschillende redenen belang kan hebben bij het vaststellen van de vakantie, antwoordt de regering onder meer: “Aan de voorgestelde wijziging van de vakantiewetgeving ligt de gedachte ten grondslag dat werknemers en ook werkgevers meer ruimte moet worden geboden, al naar gelang de behoeften en omstandigheden, om afspraken te maken over het opnemen van vakantie, om tot maatwerk te komen, om daarin hun eigen verantwoordelijkheid vorm te kunnen geven. Daarin past niet een verplichting voor werknemers om een minimumvakantie op te nemen, noch een recht voor de werkgever om eenzijdig een vakantie op te leggen. In zijn algemeenheid zullen zich geen problemen voordoen en zullen werkgever en werknemer in goed overleg tot afspraken komen die voor beide partijen aanvaardbaar zijn.” |
In deze zaak oordeelde de rechter overgens dat deze werkgever wel bevoegd was om niet opgenomen verlof dagen uit het vorige jaar. De werkgever wilde overcapaciteit in het 1ste kwartaal terug te dringen. En er was een regeling getroffen in de CAO die aan de geest van de wet recht deed. Ook bedroeg het aantal verlofdagen in 2008 niet meer dan 2 dagen per werknemer. _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
DENNIS79
Leeftijd: 45 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 1754
|
Geplaatst: vr 23 apr 2010 11:23 Onderwerp: |
|
|
Artikel 7:638 lid 2 BW (Geldend op 22-04-2006) schreef: | Voorzover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien bij schriftelijke overeenkomst dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of de wet, stelt de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. |
In geval van gewichtige redenen hoeft de werkgever geen rekening te houden met de wensen van de werknemer.
Artikel 7:638 lid 3 BW schreef: | In geval van gewichtige redenen wordt de vakantie op zodanige wijze vastgesteld dat de werknemer desverlangd, voorzover zijn aanspraak daartoe toereikend is, gedurende twee opeenvolgende weken of tweemaal een week geen arbeid behoeft te verrichten. |
Tekst en Commentaar zegt hierover dat bijvoorbeeld het voorkomen van een verlofstuwmeer een gewichtige reden kan zijn. Een verlofstuwmeer ontstaat wanneer iemand vakantieuren meeneemt naar een volgend jaar en in dat jaar meer verlof heeft "staan" dan dat zijn jaarrecht groot is.
Artikel 7:638 lid 4 BW schreef: | De werkgever stelt de vakantie zo tijdig vast dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de besteding van de vakantie. |
Die vakantie moet wel tijdig vastgesteld zijn, zodat de werknemer leuke dingen kan plannen in zijn vakantie. Het is -volgens mij- zelfs zo dat de werknemer ook de vastgestelde vakantietijd mag verplaatsen naar een ander tijdvak, tenzij (andere) gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Hij mag de vakantietijd echter niet annuleren, zodat de vakantie niet onbeperkt opgespaard kan worden. |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: vr 23 apr 2010 14:18 Onderwerp: |
|
|
DENNIS79 schreef: | Tekst en Commentaar zegt hierover dat bijvoorbeeld het voorkomen van een verlofstuwmeer een gewichtige reden kan zijn. Een verlofstuwmeer ontstaat wanneer iemand vakantieuren meeneemt naar een volgend jaar en in dat jaar meer verlof heeft "staan" dan dat zijn jaarrecht groot is. |
Wat is het concrete probleem precies met zo'n verlofstuwmeer? Want de wetgever heeft aangeven dat de werknemer over langere periode in staat moest zijn om vakantiedagen te sparen. _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: za 24 apr 2010 0:35 Onderwerp: |
|
|
Ik lees lid 2 zo dat de werkgever zich bij gewichtige redenen mag verzetten tegen de data die de werknemer heeft opgegeven. Daaruit volgt nog geen recht voor de werkgever om eenzijdig data te prikken noch een verplichting van de werknemer om de vakantie op te nemen.
