Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
AlexZ
Leeftijd: 42 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 105
|
Geplaatst: zo 03 aug 2008 14:34 Onderwerp: Beslissingstermijn OvJ/kantonrechter |
|
|
Op 21 maart 2006 ben ik bekeurd voor het niet stoppen voor het gele licht.
Omdat er daarbij e.e.a. aan de hand was, heb ik een beroepschrift ingediend bij de OvJ. Deze heeft vóór augustus 2006 mijn beroep ongegrond verklaard.
Op 7 augustus 2006 heb ik een beroepschrift hiertegen ingediend, om de zaak te laten voorleggen aan de kantonrechter.
Sinds al die tijd heb ik hier niets van vernomen, tot ik op 13 maart 2008 (ca 1,5 jaar later) een bericht kreeg van de rechtbank dat ik het bedrag moest zekerstellen.
Dit heb ik niet tijdig gedaan, waardoor ik geen mogelijkheid meer zou hebben voor een beroep bij de kantonrechter.
Mijn vraag is:
A.
Is er niet net zoals de 16 weken termijn bij OvJ zoiets bij de rechtbank, van aug 2006-maart 2008 heb ik er nl. niets van vernomen.
B.
Is er een andere mogelijkheid waarmee je de zaak toch kunt voorleggen bij de kantonrechter?
Bedankt voor jullie reacties alvast. _________________ It's the truth...and nothing but the truth! |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 03 aug 2008 16:00 Onderwerp: Re: Beslissingstermijn OvJ/kantonrechter |
|
|
Zo'n 16-weken termijn als art. 7:24 lid 1 Awb is er bij de rechtbank niet. In het algemeen heeft overschrijding van de termijn van art. 7:24 lid 1 Awb trouwens geen gevolgen, en het lijkt me dat dat voor een administratief beroep tegen een WAHV-beschikking ook zo is (of vergis ik me)?
Boetebeschikkingen "verjaren" bij mijn weten niet, maar voor de rechtbank geldt wel de redelijke termijn van art. 6 EVRM. Overschrijding daarvan zou kunnen leiden tot verlaging van de boete. Maar als je om één of andere reden je beroepsrecht verspeelt, wordt de beslissing van de OvJ onaantastbaar. Dan helpt er dus niets meer aan.
Het lijkt erop dat in jouw geval niet de rechtbank traag is geweest, maar de OvJ. Volgens art. 11 lid 3 WAHV deelt de OvJ (en dus niet de rechtbank) de indiener mee dat zekerheidstelling dient te geschieden binnn twee weken na de verzending van die mededeling. De laatste zin van lid 3 luidt:
Quote: | Indien de zekerheidstelling niet binnen deze termijn is geschied, wordt het beroep door de kantonrechter niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. |
Ook als je geen zekerheid stelt wordt je beroepschrift uiteindelijk doorgestuurd naar de rechtbank (art. 11 lid 1 WAHV). Die verklaart het beroep echter niet-ontvankelijk als je geen goede reden hebt waarom je te laat was met het stellen van zekerheid.
Als je beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, is er geen mogelijkheid om de boete te verlagen wegens overschrijding van de redelijke termijn (door OM en/of rechtbank). Maar als de OvJ echt van augustus 2006 tot maart 2008 heeft gewacht met het vragen om zekerheidstelling, is dat heel misschien een reden om de overschrijding van de termijn van 2 weken door de vingers te zien...
Of is het zo dat je ook in augustus 2006 al zekerheid had kunnen stellen, en de OvJ pas in maart 2008 besloot dat het nu eens tijd werd?
Als het bedrag van de zekerheidstelling hoger was dan € 70,- geldt er wegens art. 6 EVRM, recht op toegang tot de rechter (Hof Leeuwarden, 26 februari 2007, LJN BA0271):
Quote: | 3.5. Indien een betrokkene binnen de hem voor het stellen van zekerheid gegunde termijn met redenen omkleed aanvoert dat van hem in verband met zijn financieel onvermogen in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij zekerheid stelt tot het totale van hem verlangde bedrag, zal de kantonrechter, tenzij deze het daaromtrent aangevoerde reeds aanstonds aannemelijk acht, de betrokkene in de gelegenheid moeten stellen op een openbare terechtzitting te worden gehoord omtrent zijn financiële draagkracht. Acht de kantonrechter het aangevoerde omtrent de financiële draagkracht gegrond, dan zal hij het bepaalde in art. 11, derde lid, WAHV in zoverre buiten toepassing moeten laten als in overeenstemming is met de draagkracht van de betrokkene. Zonodig zal aan de betrokkene een nadere termijn moeten worden gegund waarbinnen deze alsnog de door de kantonrechter vastgestelde zekerheid kan stellen. |
Overigens kun je tegen een niet-ontvankelijkverklaring op grond van art. 11 lid 3 WAHV altijd hoger beroep instellen (art. 14 lid 2 WAHV). Maar het voorwerp van dat hoger beroep is dan natuurlijk niet de eigenlijke boetebschikking, maar de vraag of je al dan niet terecht niet-ontvankelijk bent verklaard door de kantonrechter. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|