|
Auteur |
Bericht |
eriktheman
Leeftijd: 42 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 120
|
Geplaatst: di 06 apr 2010 11:28 Onderwerp: Harm en zijn agressieve bui: welke formele vragen? |
|
|
Ik heb een tentamen en ben wat vragen aan het maken.
Het antwoord heb ik wel, maar ik snap er nix van.
Har m is in een agressieve bui. Het is al weer een tijdje geleden dat hij ruzie heeft gehad; het wordt volgens hem wel weer eens tijd om eens flink te matten. Hij heeft het gevoel dat het vandaag wel eens zijn lucky day zou kunnen worden. Harm is overigens niet de schoonste vechter, hij heeft een vlijmscherp valmes in zijn zak, dat hij bereid is te gebruiken in een vechtpartij.
In de avond besluit hij naar café ‘de Zotte’ te gaan. Voordat hij naar binnenstapt, controleert hij nog even of hij zijn mes wel bij zich heeft.
Na een uur merkt hij op dat ook ene Jan aanwezig is. Harm is niet vergeten dat hij wel eens een keer een opmerking tegen hem had gemaakt. Hij loopt op hem af en geeft hem een schouderduw. Jan draait zich om en roept dat hij beter uit moet kijken en duwt Harm met beide handen achteruit. Hierin vindt Harm aanleiding om hem eens te bewerken met zijn mes. Hij steekt zijn mes hard in de buik van Jan.
Jan wordt snel vervoerd naar het ziekenhuis. Daar wordt hij die dag nog geopereerd. Jan overlijdt die avond nog.
Harm ontvangt de volgende tenlastelegging:
‘dat hij in de avond van 20 januari 2006 te Utrecht opzettelijk Jan zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, daar hij Jan opzettelijk gewelddadig heeft mishandeld door met een scherp mes met kracht te steken in diens buik, waardoor de maag en de aorta werden doorboord, tengevolge van welk letsel aan die aorta die Jan op 20 januari 2006 is overleden (art. 302 lid 2 Sr)”.
Tijdens de zitting beroept Harm zich op noodweer en indien noodweer niet aannemelijk is te maken, noodweerexces.
Stel dat de formele vragen niet tot een einduitspraak leiden. Welke einduitspraak zal de rechter geven indien de rechtbank het beroep van Harm op noodweer dan wel noodweerexces aannemelijk acht? Motiveer het antwoord. (5 punten)
De formele vragen van 348 Sv leiden niet tot een formele einduitspraak (349 sv)(1pt bonus). De eerste materiële vraag van 350 Sv (1pt) gaat over de bestanddelen1(pt). Indien de rechter noodweer aanneemt kan je wederrechtelijkheid (1pt) niet bewijzen en indien de rechter noodweerexces aanneemt kan je opzettelijk(1pt) niet aannemen. In beide gevallen zal de rechter vrijspraak (351 lid 1 Sv) 1pt)uitspreken. Evt. elementen zijn hier dan bestandelen.(1pt) |
|
|
|
 |
Laurens02
Leeftijd: 38 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 467
|
Geplaatst: di 06 apr 2010 14:48 Onderwerp: |
|
|
Dat je er 'nix' van begrijpt lijkt me stug - wat begrijp je er wel van? Dat maakt de vraag wat makkelijker te beantwoorden.
Weet je wat het verschil tussen bestanddelen en elementen is en wat het gevolg daarvan voor het dictum is? Weet je wat de materiële vragen inhouden? _________________ È meglio una mano dal giudice, che un abbraccio dall'avvocato. |
|
|
|
 |
caligula
Leeftijd: 135 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR Studieomgeving (MA): EUR Berichten: 25
|
Geplaatst: di 06 apr 2010 14:59 Onderwerp: |
|
|
Quote: | Artikel 41
1
Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.
2
Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt. |
En lees dit ook nog eens goed en pas je kennis toe. veel succes!
EDIT: Bij het zoeken naar iets relevant kwam ik dit tegen:
Quote: | Noodweer(exces) en eigen schuld
Gepubliceerd op dinsdag 30 januari 2007 om 16:05
Organisatie: Rechtbank Maastricht
Verdachte en het latere slachtoffer hebben op 16 juli 2006 ruzie tijdens het chatten. Het latere slachtoffer gaat met haar man verhaal halen bij verdachte. Verdachte heeft zich voordat ze de voordeur opent voorzien van een mes. Vervolgens ontstaat een gevecht waarbij verdachte, het slachtoffer en haar echtgenoot met het mes heeft gestoken. Het slachtoffer is aan haar verwondingen overleden en de echtgenoot van het slachtoffer is gewond geraakt. De rechtbank is van oordeel dat het feit dat verdachte vantevoren een mes bij zich gestoken had, niet een zodanige “eigen schuld” oplevert dat dit in de weg staat aan de aanvaarding van een beroep op noodweer danwel noodweerexces.
