Gebruikersnaam:   Wachtwoord:   Gratis Registreren | Wachtwoord vergeten? Blog
Rechtenforum.nl
Rechtenforum.nl Rechtenforum.nl
 
Controle paneel
Registreren Registreren
Agenda Agenda
Help Help
Zoeken Zoeken
Inloggen Inloggen

Partners
Energie vergelijken
Internet vergelijken
Hypotheekadviseur
Q Scheidingsadviseurs
Vergelijk.com

Rechtsbronnen
Rechtspraak
Kamervragen
Kamerstukken
AMvBs
Beleidsregels
Circulaires
Koninklijke Besluiten
Ministeriële Regelingen
Regelingen PBO/OLBB
Regelingen ZBO
Reglementen van Orde
Rijkskoninklijke Besl.
Rijkswetten
Verdragen
Wetten Overzicht

Wettenbundel
Awb - Algm. w. best...
AWR - Algm. w. inz...
BW Boek 1 - Burg...
BW Boek 2 - Burg...
BW Boek 3 - Burg...
BW Boek 4 - Burg...
BW Boek 5 - Burg...
BW Boek 6 - Burg...
BW Boek 7 - Burg...
BW Boek 7a - Burg...
BW Boek 8 - Burg...
FW - Faillissement...
Gemw - Gemeente...
GW - Grondwet
KW - Kieswet
PW - Provinciewet
WW - Werkloosheid...
Wbp - Wet bescherm...
IB - Wet inkomstbel...
WAO - Wet op de arb..
WWB - W. werk & bij...
RV - W. v. Burgerlijk...
Sr - W. v. Strafrecht
Sv - W. v. Strafvor...

Visie
Werkgevers toch ...
Waarderingsperik...
Het verschonings...
Indirect discrim...
Een recht op ide...
» Visie insturen

Rechtennieuws.nl
Loods mag worden...
KPN bereikt akko...
Van der Steur wi...
AKD adviseert de...
Kneppelhout beno...
» Nieuws melden

Snellinks
EUR
OUNL
RuG
RUN
UL
UM
UU
UvA
UvT
VU
Meer links

Rechtenforum
Over Rechtenforum
Maak favoriet
Maak startpagina
Mail deze site
Link naar ons
Colofon
Meedoen
Feedback
Contact

Recente topics
tentamens op i...
Volkshuisevest...
Best Name Badg...
incasso proced...
Uwv, zw en bet...

Carrière
Boekel De Nerée
CMS DSB

Content Syndication


 
Het is nu zo 24 aug 2025 12:26
Bekijk onbeantwoorde berichten

Tijden zijn in GMT + 2 uur

Huwelijkse voorwaarden opstellen
Moderator: Moderator Team

 
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 1
Printvriendelijk | E-mail vriend(in) Vorige onderwerp | Volgende onderwerp  
Auteur Bericht
Mayo



Leeftijd: 39
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Kreeft
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 3


BerichtGeplaatst: do 14 dec 2006 15:05    Onderwerp: Huwelijkse voorwaarden opstellen Reageer met quote Naar onder Naar boven

Hey hallo!

Ik heb dringend jullie hulp nodig. Ik moet voor school, aan de hand van een casus, huwelijkse voorwaarden opstellen. Ik heb echter geen idee hoe zulke voorwaarden eruit zien (opgesteld worden e.d.). Daarom heb ik al verschillende notaris kantoren gemaild voor een standaard model van huwelijkse voorwaarden, maar deze reageren helemaal niet!

Inmiddels loopt de stress aardig op, dus ik zou het fijn vinden als jullie me konden helpen!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
ergo sum
Redacteur
ergo sum

Leeftijd: 120

Sterrenbeeld: Schorpioen


Berichten: 17065


BerichtGeplaatst: do 14 dec 2006 16:53    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Kijk in de bibliotheek even in een boek met modellen van akten.
_________________
Vivere est cogitare.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Flash
Moderator
Flash

Leeftijd: 44
Geslacht: Man
Sterrenbeeld: Schorpioen
Studieomgeving (BA): UvA

Berichten: 1608


BerichtGeplaatst: do 14 dec 2006 19:16    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

