vrijstelling gebruik/bouwen in het kader van mantelzorg

[keesvdmade]

De voorbeeldregeling van de Provincie NB biedt de mogelijkheid met een binnenplanse vrijstelling de tijdelijke woonvorm in een bijgebouw toe te laten. Wanneer nog geen bestemmingsplanbepaling is opgenomen kan met een artikel 19, lid 1 WRO/herziening BP medewerking worden verleend.

Nu vraag ik mij het volgende af. Het gaat hier puur en alleen om een GEBRUIKSvrijstelling. Er zullen echter bijna altijd bouwvergunningsplichtige werkzaamheden gedaan moeten worden. Verleen je dan geen vrijstelling voor het BOUWEN?

En vervolgens, los van de vraag of de gebruiksvrijstelling ook bouwen mogelijk maakt, na beëindiging mantelzorg: hoe te handhaven wanneer er een bouwvergunning met definitief karakter is verleend? Op gebruik kan je dan misschien wel handhaven maar op het gebouwde toch niet? Je kan zo volgens mij niet dwingen tot terugbrengen in originele staat?

Wie kan hier iets zinnigs over zeggen??

Alvast bedankt!

[msteeman]

Mantelzorg, in het ruimtelijk bestuursrecht een zorgenkindje. Allereerst is de nieuwe Wro van kracht, dus waar je spreekt over vrijstellingen bedoel je sinds 1 juli ontheffingen . De gebruiksontheffing voor mantelzorg is precies dat: een ontheffing voor het gebruik van een bouwwerk voor het bieden van mantelzorg. Daar zitten vaak ook bouwvergunningplichtige verbouwingen aan vast, maar ik denk dat de provincie NB ervan uitgaat dat die bouwvergunningplichtige werkzaamheden separaat worden beoordeeld door het college. De bouwwerkzaamheden kunnen zomaar passen binnen het bestemmingsplan (aan- en bijgebouwenregeling, bijvoorbeeld), maar vanwege het gebruik voor mantelzorg niet voldoen aan de gebruiksvoorschriften. Er moet dus, als die bouwwerkzaamheden niet passen binnen de bouwvoorschriften (niet de gebruiksvoorschriften) van het bestemmingsplan, een ontheffing verleend worden waarbij een afweging wordt gemaakt of de maatvoeringen (bouwvoorschriften) ruimtelijk acceptabel zijn en of het gebruik voor mantelzorg (gebruiksvoorschriften) acceptabel is. Die tweede vraag wordt dus beantwoord aan de hand van het provinciale beleid.

Je vraag over het terugbrengen van een wegens mantelzorg verleende bouwvergunning kan op die manier ook beantwoord worden: het bouwwerk (de maatvoering) is als ruimtelijk acceptabel beoordeeld en mag dus blijven staan. Je kúnt als gemeente er nog een punt van maken dat bij het eindigen van de mantelzorgsituatie het gebruik voor mantelzorg gestaakt moet worden. Handig is om in dat geval een voorwaarde aan de verleende ontheffing te verbinden, dat het gebruik gestaakt moet worden als de mantelzorgsituatie eindigt.

De schoen gaat vaak wringen als een gemeente een bouwwerk (de maatvoering) als ruimtelijk acceptabel beoordeelt omdat het bouwwerk ruimte geeft voor mantelzorg. Als je op die manier redeneert haal je volgens mij de boel doorelkaar en krijg je inderdaad een gewetensprobleem als de mantelzorgsituatie eindigt. Op dat moment valt de onderbouwing voor de maatvoering weg en zul je eigenlijk moeten zeggen dat het bouwwerk weggehaald moet worden. Om dat te voorkomen zul je als gemeente, volgens mij, bij mantelzorg altijd de maatvoeringen zelfstandig moeten beoordelen en pas daarna moeten nadenken of het gebruik voor mantelzorg acceptabel is.

[keesvdmade]

Ok. Je zegt dus dat het bouwgedeelte los beoordeeld moet worden. Gebruik past op het moment dat de gebruiksontheffing in je bp is opgenomen. Bouwen past toch niet binnen je voorschriften die voor bijgebouwen zijn opgenomen: bp maakt het toch niet mogelijk een bijgebouw als het ware tot 2e woning te verbouwen? Zou er dan ook geen ontheffing voor het bouwen verleend moeten worden?