stille verpanding van bestaande en toekomstige vorderingen

[Leer Ling]

Beste,

Ik zit al een tijdje naar een oefententamen vraag te kijken. Ik kom er echt niet meer uit. Ook niet met de boeken. Studievragen zijn niet echt wenselijk op het forum, maar ik hoop dat er iemand is die hier even zijn licht op wilt laten schijnen.

Adam verhuurt een pand aan Berend op 1 april.
Adam verhuurt een ander pand aan Cornelus op 1 september.

Adam heeft geld nodig en sluit een kredietovereenkomst af met de Rabobank.
Tot zekerheid van het krediet heeft Adam op 10 juli al haar bestaande en toekomstige vorderingen verpand aan de Rabobank.

Heeft de Rabobank een pandrecht op de huurvorderingen van Berend en Cornelis met betrekking tot de maand oktober?
----------------------
Ik twijfel een beetje. 3:239 heeft die zin 'mits dit recht op het tijdstip van de vestiging van het pandrecht reeds bestaat of rechtstreeks zal worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding.'


Of er is een pandrecht op de huurvordering van Berend. Want die ovk was afgesloten op 1 april en de vestiging volgt op 10 juli. De rechtsverhouding bestond al.
En dus geen pandrecht op Cornelis, want die huurvordering bestaat nog niet op 10 juli. De rechtsverhouding bestaat dan nog niet.

of;

huurovereenkomsten zijn duurovereenkomsten en dienen iedere maand opnieuw verpand te worden.

En dus moet de huurvordering op de maand oktober van Berend en Corlinus opnieuw verpand worden en is er wel een pandrecht op beiden.

Alvast bedankt.

[Regin]

Vorderingen die voortvloeien uit een huurovereenkomst gelden als toekomstig, omdat de tegenprestatie (verschaffen huurgenot) een onzekere omstandigheid betreft (vgl. WUH/Onex). Toekomstige vorderingen kunnen worden verpand, mits zij voortvloeien uit een bestaande rechtsverhouding (art. 3:239 BW). Vorderingen die pas na de verpanding ontstaan uit een geheel nieuwe rechtsverhouding zouden opnieuw moeten worden verpand. In de casus is er in oktober dus wel een pandrecht op de vordering op Berend, maar niet op Cornelis.

Overigens heeft de Hoge Raad zich begin dit jaar uitgesproken over de geldigheid van de verzamelpandakte. Zo'n akte wordt door banken gebruikt om ook absoluut toekomstige vorderingen, die dus niet voortvloeien uit een bestaande rechtsverhouding, aan zichzelf te verpanden. De kredietnemer geeft een volmacht aan de bank voor deze verpanding en de bank registreert dagelijks één (verzamel)pandakte waarin alle vorderingen van de kredietnemers in algemene termen zijn opgenomen. De Hoge Raad heeft deze constructie goedgekeurd. (Lees hier meer.)

[Leer Ling]

Duidelijk verhaal.