En houdt er rekening mee dat er niets zo individueel is als een akte van huwelijksvoorwaarden. Als je een blanko model krijgt is het nog maar de vraag of dit van toepassing is op de casus. Wat voor soort huwelijksvoorwaarden moet je opstellen?? Beperkte gemeenschap, koude uitsluiting evt. verrekenbedingen?
_________________
Liefde in twee verschillende werelden,
maar in beide ongelooflijk krachtig.
Deze liefde is pas ontstaan,
maar nu al voor eeuwig prachtig....
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Geert1983




Geslacht: Man



Berichten: 3


BerichtGeplaatst: vr 15 dec 2006 3:20    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

model gemeenschap winst, verlies:


Vandaag de __________ verschijnen voor mij, __________, notaris te __________________:
1. __________________ en
2. __________________.
De comparanten verklaren de vermogensrechtelijke gevolgen van hun voorgenomen huwelijk te regelen door de volgende huwelijksvoorwaarden:

Beperkte gemeenschap

Art. 1
Tussen de echtgenoten bestaat een gemeenschap van winst en verlies met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald.

Art. 2
1 De gemeenschap omvat, wat haar activa betreft alle goederen die de echtgenoten tijdens het bestaan van de gemeenschap hebben verkregen anders dan door erfopvolging, making of gift, met uitzondering van:
a een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt, indien het voor meer dan de helft van zijn prijs ten laste van hem persoonlijk komt;
b hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt, waaronder begrepen een vordering ten zake van waardevermindering van zulk een goed;
c de goederen als in artikel 4 lid 2 bedoeld.
2 Goederen die op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn aan een der echtgenoten vallen desondanks steeds in de gemeenschap. Bij verdeling van de ontbonden gemeenschap wordt met deze verknochtheid rekening gehouden door toepassing van de beginselen van redelijkheid en billijkheid.

Art. 3
Pensioenrechten vallen niet in de gemeenschap. Zij worden in geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed verevend volgens de wet.

Art. 4
1 De gemeenschap omvat, wat haar passiva betreft, alle schulden van de echtgenoten, met uitzondering van:
a de schulden welke bij de aanvang van de gemeenschap bestaan;
b de schulden welke drukken op door erfopvolging, krachtens legaat, lastbevoordeling of als gift verkregen goederen;
c de schulden welke de eigen goederen van een der echtgenoten betreffen met uitzondering van schulden ontstaan ter zake van het normale onderhoud van de echtelijke woning met bijbehoren en de rente verschuldigd ter zake van de ter financiering van deze woning aangegane schulden.
2 Een schuld die een echtgenoot met medeweten van de schuldeiser in verband met de verwerving van een eigen goed aangaat, valt niet in de gemeenschap. Van het "medeweten" van de schuldeiser dient schriftelijk te blijken.

Art. 5
1 Goederen en schulden behorende tot een door één der echtgenoten, al dan niet in vennootschappelijk verband met een derde, uitgeoefend bedrijf of vrij beroep vallen buiten de gemeenschap, met dien verstande dat indien tijdens het bestaan van de gemeenschap op grond van deze regel goederen buiten de gemeenschap geraken of ter financiering van beroeps- of bedrijfsgoederen activa aan de gemeenschap worden onttrokken, de waarde daarvan aan de gemeenschap dient te worden vergoed.
2 Ten bate of ten laste van de gemeenschap komen vergoedingen ten bedrage van de volgens goed koopmansgebruik vast te stellen winsten of verliezen.
3 De vergoedingen als bedoeld in de vorige leden van dit artikel zijn gedurende het bestaan van de gemeenschap niet opeisbaar. Na echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt het bedrag van de vergoeding als bedoeld in lid 2 gesteld op de gedurende het bestaan van de gemeenschap opgetreden toeneming of afneming van het op de balans tot uitdrukking komende eigen vermogen.

Bestuur

Art. 6
1 Ieder van de echtgenoten heeft het bestuur over zijn eigen goederen alsmede over de goederen die van zijn of haar zijde in de gemeenschap zijn gevallen.
2 Goederen ten aanzien waarvan geen van beide echtgenoten kan bewijzen dat ze van zijn of haar zijde in de gemeenschap zijn gevallen staan onder het bestuur van de echtgenoten gezamenlijk.
3 De echtgenoot die het bestuur over eigen goederen of goederen der gemeenschap aan de andere echtgenoot heeft overgelaten, blijft desondanks zelf tot dat bestuur bevoegd. Betreft het overgelaten bestuur eigen goederen dan is de echtgenoot die het bestuur voerde als een lasthebber voor het gevoerde bestuur aansprakelijk, met inachtneming van de aard van de huwelijksverhouding en de aard der goederen.

