Art 3.23 WRO jo. 4.1.1 BRO, aansluitend terrein en tuinen

[pam201]

Een vraagje over de volgende situatie:

Een gemeente wil een ontheffing verlenen op basis van ex artikel 3.23. wro in juncto met de BRO 4.11.

Het aansluitend terrein is volgens de kaart gelegende van het bestemmings plan 100m2. De tuinen hebben een oppervlakte van 120m2.

Met een nieuw bouwplan (binnen de bebouwde kom )wordt het aansluitend terrein voor 60% bebouwd.
De tuinen mogen volgens het bestemmingsplan maar voor 25% bebouwd worden. als voorbeeld een carport/ bijgebouw of een garage niet hoger dan 3 meter. De tuinen worden voor 10% bebouwd.

Volgens mij voldoet dit bouwplan niet aan de eisen van de BRO 4.1.1. Dit omdat het aansluitend terrein meer dan 50% is bebouwd.
Klopt deze stelling..

PAM

BRO artikel 4.1.1 lid b
een uitbreiding van of een bijgebouw bij een ander gebouw mits het bouwen niet tot gevolg heeft dat het aansluitend terrein voor meer dan 50% wordt bebouwd dan wel dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden.