Duurder product ontvangen dan besteld
#61: Auteur: Martha
Geplaatst: za 13 feb 2010 13:50
cia76 schreef: | Martha schreef: | Ach ja, zo kun je natuurlijk ook reageren als je gewoon geen argumenten meer hebt om je standpunt kracht bij te zetten. |
Ik denk dat jij niet eens weet wat mijn standpunt over de vraag van TS is. |
...goed.
Om terug te keren tot de inhoud.
Na nader speurwerk heb ik gevonden dat je inderdaad gelijk hebt m.b.t. art. 6:248. Dit artikel is niet alleen van toepassing op verbintenissen uit overeenkomst. Krachtens art. 6:216 is dit artikel van overeenkomstige toepassing buiten het verbintenissenrecht. Op deze wijze wordt het werkingsterrein van de redelijkheid en billijkheid door de wet uitgebreid buiten de grenzen van art. 6:2.
Aldus art. 6:2 en 6:248 stellen grenzen aan het werkingsterrein, doch de grenzen worden opgeheven door 6:216.
|
#62: Auteur: Martha
Geplaatst: za 13 feb 2010 14:33
Verder zou ik op deze literatuur willen wijzen.
Alhier wordt uit de doeken gedaan dat het in lid 1 van art. 6:2 en 6:248 gaat om de ´aanvullende werking´ van de redelijkheid en billijkheid.
Onder Nr. 29 (zie blz. 24) kunnen we lezen dat voor deze aanvullende werking slechts ruimte is waar de overeenkomst en/of de wet onduidelijkheid laat bestaan.
Nu art. 6:41 op zich duidelijk bepaalt dat geleverd dient te worden waar de vordering ontstaan is, schijnt mij in casu dus geen plaats voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, m.b.t. de vraag ´waar´ de teruglevering plaats heeft te vinden.
Lid 2 van art. 6:2 en 6:248 heeft betrekking op de derogerende werking van de redelijkheid en bilijkheid. De redelijkheid en billijkheid kan met zich brengen dat een tussen partijen geldende regel buiten toepassing moet blijven.
In casu zou dan de regel ´de levering heeft plaats daar waar de vordering ontstond´ buiten toepassing blijven. Hieruit volgt echter niet dat het product dan op de post moet worden gedaan. Slechts d.m.v. de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan men met de aanvulling komen dat het product op de post moet worden gedaan. Voor deze aanvullende werking schijnt mij echter geen ruimte waar de wet zelf een duidelijke oplossing aanreikt.
Onder Nr. 32 (zie blz. 27) kunnen we bovendien lezen dat deze derogerende werking slechts bij uitzondering van toepassing kan zijn.
"Zou de enkele omstandigheid dat toepassing van de regel in het concrete geval, naar het oordeel van de rechter, onbillijk is, genoeg zijn om de regel buiten toepassing te laten, dan zou het uitgangspunt van het recht om de gevarieerde werkelijkheid in regels te vangen die in algemene zin billijk worden geacht, geheel worden losgelaten".
Aldus om tot de uitkomst te komen dat art. 6:41 op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid buiten toepassing blijft moet men met meer komen dan het enkele oordeel dat men van mening is dat toepassing van dit artikel onder de gegeven omstandigheden onredelijk zou zijn. Toepassing moet werkelijk onaanvaardbaar zijn...welk oordeel kennelijk zeer deugdelijk moet zijn gemotveerd.
Daarbij komt dat het buiten toepassing laten van art. 6:41 er niet toe leidt dat de verbintenis dan wordt aangevuld. Voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid is immers vereist dat de overeenkomst...danwel wet, onduidelijkheid laat bestaan op dat punt...en dat is in casu niet het geval.
Laatst aangepast door Martha op za 13 feb 2010 14:49, in totaal 1 keer bewerkt
|
#63: Auteur: cia76
Geplaatst: za 13 feb 2010 14:48
Martha schreef: |
Om terug te keren tot de inhoud.
Na nader speurwerk heb ik gevonden dat je inderdaad gelijk hebt m.b.t. art. 6:248.
| Dat is knap, want ik had niet een uitgesproken standpunt over 6:248.
Quote: |
Dit artikel is niet alleen van toepassing op verbintenissen uit overeenkomst. Krachtens art. 6:216 is dit artikel van overeenkomstige toepassing buiten het verbintenissenrecht. Op deze wijze wordt het werkingsterrein van de redelijkheid en billijkheid door de wet uitgebreid buiten de grenzen van art. 6:2.
