|
Auteur |
Bericht |
bloemeke
Leeftijd: 42 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): NTI
Berichten: 14
|
Geplaatst: ma 09 aug 2010 14:02 Onderwerp: Extra stortingsverplichting aandeelhouder? |
|
|
Casus:
BV gaat niet goed. Aandeelhouders willen faillissement voorkomen. In de AVA (Algemene vergadering aandeelhouders) wordt besloten dat alle aandeelhouders een bedrag X extra moeten storten. Het besluit is genomen met een meerderheid van stemmen. Geen bijzondere bepalingen zijn opgenomen in de statuten mbt extra verplichtingen van de aandeelhouder.
Nu heeft Z tegen gestemd.
Vraag:
Is Z nu verplicht te storten? Is het besluit geldig, nietig of vernietigbaar?
Ik twijfel:
1. In art 2:192 BW staat dat zelfs wijziging van statuten de aandeelhouder geen extra verplichtingen kan opleggen. Dit is een wettelijke bepaling. Mijn idee is dus dat het besluit in strijd is met een wettelijke bepalingen. Sanctie: nietigheid. Of te wel Z moet nietigheid van het besluit inroepen bij de rechter en hoeft niet bij te storten. Natuurlijk hoeven de andere aandeelhouders ook niet bij te storten.
2. Het bovenstaande lijkt mij alleen zo nadelig voor de BV. Dus misschien is het besluit wel geldig met meerderheid van stemmen genomen. Maar kan deze door art. 2:192 BW niet ingeroepen worden tegen de aandeelhouder die tegen heeft gestemd, Z dus. Dat zou betekenen dat elke aandeelhouder die heeft tegengestemd niet hoeft bij te storten en de aandeelhouder die voor heeft gestemd wel moet bij storten. Een stuk voordeliger voor de BV. Maar de verhoudingen worden dan wel scheef. |
|
|
|
 |
lawyer
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU Studieomgeving (MA): UU Berichten: 629
|
Geplaatst: ma 09 aug 2010 14:41 Onderwerp: |
|
|
Je uitleg is correct; artikel 2:192 BW geeft inderdaad antwoord op je vraag. De "onwillige" aandeelhouder kan dus niet worden gedwongen tot bijstorting. (Als de aandelen nooit zijn volgestort, kan de vennootschap natuurlijk wel eisen dat alsnog wordt volgestort; art. 2:191 lid 2)
Wat de vennootschap (c.q. de AVA) wel kan doen, is besluiten tot uitgifte van nieuwe aandelen. Bij een BV zullen deze eerst aan de bestaande aandeelhouders moeten worden aangeboden; aandeelhouder Z kan er dan voor kiezen om niet van zijn voorkeursrecht gebruik te maken. Als hij geen nieuwe aandelen wenst, verwatert zijn belang natuurlijk wel. (zie artt. 2:206 en 2:206a) |
|
|
|
 |
bloemeke
Leeftijd: 42 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): NTI
Berichten: 14
|
Geplaatst: ma 09 aug 2010 14:54 Onderwerp: |
|
|
Lawyer,
Dank je wel voor je snelle bericht!
Begrijp ik goed dat je het eens bent met mijn tweede optie? Wat zou betekenen dat het besluit van de AVA geldig is, maar niet kan worden ingeroepen tegen Z (de onwillige aandeelhouder).
Ik zit dan nog een beetje in mijn maag met art. 2:14 BW: 'Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit.' Hieruit lijkt het dat het besluit nietig zou zijn, wat meer overeenkomst met mijn eerste optie.
Of is het genomen besluit niet in strijd met art. 2:192 BW? Maar kan de onwillige aandeelhouder op dit artikel alleen een beroep op doen om onder zijn extra verplichting uit te komen?
Wederom dank! |
|
|
|
 |
lawyer
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU Studieomgeving (MA): UU Berichten: 629
|
Geplaatst: ma 09 aug 2010 15:05 Onderwerp: |
|
|
"Optie 1" is in ieder geval correct t/m "Sanctie: nietigheid". Optie 2 is naar mijn mening niet juist (en je punt "nadelig voor de vennootschap" kan middels uitgifte van nieuwe aandelen worden gepasseerd).
Het besluit is op geldige wijze tot stand gekomen, maar gezien de strijd met art. 2:192 is het besluit an sich niet geldig maar (inderdaad) nietig (wegens, zoals gezegd, strijd met de wet). Bekrachtiging is niet mogelijk gezien art. 2:14 lid 2.
De andere aandeelhouders - die het eens zijn met het besluit - kunnen natuurlijk feitelijk wel uitvoering geven aan het besluit door geld over te maken naar de vennootschap, maar mocht de vennootschap besluiten om een incassoprocedure op te starten tegen een niet-betalende aandeelhouder, dan kan deze zich met een beroep op de nietigheid van het besluit succesvol verweren. |
|
|
|
 |
|