|
Auteur |
Bericht |
Autechre
Leeftijd: 39 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR
Berichten: 62
|
Geplaatst: do 18 nov 2004 22:50 Onderwerp: Art. 66 lid 2 Sv |
|
|
Art. 66 lid 2 Sv vertelt ons:
'Wanneer het bevel is gegeven op de terechtzitting, dan wel binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek is aangevangen, blijft het bevel van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken. Hierachter staat een verwijzing naar art. 282 Sv.
Art. 282 Sv regelt de voorlopige hechtenis tijdens een schorsing voor (on)bepaalde tijd gedurende het onderzoek ter terechtzitting. Volgens art. 138 Sv is de schorsing van de vervolging een einduitspraak, art. 282 Sv gaat over de schorsing van het onderzoek ter terechtzitting, dat is dan dus geen einduitspraak.
Bovendien staan in art. 282 lid 2 Sv ook twee termijnen.
Waar dient de termijn van 60 dagen in art. 66 lid 2 Sv dan voor? |
|
|
|
 |
meloen
Studieomgeving (BA): OU
Berichten: 30
|
Geplaatst: zo 21 nov 2004 13:20 Onderwerp: |
|
|
Op het moment dat na eindvonnis dit vonnis onherroepelijk wordt, vervalt de VH en gaat over in executie van de straf, als er tenminste nog een strafrestant is.
Indien de onherroepelijkheid uitblijft (omdat de verdachte gedetineerd is, zal dat in de praktijk aléén zijn als hij of het OM in beroep gaat) duurt de VH volgens het door jou aangehaalde art dus 60 dagen voort.
Binnen de gegeven 60 dagen moet het Hof (art 75 lid 3) de VH gaan verlengen. De zestig dagen zijn bedoeld om de periode tot die verlenging te overbruggen. _________________ Studeren is als reizen. Het gaat niet om het doel, maar om de weg er naar toe. |
|
|
|
 |
Autechre
Leeftijd: 39 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR
Berichten: 62
|
Geplaatst: zo 21 nov 2004 15:15 Onderwerp: |
|
|
aha
Dank! |
|
|
|
 |
|