Aldus art. 6:2 en 6:248 stellen grenzen aan het werkingsterrein, doch de grenzen worden opgeheven door 6:216. |
Aha, 6:216 hadden we nog niet genoemd. Da's wel een belangrijke voor de vraag over de reikweidte van 6:248 inderdaad. Goed speurwerk!
|
#64: Auteur: Martha
Geplaatst: za 13 feb 2010 15:05
Overigens kan ik mij wel gevallen voorstellen waar de redelijkheid en billijkheid er toe leiden dat de plaats van teruglevering niet meer het (toenmalige) adres van de ontvanger is.
Bijvoorbeeld:
De ontvanger is in de tussentijd verhuisd.
Naar gelang het feit of de nieuwe woonlokatie wél of niet een (grote) extra inspanning met zich brengt voor de leverancier om zijn product terug te krijgen zou de vraag waar geleverd moet worden anders kunnen worden beantwoord.
|
#65: Auteur: cia76
Geplaatst: za 13 feb 2010 15:13
Martha schreef: | Verder zou ik op deze literatuur willen wijzen.
Alhier wordt uit de doeken gedaan dat het in lid 1 van art. 6:2 en 6:248 gaat om de ´aanvullende werking´ van de redelijkheid en billijkheid.
Onder Nr. 29 (zie blz. 24) kunnen we lezen dat voor deze aanvullende werking slechts ruimte is waar de overeenkomst en/of de wet onduidelijkheid laat bestaan.
Nu art. 6:41 op zich duidelijk bepaalt dat geleverd dient te worden waar de vordering ontstaan is, schijnt mij in casu dus geen plaats voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, m.b.t. de vraag ´waar´ de teruglevering plaats heeft te vinden.
Lid 2 van art. 6:2 en 6:248 heeft betrekking op de derogerende werking van de redelijkheid en bilijkheid. De redelijkheid en billijkheid kan met zich brengen dat een tussen partijen geldende regel buiten toepassing moet blijven.
In casu zou dan de regel ´de levering heeft plaats daar waar de vordering ontstond´ buiten toepassing blijven. Hieruit volgt echter niet dat het product dan op de post moet worden gedaan. Slechts d.m.v. de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan men met de aanvulling komen dat het product op de post moet worden gedaan. Voor deze aanvullende werking schijnt mij echter geen ruimte waar de wet zelf een duidelijke oplossing aanreikt.
Onder Nr. 32 (zie blz. 27) kunnen we bovendien lezen dat deze derogerende werking slechts bij uitzondering van toepassing kan zijn.
"Zou de enkele omstandigheid dat toepassing van de regel in het concrete geval, naar het oordeel van de rechter, onbillijk is, genoeg zijn om de regel buiten toepassing te laten, dan zou het uitgangspunt van het recht om de gevarieerde werkelijkheid in regels te vangen die in algemene zin billijk worden geacht, geheel worden losgelaten".
Aldus om tot de uitkomst te komen dat art. 6:41 op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid buiten toepassing blijft moet men met meer komen dan het enkele oordeel dat men van mening is dat toepassing van dit artikel onder de gegeven omstandigheden onredelijk zou zijn. Toepassing moet werkelijk onaanvaardbaar zijn...welk oordeel kennelijk zeer deugdelijk moet zijn gemotveerd.
Daarbij komt dat het buiten toepassing laten van art. 6:41 er niet toe leidt dat de verbintenis dan wordt aangevuld. Voor de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid is immers vereist dat de overeenkomst...danwel wet, onduidelijkheid laat bestaan op dat punt...en dat is in casu niet het geval. |
Ik vind dat je hier best een punt hebt hoor. Zijn we het eens over het volgende?
1. Er bestaat een verbintenis tot terugleveren van het duurdere product. Buiten beschouwing kan worden gelaten dat er uiteraard een verbintenis blijft bestaan voor de verkoper om alsnog het juiste product te sturen.
2. De vraag is hoe deze teruggave dan dient plaats te vinden en onder welke voorwaarden.
In beginsel kan worden uitgegaan van een teruglevering ter plaatse van de koper (6:41 BW). Een beroep op de derogerende werking van R&B en de aanvullende werking van R&B is mogelijk, mits dit goed gemotiveerd is (6:2 BW en 6:248 BW jo 6:216 BW).
