Justini
Leeftijd: 45 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): LOI
Berichten: 11
|
Geplaatst: zo 10 aug 2008 16:26 Onderwerp: Publiekrechtelijke voorsprong Staat? |
|
|
Publiekrechtelijke voorsprong Staat in privaatrechtelijke zaak?
Casus: Dienst der Domeinen treedt op namens de Staat (publiekrechtelijk) als eigenaar en verhuurder (privaatrechtelijk) en zegt o.g.v."dringend eigen gebruik" huurovereenkomst met burgers op en wil het pand ter beschikking stellen aan Ministerie van Justitie i.c. D.J.I.om jongeren daarin te plaatsen om zo capaciteitsgebrek van de inrichting op te lossen.
Deze casus werd eerder op dit forum geplaatst onder de afdeling burgerlijk recht: ‘dringend eigen gebruik als geldige opzeggingsgrond?’
Nu de Staat (Domeinen) de dagvaarding heeft doen uitbrengen, leek het ons nuttig deze casus, met enige aanvullingen, nogmaals in een bestuursrechtelijke context te plaatsen. Wie meer wil weten over deze interessante casus wordt uitgenodigd ons te mailen te reageren. Levert dit belangwekkende gezichtspunten op, dan zullen we niet nalaten deze op dit forum te plaatsen.
Beknopte omschrijving casus:
Penitentiaire inrichting, onder verantwoordelijkheid van de DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) heeft middels een zogenaamd SIVR (Standaard Interne Verhuurovereenkomst Rijk) met de RGD (Rijks Gebouwen Dienst ; Min. Van VROM) , een publiekrechtelijke overeenkomst dus, het beheer over een complex bestaande uit grond en opstallen maar *exclusief de woningen*. *Aan de rand van* het terrein *en buiten de hekken* bevinden zich de voormalige dienstwoningen die geruime tijd geleden *(>30 jaren)* door middel van privaatrechtelijke huurovereenkomsten zijn verhuurd, voor onbepaalde tijd, aan voormalige werknemers . Deze privaatrechtelijke overeenkomsten zijn gesloten door Domeinen (Min. Van Financiën). De directie van het penitentiair complex, i.c. de DJI, vat het plan op om de capaciteit van het complex uit te breiden met de voormalige dienstwoningen. De bewoners van de betreffende woningen ontvangen een opzeggingsbrief van Domeinen waarin als opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik door de Staat’ wordt aangegeven. De vraag is nu, of Domeinen als verhuurder op basis van een privaatrechtelijke huurovereenkomst, ‘dringend eigen gebruik’ (zie ook Huurwet) als opzeggingsgrond kan hanteren, terwijl zij aantoonbaar niet het orgaan of de instantie is, die van de beoogde capaciteitsuitbreiding gebruik zal maken. Kan, met andere woorden, Domeinen in een gerechtelijke procedure zoals die uit de gedane opzegging zou kunnen volgen, gemakshalve de DJI, de RGD en Domeinen onder de noemer van ‘de Staat’ brengen om met succes een beroep op ‘dringend eigen gebruik’ te doen of moet men er van uitgaan dat de verhuurder in dit geval specifiek Domeinen is. In het laatste geval zou Domeinen dan in een procedure voor de kantonrechter niet-ontvankelijk worden verklaard omdat zij immers niet de instantie is die de capaciteitsuitbreiding voor eigen gebruik zal aanwenden.
Aanvulling:
Wij stellen ons op het standpunt dat de Staat onverkort gebonden is aan de spelregels van het civiele recht, in elk geval voor zover zij privaatrechtelijk contracteert. Mocht Domeinen/ de Staat erin slagen de huurovereenkomst te doen ontbinden op grond van ‘dringend eigen gebruik’
dan zal zij vervolgens het beheer over de litigieuze woningen overdragen aan Justitie die immers reeds het gehele complex beheert. Onze overweging hierbij is, dat de Staat zich in deze opzet zich een onevenredig voordeel toekent boven het ‘gewone’ rechtssubject (burger of privaatrechtelijke rechtspersoon). Indien burger of privaatrechtelijke rechtspersoon in de kwaliteit van verhuurder namelijk rechtsopvolging bewerkstelligt ten aanzien van de verhuurde zaak dan is de rechtsopvolger volgens art. 7:274 lid 4 sub b BW, om een beroep op ‘dringend eigen gebruik’ te doen, gehouden tot een wachttijd van drie jaar. In de onderhavige casus zou Domeinen dan volgens een doctrine die we kunnen omschrijven als ‘de Staat is de Staat, in welke gedaante zij zich ook manifesteert’ het privaatrecht op dit punt kunnen omzeilen. Wie o wie duikt hier eens in?
* * |
|