Verdachte heeft tijdens de vechtpartij op een bepaald moment in het wilde weg om zich heen gestoken met het mes. Daarmee heeft verdachte, naar het oordeel van de rechtbank, de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden. Het beroep op noodweer moet dan ook worden verworpen.
De rechtbank acht, in tegenstelling tot de officier van justitie, aannemelijk dat het door verdachte steken van het slachtoffer en haar echtgenoot het gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, te weten de angst het leven te verliezen. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat verdachtes beroep op noodweerexces terecht is voorgedragen. |
http://rechtennieuws.nl/13240/noodweerexces-en-eigen-schuld.html
(off topic: "tijdens het chatten" wat een rare tijd waarin we leven is het toch soms). |
|
|
|
 |
John Locke
Leeftijd: 40 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL
Berichten: 343
|
Geplaatst: wo 07 apr 2010 9:37 Onderwerp: |
|
|
Ik weet niet wat dat cursieve deel betekent maar volgens mij is de conclusie die erin staat niet goed. De uitkomst moet namelijk OVAR zijn in beide gevallen (want rechtvaardigingsgrond, resp. schulduitsluitingsgrond). |
|
|
|
 |
MarijnP
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR Studieomgeving (MA): EUR Berichten: 321
|
Geplaatst: do 08 apr 2010 0:35 Onderwerp: |
|
|
John Locke schreef: | Ik weet niet wat dat cursieve deel betekent maar volgens mij is de conclusie die erin staat niet goed. De uitkomst moet namelijk OVAR zijn in beide gevallen (want rechtvaardigingsgrond, resp. schulduitsluitingsgrond). |
Nee. In de delictsomschrijving staat opzettelijk en wederrechterlijk. Een rechtvaardigingsgrond neem de wederrechterlijkheid weg. Wederrechterlijkheid staat in de tenlasttelegging. Nu er sprake is van een rechtvaardigingsgrond, kan de TLL niet bewezen worden en volgt er dus vrijspraak.
Wat betreft de schulduitsluitingsgrond ben ik het wel met je eens. Mij is geleerd dat als 'opzettelijk wederrechterlijk' in de delictsomschrijving staat de verwijtbaarheid wel een bestanddeel is, maar bij 'opzettelijk en wederrechterlijk' niet. Dat is nu het geval, en het honoreren van een schulduitsluitingsgrond zou dan ook tot OVAR moeten leiden.
Maar goed, daar zijn de rechtsgeleerden het blijkbaar niet over eens. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: do 08 apr 2010 1:15 Onderwerp: |
|
|
MarijnP schreef: | Wat betreft de schulduitsluitingsgrond ben ik het wel met je eens. Mij is geleerd dat als 'opzettelijk wederrechterlijk' in de delictsomschrijving staat de verwijtbaarheid wel een bestanddeel is, maar bij 'opzettelijk en wederrechterlijk' niet. Dat is nu het geval, en het honoreren van een schulduitsluitingsgrond zou dan ook tot OVAR moeten leiden. |
Bij "opzettelijk en wederrechtelijk" zijn opzet en wederrechtelijkheid twee afzonderlijke bestanddelen. Noch opzet, noch wederrechtelijkheid wordt weggenomen door een schulduitsluitingsgrond. Voor het bestanddeel wederrechtelijkheid is dit vanzelfsprekend. Voor het bestanddeel opzet is dit wat minder vanzelfsprekend, maar inderdaad is opzet zonder schuld wel degelijk denkbaar. Dus inderdaad OVAR (aangenomen dat er daadwerkelijk opzet is, maar geen schuld).
Bij "opzettelijk wederrechtelijk" moet er bovendien opzet zijn op wederrechtelijkheid. Ik zie eerlijk gezegd niet direct in waarom de aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond het onmogelijk zou maken dat opzet op de wederrechtelijkheid bewezen zou kunnen worden en/of dat die opzet zou worden weggenomen. Misschien in wel in specifieke gevallen: bijv. bij noodweerexces zal de verdachte in de regel wel geen opzet mogen hebben op het overschrijden van de grenzen van noodwaar. En bij ontoerekeningsvatbaarheid zou je ook kunnen stellen dat er vaak niet bewust wederrechtelijk zal worden gehandeld. Bij een onbevoegd ambtelijk bevel zal de verdachte handelen in de onjuiste veronderstelling dat het bevel wel bevoegd was gegeven. Maar of er in de aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond *per definitie* geen sprake kan zijn van opzet op wederrechtelijkheid vraag ik me af... _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
MarijnP
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR Studieomgeving (MA): EUR Berichten: 321
|
Geplaatst: do 08 apr 2010 2:34 Onderwerp: |
|
|
. Quote: | Maar of er in de aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond *per definitie* geen sprake kan zijn van opzet op wederrechtelijkheid vraag ik me af... |
Ik heb het nog even nagekeken; op een collegesheet staat dat als 'opzettelijk wederrechterlijk' een bestanddeel is en er sprake is van een schulduitsluitingsgrond, er vrijspraak moet volgen. Op de EUR zijn ze dus weldegelijk die mening toegedaan.
