|
Auteur |
Bericht |
Sweety
Leeftijd: 45 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA):
Berichten: 5
|
Geplaatst: vr 30 dec 2011 22:33 Onderwerp: legaliteit en specialiteit in wettenbundel? |
|
|
Hallo!
Ik heb twee vragen.
1. Legaliteitsbeginsel. In mijn boek (Praktisch Bestuursrecht - Y.M. Visscher) staat dat het openbaar bestuur alleen inbreuk kan maken op de rechten en vrijheden van een burger als de wet dit toelaat. En het openbaar bestuur mag alleen optreden als dit in de wet is vastgelegd.
Nav bovenstaande zocht ik in mijn wettenbundel en kwam legaliteit tegen in art GW 16, art 1 Sr en art 5:4 Awb. Alledrie gaan ze over straf, handhaving, sancties. Nu dacht ik dus in eerste instantie dat met legaliteitsbeginsel alleen negatief optreden van het bestuur werd bedoeld.
Maar later las ik achterin bij de definitie in mijn studieboek: Uitgangspunt dat voor het overheidsoptreden een wettelijke grondslag is. Betekent legaliteit dus: alle optreden van het bestuur moet berusten op een wettelijke grondslag? Dus ook het toewijzen van beschikkingen (bv een vergunning of uitkering, meer positief) enzo. Maar ik vind dit niet terug in mijn wettenbundel. Een soort regel als bijv. bij beleidsregels art 4:84 Awb Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel. Zo'n soort regel verwachtte ik te gaan lezen toen ik legaliteit opzocht in mijn wettenbundel.
Hoe weet ik nou zeker wat legaliteit in het bestuursrecht betekent en waar kan ik de definitie vinden (in de brede zin van alle optreden, alle besluiten) of is die er gewoon niet?
2. Specialiteitsbeginsel en Verbod op detournement de pouvoir
Ten eerste was ik weer teleurgesteld dat ik het hele begrip niet in mijn wettenbundel kon vinden. In mijn studieboek staat: uitgangspunt dat een bestuursorgaan bij het voorbereiden van een besluit alleen die belangen mag afwegen die vallen binnen het kader van een bijzondere wet. Dit begrijp ik. Alleen later lees ik bij de abbb, het verbod op detournement de pouvoir (art. 3:3 Awb) en denk ik, dit lijkt verdomd veel op het specialiteitsbeginsel. Mijn vraag: is dit hetzelfde of anders wat is het verschil tussen de twee?
Wie wil mij helpen? Alvast bedankt!!! |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: za 31 dec 2011 2:05 Onderwerp: Re: legaliteit en specialiteit in wettenbundel? |
|
|
Sweety schreef: | Maar later las ik achterin bij de definitie in mijn studieboek: Uitgangspunt dat voor het overheidsoptreden een wettelijke grondslag is. Betekent legaliteit dus: alle optreden van het bestuur moet berusten op een wettelijke grondslag? |
In principe wel.
Quote: | Dus ook het toewijzen van beschikkingen (bv een vergunning of uitkering, meer positief) enzo. |
Uiteraard! De overheid kan niet naar willekeur vergunningen en uitkeringen verstrekken. Dat moet op basis van regels die algemeen gelden.
Quote: | Maar ik vind dit niet terug in mijn wettenbundel. |
Zie bijv. art. 1:3 Awb: een publiekrechtelijke rechtshandeling. Je geld toestoppen zonder wettelijke regeling is geen rechtshandeling, maar een feitelijke betaling die onverschuldigd is en kan worden teruggevorderd. Een besluit moet een wettelijke basis hebben.
Quote: | 2. Specialiteitsbeginsel en Verbod op detournement de pouvoir
Ten eerste was ik weer teleurgesteld dat ik het hele begrip niet in mijn wettenbundel kon vinden. In mijn studieboek staat: uitgangspunt dat een bestuursorgaan bij het voorbereiden van een besluit alleen die belangen mag afwegen die vallen binnen het kader van een bijzondere wet. Dit begrijp ik. Alleen later lees ik bij de abbb, het verbod op detournement de pouvoir (art. 3:3 Awb) en denk ik, dit lijkt verdomd veel op het specialiteitsbeginsel. Mijn vraag: is dit hetzelfde of anders wat is het verschil tussen de twee? |
Dit zijn niet dezelfde beginselen, maar ze zijn uiteraard wel verwant.
Voor het specialiteitsbeginsel moet je eerder naar art. 3:4 lid 1 Awb kijken: "voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking vootvloeit". Verwarrend is dit wel, want art. 3:4 lid 1 Awb zegt eigenlijk: uitgangspunt is dat een bestuursorgaan alle bij het besluit betrokken belangen meeweegt, tenzij uit de wet of de aard van de bevoegdheid een beperking voortvloeit.
Persoonlijk vind ik de formulering van art. 3:4 lid 1 Awb zinniger dan het specialiteitsbeginsel zoals dat in je boek is geformuleerd. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
LM
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 569
|
Geplaatst: za 31 dec 2011 13:12 Onderwerp: |
|
|
Onder geleerden wordt verschillend gedacht over de reikwijdte van het legaliteitsbeginsel. In het studieboek is vast iets te vinden over het verschil van opvatting tussen Thorbecke en Buys. In de minder rigide benadering wordt wel als ondergrens gehanteerd dat in ieder geval elke inbreuk op vrijheid en eigendom gebaseerd dient te zijn op een wettelijke bepaling. Een wettelijke bepaling als vereiste zegt eigenlijk nog te weinig. Aanvullende eisen zijn dat bevoegdheden specifiek worden gegeven (geen algemene bepaling) en deze worden gegeven door de kiezers gekozen wetgever.
Aan het legaliteitsbeginsel in enge zin wordt voldaan bij een ruim gestelde wettelijke bepaling of wettelijke bepaling op grond van regelgevende bevoegdheid van de regering (zie discussie rond Blanketwet 1818). |
|
|
|
 |
|