Gwenny
Leeftijd: 63 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 1998
|
Geplaatst: di 04 jul 2006 15:18 Onderwerp: De partner in de ene wet is de partner in de andere niet |
|
|
De partner in de ene wet is de partner in de andere niet
Een verdergaande harmonisatie van het begrip 'partner' in de wet Inkomstenbelasting 2001 (IB 2001), de socialezekerheidswetten en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) plaatst demissionair staatssecretaris Wijn van Financiën voor dilemma's. Dit schrijft hij een notitie over dit onderwerp die hij vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Tijdens de parlementaire behandeling van de Awir had hij toegezegd te onderzoeken of een verdere harmonisatie van het partnerbegrip mogelijk is.
Ongehuwd samenwonenden mogen volgens de Wet IB 2001 kiezen of zij door de Belastingdienst als alleenstaanden of als partners willen worden behandeld. De keuzevrijheid voor fiscaal partnerschap is volgens Wijn 'van principiële aard'. De invoering van het partnerbegrip in deze wet is gepaard gegaan met de individualisering van de inkomenstoerekening in partnerrelaties. Het doel hiervan was de emancipatie en de economische zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen.
Ook in de socialezekerheidswetten en de Wet Awir zijn de aanspraken van partners volgens Wijn geïndividualiseerd, met die kanttekening dat bij het bepalen van het recht op een uitkering wel wordt gekeken naar de draagkracht per 'leefeenheid'. Zouden mensen ook hier kunnen kiezen of zij wel of niet als partners aangemerkt willen worden, dan zouden mensen zelf in de hand hebben of zij een hogere uitkering krijgen of niet. Aanpassing van het partnerbegrip in de Awir is daarom niet aan de orde, aldus Wijn.
Naast het principiële argument samenwonenden zelf te laten kiezen of ze fiscale partners willen zijn, ligt er ook een praktisch argument aan deze keuzemogelijkheid ten grondslag. De Belastingdienst hoeft nu niet te controleren of er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding of niet. Tandenborstels tellen kan door de Belastingdienst dus achterwege gelaten worden.
Wijn vraagt zich nu af of de mogelijkheid voor ongehuwden om zich door de Belastingdienst individueel te laten behandelen, moet wijken voor verdergaande harmonisatie richting verplicht partnerschap in de Wet IB 2001. Een voordeel van een dergelijke harmonisering is dat gehuwd en ongehuwd samenwonenden dan gelijk behandeld worden. Ook is het voor de burger duidelijker als verschillende wetten hetzelfde stramien volgen.
De vraag is dus of deze voordelen opwegen tegen het nadeel dat er inbreuk gemaakt wordt op de individualiseringsgedachte en tegen de inbreuk op de privacy van belastingplichtigen doordat de Belastingdienst zou moeten gaan controleren of belastingplichtigen partners zijn of niet. 'Hetgeen overigens nog lastig genoeg zou zijn,' aldus de demissionaire staatssecretaris.
Een volgende vraag die in de notitie aan de orde komt is of de zogenoemde 'objectieve' criteria om te bepalen of mensen een gemeenschappelijke huishouding voeren die de Awir hanteert nader moeten worden ingevuld zoals ook in de sociale zekerheid gebeurd is. Voor de zorgtoeslag is een partner nu gewoon een echtgenoot of geregistreerd partner of iemand met wie je samenwoont. In de Wet werk en bijstand staat veel gedetailleerder beschreven wanneer er sprake is van een gezamenlijke huishouding.
Zo staat er dat er ook van een gezamenlijke huishouding wordt uitgegaan 'indien de belanghebbenden hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning'. Wijn merkt hierover op dat het stellen van gedetailleerdere gegevens tot gevolg kan hebben dat hierop gecontroleerd moet worden. Wijn vraagt zich af of duidelijkheid hier opweegt tegen het nadeel van gedetailleerde controle.
Uit Staatscourant nr. 126 van 3 juli 2006 _________________ Het leven is een lichtflits tussen twee eeuwigheden van duisternis.
*Vladimir Nabokov*
(8/60.2 en 8/60.2) |
|