Nou kan het natuurlijk ook dat de professor het niet al te ingewikkeld heeft willen maken en het daarom wat ongenuanceerd heeft opgeschreven, maar ik weet wel vrij zeker dat dat er in ieder geval niet bij is verteld. |
|
|
|
 |
Rianne999
Leeftijd: 34 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 134
|
Geplaatst: zo 11 apr 2010 12:20 Onderwerp: |
|
|
Waar zien jullie in de delictsomschrijving en tenlastelegging wederrechtelijk staan?
Ik zie het niet als een bestanddeel staan, dat betekent dus dat het een element is en dat bij een rechtvaardiginsgrond de uitspraak OVAR is. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 apr 2010 12:59 Onderwerp: |
|
|
Rianne999 schreef: | Waar zien jullie in de delictsomschrijving en tenlastelegging wederrechtelijk staan? |
Wederrechtelijkheid ligt volgens sommigen besloten in het bestanddeel mishandeling. Zonder wederrechtelijkheid kan het bestanddeel mishandeling niet worden bewezen, volgens die sommigen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Rianne999
Leeftijd: 34 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 134
|
Geplaatst: zo 11 apr 2010 13:47 Onderwerp: |
|
|
aah oke! dank je wel.
heb er wel wat over gelezen volgens mij, maar daar zijn we dan nog niet dieper op in gegaan! maar de meningen zijn daar dus over verdeeld? zou je bij dit als tentamenvraag dan ook twee verschillende goede antwoorden kunnen geven? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 apr 2010 23:06 Onderwerp: |
|
|
Bij het tentamen moet je antwoorden wat de docent wil horen .
Volgens Hof Amsterdam 6 november 2002, LJN AO5136:
Hof schreef: | De bewijslevering
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte wederrechtelijk heeft gehandeld omdat het handelen van verdachte past binnen het tuchtigingsrecht. Nu mishandeling wederrechtelijkheid impliceert kan derhalve niet worden bewezen dat verdachte heeft mishandeld en moet vrijspraak volgen.
Het hof verwerpt dit verweer. Zoals de Hoge Raad in onderhavige zaak reeds heeft overwogen bij arrest van 10 oktober 2000 is sprake van mishandeling indien opzettelijk pijn wordt toegebracht. Indien sprake is van het ontbreken van de wederrechtelijkheid omdat het handelen van verdachte past binnen het tuchtigingsrecht, komt dit ter sprake als rechtvaardigingsgrond en niet bij de bewezenverklaring van het ten laste gelegde. |
Volgens het Hof kan mishandeling dus samengaan met het ontbreken van wederrechtelijkheid. Een rechtvaardigingsgrond zou dus tot OVAR leiden. Het Hof leidt dit af uit het arrest van de HR van 10 oktober 2000 in dezelfde zaak (de HR vernietigde het arrest van het Hof Den Haag en verwees naar het Hof Amsterdam).
Het Hof Amsterdam leest het arrest van de HR volgens mij echter verkeerd. Het gaat om HR 10 oktober 2000, LJN AA7402. Inderdaad ging de HR niet akkoord met vrijspraak wegens het niet bewezen kunnen verklaren van de tll, maar de tll bevatte niet het bestanddeel "mishandeling", maar gaf een feitelijke omschrijving van de gedraging:
Quote: | 2. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 1992 tot en met 1 juni 1996 te Rijswijk meermalen, althans eenmaal, opzettelijk een persoon (te weten zijn, verdachte’s kind, [kind 1]), (telkens) (met kracht)
- tegen het hoofd en/of de rug en/of de billen, en/of/althans tegen het lichaam heeft geslagen en/of
- tegen het/de be(e)n(en) heeft geslagen en/of geschopt en/of
- de arm (met kracht) op de rug heeft gedraaid en/of
- tegen de keel heeft gedrukt en/of de keel heeft dichtgeknepen, waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; art. 300 lid 1
Wetboek van Strafrecht |
Inderdaad ligt "wederrechtelijkheid" niet besloten in "opzettelijk tegen het hoofd geslagen". Dit betekent echter nog niet dat wederrechtelijkheid niet besloten zou liggen in "mishandeling".