Het eerste deel van lid 2 bied de mogelijkheid in de overeenkomst of CAO een andere regeling op te nemen. Die andere regeling mag nog steeds niet in het nadeel van de werknemer zijn. Het dwingend toewijzen van vakantiedagen kan daarmee m.i. niet zomaar.
Hiervoor vind ik een bevestiging in lid 7, dat stelt dat partijen van de termijn van twee weken, waarbinnen de werkgever moet reageren op de wensen van de werknemer, mag afwijken in het nadeel van de werknemer inden het boven wettelijke vakantiedagen betreft. Dit lid zou volkomen nutteloos zijn als lid 2 deze mogelijk ook zou bieden.
Dat laat over de vraag of vakantiedagen uit het voorgaande jaar aan te merken zijn als boven wettelijke vakantiedagen. Hiervoor kunnen we kijken naar een zaak waarin de vraag was of de werkgever wettelijke vakantiedagen uit het voorgaande jaar.
Quote: | "Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 6 april 2006", NJ, 2006, nr. 23/24 (300), p. 2868 (EG-Verdrag art. 234)
De FNV heeft het Hof gevraagd om een toetsing van de door de Nederlandse overheid gehanteerde uitleg van art. 7:640 lid 2 BW (aanspraak vakantiedagen boven minimum) aan de richtlijn. Het Hof bepaalt dat de Arbeidstijdrichtlijn (93/104/EG) zich verzet tegen een nationale bepaling die de mogelijkheid biedt tijdens een arbeidsovereenkomst niet opgenomen (verplichte) vakantiedagen te vervangen door een financiële vergoeding in een volgend jaar. Annotator Mok geeft een verdere uitleg van de uitspraak van het Hof; vakantierechten, behorend tot het minimum van vier weken per jaar, kunnen op grond van bovenstaande richtlijn niet door geld worden vervangen. Het Hof heeft verder tot uitdrukking gebracht dat een uitzondering op de regel bestaat wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt, aldus de annotator. De annotator acht art. 7:640 lid 2 BW dubbelzinnig geformuleerd: heeft deze alleen betrekking op jaarlijkse vakantierechten boven de vier weken of betreft het alle vakantierechten over het lopende jaar welke in eerdere jaren zijn opgespaard? |
Kennelijk moet de Nationale wet zo worden dat wettelijke vakantiedagen uit het voorgaande jaar geen boven-wettelijke vakantiedagen worden in het nieuwe jaar. _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: za 24 apr 2010 20:23 Onderwerp: |
|
|
LJN: AX3985 schreef: | 8. Partijen twisten in dit verband in de eerste plaats of de CAO een van de wet afwijkende regeling bevat voor het vaststellen van vakantie. Artikel 7:638 lid 2 BW geeft als hoofdregel hiervoor dat de werkgever de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Bij wet van 30 november 2000, Stb. 2000,545, ingevoerd met ingang van 1 februari 2001, is de wet aangepast. Voordien bepaalde de wettelijke regeling dat overleg met de werknemer diende plaats te vinden. Overeenkomstig de voorheen geldende wettekst bepaalt artikel 32 lid 3 van de CAO tenslotte dat de tijdstippen van aanvang en einde van een vakantie door de werkgever tijdig in overleg met de werknemer dienen te worden bepaald.
9. Anders dan Thuiszorg en met [eiser] is de kantonrechter van oordeel dat de CAO op dit punt in strijd geacht moet worden met de wettelijke regeling zoals vervat in artikel 7:638 lid 2 BW. Weliswaar voorziet de wet in dit artikel in een vaststelling van de vakantie bij schriftelijke overeenkomst of CAO, doch blijkens de wetsgeschiedenis moet daarbij worden gedacht aan de vaststelling van de periode waarin vakantie dient te worden opgenomen (bijvoorbeeld een bedrijfstakvakantie zoals die in de bouwsector voorkomt), doch - gegeven het dwingendrechtelijke karakter - kan een schriftelijke overeenkomst noch de CAO afbreuk doen aan de wijze waarop - zo een schriftelijke overeenkomst of CAO niet in zo'n vakantieperiode voorziet - de vaststelling van vakantie dient plaats te vinden. In zoverre moet geoordeeld worden dat de wet hier prevaleert boven de CAO, daar waar de wet bepaalt dat de werkgever de vakantie vaststelt in overeenstemming met de wensen van de werknemer en niet slechts na overleg.
