grmohlmann
Leeftijd: 78 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 76
|
Geplaatst: vr 31 dec 2010 13:58 Onderwerp: Verdaging afhandeling bezwaarschrift WOZ door gemeente |
|
|
In het eerste kwartaal van 2010 is een bezwaarschrift ingediend tegen een WOZ-beschikking. In art. 30 lid 8 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet Woz) is vermeld dat, in afwijking van art 7:10 lid 1 van de Awb, de betreffende gemeenteambtenaar uitspraak doet in het jaar waarin het bezwaarschrift is ontvangen indien het bezwaarschrift niet in de laatste 6 weken van dat jaar is ingediend. Art. 236 lid 2 van de Gemeentewet vermeld iets dergelijks. Uitspraak moet dus zijn gedaan op 31 dec 2010.
Nu is door de belanghebende een brief van de gemeente ontvangen waarin een verdaging wordt aangekondigd van 6 weken tot uiterlijk 11 feb 2011 m.b.t. het nemen van het besluit op bezwaar en waarbij wordt verwezen naar art 7:10 lid 3 van de Awb.
Mag de gemeente dat nu zomaar doen ? Ik dacht van niet.
De Wet Woz is in bestuursrechtelijk opzicht een bijzondere wet t.o.v. de Awb en de bestuursrechtelijke rechtsregels van de Wet Woz hebben dus voorrang op die van de Awb. Bovendien, bij lezing van art. 7:10 van de Awb blijkt dat de leden 2-5 verbijzonderingen zijn van lid 1 en dus niet zelfstandig geldig zijn. Verder wordt in art. 30 lid 8 Wet Woz en in art 236 lid 2 Gemw helemaal niet verwezen naar art 7:10 lid 3 Awb.
Het verweer van de gemeente is dat in de art. 30 lid 8 van de Wet Woz en in art. 236 lid 2 van de Gemeentewet slechts wordt verwezen naar de afwijking t.o.v. art 7:10 lid 1 Awb en dat art. 7:10 lid 3 Awb daarom altijd geldt.
Volgens mij is dat niet zo omdat art; 7:10 lid 2-5- verbijzonderingen van art. 7:10 lid 1 zijn en niet op zichzef staan.
Wie weet hoe dat zit ? Graag reactie hierop. Bij voorbaat dank.
Guus |
|