Dit illustreert intussen wel mooi dat je altijd goed moet kijken naar de tekst van de tll. Het gaat erom of wederrechtelijkheid is opgenomen in de tenlastelegging.
Misschien moeten we echter toch concluderen dat mishandeling niet wederrechtelijkheid impliceert. Zou dat namelijk wel het geval zijn, dan zou een bewezenverklaring van "opzettelijk tegen het hoofd geslagen" niet kunnen worden gekwalificeerd als "mishandeling" (art. 300 Sr), want het impliciete bestanddeel "wederrechtelijk" ontbreekt dan in de tll. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 12 apr 2010 2:14 Onderwerp: |
|
|
Het valt me op dat de HR rechtvaardigingsgronden in de kwalificatievraag lijkt mee te nemen. Zo schrijft de A-G in het arrest van 10 oktober 2000:
A-G schreef: | 7. In HR DD 97.004 stond de vraag centraal hoe een beroep op het ouderlijk tuchtrecht straf(proces)rechtelijk moet worden geduid. In die zaak was, evenals onder meer in de onderhavige, het opzettelijk tegen het gezicht slaan door een ouder tenlastegelegd en werd een beroep gedaan op het ouderlijk tuchtrecht. In de rijk gedocumenteerde conclusie van de A-G Van Dorst valt te lezen dat in oudere rechtspraak het beroep op het recht van kastijding werd beschouwd als een bewijsverweer, te weten een ontkenning van het opzet dat tot mishandeling vereist is. Die opvatting is volgens hem verlaten. Thans moet een beroep op het ouderlijk tuchtrecht worden beschouwd als een kwalificatieverweer: het bewezenverklaarde opzettelijk slaan etc. levert, indien het binnen de grenzen van het ouderlijk tuchtrecht valt, geen mishandeling op. Aldus oordeeIde ook Uw Raad in die zaak. |
De A-G lijkt hier te zeggen dat een beroep op het ouderlijk tuchtrecht een beroep op een rechtvaardigingsgrond is, en daarmee een kwalificatieverweer. Zo ook HR 22 april 2008, LJN BB7087:
HR schreef: | 4.5. Opmerking verdient dat de omstandigheid dat de gedraging is verricht in een sport- of spelsituatie, in een geval als het onderhavige wel van belang zou kunnen zijn voor de vraag of het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als mishandeling (vgl. HR 10 september 1996, DD 97.0040). De deelnemers aan een sport, zoals voetbal, hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid. |
Ontbreken van wederrechtelijkheid levert bij mishandeling een kwalificatieverweer op. Ik kan dat alleen begrijpen als ontbreken van de wederrechtelijkheid (in het algemeen) wordt meegenomen bij de kwalificatievraag. Bovendien volgt hier toch wel vrij duidelijk uit dat wederrechtelijkheid niet besloten ligt in mishandeling.
Ik kan het dus eigenlijk alleen maar eens zijn met Rianne999's eerste reactie.
Dat rechtvaardigingsgronden in de kwalificatievraag worden meegenomen is op zich wel in overeenstemming met art. 350 Sv:
Quote: | Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald. |
Strafbaarheid impliceert wederrechtelijkheid. Het is mij alleen anders geleerd. In Corstens (5e druk, p. 696) vind ik:
Corstens schreef: | Naar de huidige terminologie nemen schulduitsluitingsgronden de strafbaarheid van de dader en rechtvaardigingsgronden de strafbaarheid van het feit weg. Kijkend naar de tekst van art. 350 zouden de rechtvaardigingsgronden dan bij de tweede vraag en de schulduitsluitingsgronden bij de derde moeten worden betrokken. Toch wordt om redenen van systematiek die beandering hier verworpen. |
De HR lijkt die benadering echter juist wél te volgen.
Terug naar de vraag van TS:
Quote: | Indien de rechter noodweer aanneemt kan je wederrechtelijkheid (1pt) niet bewijzen en indien de rechter noodweerexces aanneemt kan je opzettelijk(1pt) niet aannemen. In beide gevallen zal de rechter vrijspraak (351 lid 1 Sv) 1pt)uitspreken. |
Lijkt me nu toch gewoon onjuist. Als het beroep op noodweer slaagt kan de tll wel bewezen worden verklaard, maar kan het bewezenverklaarde niet worden gekwalificeerd als strafbaar feit.
Dat bij noodweerexces het opzet niet kan worden bewezen lijkt me samen te hangen met de aanname dat wederrechtelijkheid in mishandeling ligt besloten, zodat er ook opzet op die wederrechtelijkheid moet zijn (en dat kan bij noodweerexces dan niet meer worden bewezen, zie althans de berichten van MarijnP). Nu wederrechtelijkheid niet in mishandeling besloten lijkt te liggen, gaat dit dus ook niet op. In beide gevallen derhalve OVAR. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|