Dan nu een motivering (en nee ik kan niet garanderen dat een rechter het eens zal zijn hiermee):
De rechtsverhouding tussen partijen bestaat uit het via de post verzenden van producten en betalingen per internet. Ofwel het is gebruikelijk dat postorderbedrijven in de relatie tot consumenten zaken doen "op afstand". Consument is hiervan op de hoogte en was dit ook al toen hij de koopovereenkomst sloot. Nu verkoper een fout heeft gemaakt bij de verzending is het dan niet onaanvaardbaar om dit kleine gemakkelijk met de post te versturen product, wetende dat in principe met postorderbedrijven zaken "op afstand" wordt gedaan, toch te eisen dat het postorderbedrijf buitenproportionele kosten maakt om het product op te halen? Mij dunkt van wel. Echter, ik deel met jou de mening dat het postorderbedrijf de nodige moeite (die niet onaanvaardbaar is) moet doen om het product terug te krijgen, bijvoorbeeld door eerst de verzendkosten te storten en op een of andere wijze garantie te bieden dat het juiste product zo spoedig mogelijk alsnog wordt verzonden.
Ik kan me echter voorstellen dat ook met succes kan worden betoogd dat als het postorderbedrijf het juiste product opstuurt dan maar direct de opdracht moet geven aan het koeriersbedrijf om het onjuist verzonden product weer op te halen. Een en ander zal ook afhangen van de prijs en of het redelijk is om te verwachten van het postorderbedrijf dat deze een specifiek koeriersbedrijf inschakelt in plaats van de goedkopere algemene post. Een en ander hangt dus af van de specifieke omstandigheden van dit concrete geval waarvan we nog niet alle ins en outs kennen. Ook helpt het niet dat we geen jurisprudentie kennen om te bezien hoe rechters dergelijke zaken plachten te beoordelen.
|
#66: Auteur: Martha
Geplaatst: za 13 feb 2010 16:02
Nou, ik moet bekennen dat als ik er zo tegenaan kijk (aldus jouw zienswijze) dat daar ook wat voor te zeggen is. In ieder geval heb je het zodanig gemotiveerd dat ik er wel in kan meegaan.
Als aanvulling zou ik dan echter willen opmerken dat ik mij afvraag of bij jouw oplossing wel zozeer sprake is van aanvulling door redelijkheid en billijkheid danwel uitleg van de overeenkomst.
Ik geloof dat bij jouw oplossing ook een groot stuk uitleg van de overeenkomst komt kijken. Een redelijke uitleg brengt met zich dat partijen stilzwijgend hebben afgesproken dat de levering op afstand zou plaatshebben.
Maar goed, je argumentatie vind ik overtuigend genoeg om in mee te gaan.
|
#67: Auteur: cia76
Geplaatst: za 13 feb 2010 19:17
Martha schreef: | Als aanvulling zou ik dan echter willen opmerken dat ik mij afvraag of bij jouw oplossing wel zozeer sprake is van aanvulling door redelijkheid en billijkheid danwel uitleg van de overeenkomst. |
In deze aanvulling ligt de vraag besloten wat de grond is voor de teruggave van het duurdere product. Als de grond is onverschuldigde betaling, dan zijn het denk ik de reeds aangehaalde artikelen die van toepassing zijn. Als de grondslag wordt gevormd door de koopovereenkomst dan is het inderdaad de uitleg van de overeenkomst die de motivering moet dragen. Bij uitleg van de overeenkomst spelen de haviltexcriteria natuurlijk een grote rol en in die criteria ligt redelijkheid en billijkheid ook besloten.
Maar de vraag wat de grondslag vormt voor teruggave van het duurdere product is nog niet duidelijk beantwoord, althans ik ben er niet zeker van of de overeenkomst hier reeds voldoende grondslag voor biedt. Hoe dan ook, in het geval de overeenkomst niet als grondslag kan worden aangemerkt voor teruggave, kan men m.i. terugvallen op onverschuldigde betaling. Ik denk dat het strikt formeel hier ook onder valt omdat de overeenkomst (volgens de gegevens van TS) niet ziet op een dergelijke fout van de verkoper terwijl hij dit wel in zijn algemene voorwaarden op had kunnen nemen (volgens mij schreef jij eerder ook al zoiets?) Althans, uit het door TS gestelde blijkt niet van een dergelijke bepaling.
|
|