hoe zit dit nou, nu er geen vergunningen nodig zijn..

[JeanArsing]

Karel de Grote en zijn dochter Catharina (10 jaar) keren na drie weken zomervakantie terug in hun keurige benedenhuis in de binnenstad van Amsterdam. Thuisgekomen slaat de schrik hen om het hart. Ze worden daar ‘begroet’ door circa 20 honden (langharige poedels en Duitse herdershonden) die in de tuin van hun buurman bivakkeren. Hun buurhuis, dat maanden te koop stond, is gekocht door Sterretje, fervent hondenliefhebber. In een gesprek op straat zegt Sterretje dat hij de honden fokt als hobby en voor de verkoop aan circussen. Overdag lopen de honden vrij rond in het tuintje (circa 20 m2) en gedurende de nacht worden ze opgesloten in een groot metalen hok. Voor de familie De Groot breekt een nare periode aan. ’s Nachts springen de honden tegen de metalen hekken van het hok. Overdag springen ze tegen de schutting. De honden blaffen en janken er dag en nacht lustig op los. Karel de Grote en Catharina doen geen oog dicht. Maar dat is nog niet alles: Een vreselijke stank begint zich door de achtertuinen te verspreiden. Sterretje vindt het niet nodig de honden vaker dan één keer in de drie dagen uit te laten.
Karel de Grote doet zijn beklag bij Sterretje maar vindt geen gehoor. In september gaat Karel de Grote naar de gemeente. Hij krijgt daar te horen dat voor het houden van honden geen vergunning is vereist. Karel de Grote heeft zoveel last van de stank en het lawaai, dat hij geen dag langer dan nodig is in zijn huis wil blijven wonen. Hij schakelt een makelaar in om zijn huis te verkopen. Tijdens de taxatie blijkt dat het huis als gevolg van de nieuwe buurman en de honden, tienduizenden Euro’s in waarde is gedaald .

Vraag 2. Is Sterretje schuldaansprakelijk voor de schade van Karel de Grote?

[dr.dunno]

_________________
Catapultum habeo. Isi pecuniam omnem mihi dabis, ad caput tuum saxum immane!

[dr.dunno]

...
_________________
Catapultum habeo. Isi pecuniam omnem mihi dabis, ad caput tuum saxum immane!

[marja.verstralen]

Ik denk, misschien dat sprake is van misbruik van bevoegdheid door de buurman. Met name art. 3:13 lid 2 laatste zinsdeel BW "of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen."

Of wacht, beter nog: art. 5:37 BW het onrechtmatig veroorzaken van hinder. In dit geval stank en rumoer. Zie ook het arrest over hinder veroorzaakt door een nabijgelegen vuilstort HR 10 maart 1972, NJ 1972, 278.
De buurman is dan aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW en 6:163 BW. U moet nog wel onderbouwen waarom in dit geval sprake is van onrechtmatige hinder.

[ArieKanarie]

..