|
Auteur |
Bericht |
Bock
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1
|
Geplaatst: wo 31 jan 2007 11:59 Onderwerp: eigendomsrecht onroerendezaak |
|
|
Tussen twee verschillende eigenaren onroerend goed (bebouwd), zit een stukje grond van een derde eigenaar. Deze derde wil graag van de grond af (verkopen).
De ene buurman (A) heeft sinds koop van zijn huis (langer dan 15 jaar geleden) gebruik gemaakt van die grond en beschouwt het als zijn tuin. Hij betaalt ook woz gebruikersdeel, verder betaalt hij niets en heeft over het gebruik nooit contact gehad met eigenaar.
A wil ondanks meerdere verzoeken de grond niet tegen betaling overnemen. Hij beschouwt het als zijn grond, immers het recht op de grond is aan hem komen te vervallen door verjaring.
Buurman B wil echter graag een achterom en is wel bereid de grond te kopen.
Klopt de redenatie van buurman A dat hij recht heeft op de grond door verjaring en dat de eigenaar van de grond aan buurman b niet zal kunnen leveren? |
|
|
|
 |
StevenK Moderator
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 4108
|
Geplaatst: wo 31 jan 2007 12:05 Onderwerp: |
|
|
Dit soort vraagstukken zijn moeilijk te beantwoorden: of er sprake is van verkrijgende verjaring en de bijbehorende goede trouw moet aan de hand van alle omstandigheden van het geval worden beoordeeld en dat betekent in de praktijk dat de rechter er nogal eens aan te pas zal moeten komen. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 31 jan 2007 14:35 Onderwerp: |
|
|
De termijn voor verkrijgende verjaring is 10 jaar bij bezit te goeder trouw, en 20 jaar bij bezit te kwader trouw. De bezitter wordt hierbij geacht de inhoud van het kadaster te kennen. Wanneer volgens het kadaster die derde persoon eigenaar was, kan A dus geen bezitter te goeder trouw zijn geweest, en is 15 jaar te kort voor verjaring.
A heeft dus volgens mij alleen een punt wanneer het kadaster gedurende die 15 jaar niet in overeenstemming was met de juridische werkelijkheid (nl. dat die derde eigenaar was). Maar zelfs dan heeft het er, als ik de casus zo lees, alle schijn van dat A ervan op de hoogte was dat niet hij maar die derde persoon eigenaar was. Bezit te goeder trouw lijkt me dus erg onwaarschijnlijk. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|