10. Gesteld noch gebleken is dat Thuiszorg het opnemen van de vakantiedagen jegens [eiser] heeft vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:638 lid 2 BW. |
LJN: BA0274 schreef: | 5. In deze procedure is niet gesteld of gebleken dat op de in artikel 7:638 lid 2 BW vermelde wijze (bij schriftelijke overeenkomst, CAO of regeling van een bestuursorgaan) was afgeweken van de in die bepaling geregelde wijze van vaststellen van vakantie. Daarom geldt de hoofdregel van deze bepaling, inhoudende de dat werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten.
6. In dit geval wilde eiser geen vakantie opnemen. De wet zegt niet met zoveel woorden dat de werkgever dan niet eenzijdig vakantie kan opleggen, maar dit volgt wel uit het systeem van de wet. Deze neemt als uitgangspunt dat de werknemer bepaalt of, wanneer en hoe lang vakantie wordt opgenomen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat ‘recuperatie’ niet meer geacht wordt uitsluitend te kunnen worden verwezenlijkt door het opnemen van vakantie; en voorts, dat er geen verplichting voor de werknemer bestaat om een minimumvakantie op te nemen, noch een recht voor de werkgever om eenzijdig een vakantie op te leggen ((MvA I, 26 079, nr. 176, p. 11).
7. Als gedaagde als werkgever vakantie heeft vastgesteld, ondanks de wens van eiser om geen vakantie op te nemen, zou dat toch rechtsgeldig kunnen zijn, als de wens van eiser om geen vakantie op te nemen in strijd zou zijn met goed werknemerschap of als het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat eiser geen vakantie zou opnemen. |
_________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
komodo
Leeftijd: 54 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 312
|
Geplaatst: za 24 apr 2010 20:27 Onderwerp: |
|
|
Alfatrion schreef: | DENNIS79 schreef: | Tekst en Commentaar zegt hierover dat bijvoorbeeld het voorkomen van een verlofstuwmeer een gewichtige reden kan zijn. Een verlofstuwmeer ontstaat wanneer iemand vakantieuren meeneemt naar een volgend jaar en in dat jaar meer verlof heeft "staan" dan dat zijn jaarrecht groot is. |
Wat is het concrete probleem precies met zo'n verlofstuwmeer? Want de wetgever heeft aangeven dat de werknemer over langere periode in staat moest zijn om vakantiedagen te sparen. |
Het probleem met een verlofstuwmeer is dat het als een schuld aan de werknemer op de balans verschijnt. En dat is bedrijfeconomisch niet goed, omdat het dus kosten zijn die wegvreten aan de winst. Daarom willen bedrijven heel graag dat je je verlof zo veel als mogelijk opneemt. |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: zo 25 apr 2010 17:26 Onderwerp: |
|
|
Als de werknemer vakantie neemt dan krijgt de werkgever ook te maken met kosten die wegvreten aan de winst. Een werkgever kan voor een werknemer die 12 uur gewerkt heeft 1 salaris uur, dat hij toch moet betalen, stoppen in een pot vakantiedagen o.i.d.
De werknemer heeft zij op zijn beurt ook te maken met onzekerheden, zoals de onzekerheid of je moet overwerken. Een onflexibele werkhouding van werknemers op dit punt zou bedrijfseconomische ook niet goed zijn. _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 2 van 2 |
Ga naar pagina Vorige 1, 2 |
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|