Kosten van de huishouding

Art. 7
1 De echtgenoten zijn verplicht hetgeen aan inkomen van hun zijde in de gemeenschap valt naar evenredigheid te besteden voor de bestrijding van de kosten van de gemeenschappelijke huishouding, waaronder begrepen de kosten van gebruikelijke verzekeringen, andere dan levensverzekering en ongevallenverzekering, huur- en rentetermijnen de echtelijke woning betreffende, het gebruikersgedeelte van de onroerende-zaakbelasting, de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging alsmede alle kosten van verzorging en opvoeding van de uit het huwelijk geboren of door de echtgenoten geadopteerde kinderen.
2 De ene echtgenoot is verplicht aan de andere echtgenoot die met hem samenwoont, voldoende gelden ter beschikking te stellen ten behoeve van de gewone gang van de huishouding. Hij mag daarbij rekening houden met het bedrag dat de andere echtgenoot voor dat doel dient te bestemmen.
3 Belastingen die het karakter van een vermogensheffing dragen komen voor rekening van degene die dat vermogen bezit.
4 Voor zover de inkomens als in lid 1 van dit artikel bedoeld niet toereikend zijn ter bestrijding van de kosten der huishouding, komen deze kosten ten laste van het gemene vermogen en voor zover ook dit ontoereikend is ten laste van de eigen vermogens der echtgenoten, zulks naar evenredigheid.

Vergoedingen

Art. 8
1 Indien gemeenschapsgoederen gedurende het bestaan van de gemeenschap zijn aangewend voor het betalen van andere dan gemeenschapsschulden, of op enige andere wijze aan het eigen vermogen van een echtgenoot zijn ten goede gekomen, moet door de echtgenoot, te wiens behoeve gemeenschapsgoederen werden aangewend, aan de gemeenschap worden vergoed een bedrag, gelijk aan de waarde van hetgeen aan de gemeenschap werd onttrokken ten dage van de onttrekking.
2 Indien eigen goederen van een echtgenoot zijn aangewend voor het betalen van gemeenschapsschulden of op andere wijze aan de gemeenschap zijn ten goede gekomen, zal aan die echtgenoot ten laste van de gemeenschap een vergoeding toekomen, gelijk aan de waarde van hetgeen aan het eigen vermogen werd onttrokken ten dage van de onttrekking.

Art. 9
1 Indien tijdens het bestaan van de gemeenschap te eniger tijd mocht blijken dat schulden, die ten laste van de gemeenschap komen, daaruit niet ten volle kunnen worden betaald, zal het tekort door de echtgenoten worden voldaan uit hun eigen vermogens, zulks naar evenredigheid daarvan.
2 Ten aanzien van de aldus betaalde bedragen zal gelden hetgeen in het tweede lid van artikel 8 is bepaald, met dien verstande, dat de betreffende echtgenoot ook gedurende het bestaan van de gemeenschap en buiten het geval van faillissement van een der echtgenoten de vergoeding uit de gemeenschap zal kunnen vorderen.

Art. 10
Indien na de ontbinding van de gemeenschap blijkt, dat, met inachtneming van de vergoedingen door en aan de gemeenschap verschuldigd, deze een positief saldo (winst) oplevert, zal dit aan beide echtgenoten, ieder voor de helft, ten goede komen.
Een alsdan blijkend negatief saldo (verlies) zal komen ten laste van beide echtgenoten, ieder voor de helft, ongeacht of zij al dan niet afstand van de gemeenschap doen.

Art. 11
1 Indien een echtgenoot afstand van de gemeenschap doet, blijven zijn vorderingen tot vergoeding onverkort bestaan en zullen deze moeten worden voldaan uit de gemeenschap door de andere echtgenoot, aan wie tengevolge van de gedane afstand de gehele gemeenschap is opgekomen.
2 Is het saldo van de gemeenschap ontoereikend om aan beide echtgenoten ten volle de hun toekomende vergoedingen te voldoen, dan zal het tekort worden gedragen door beide echtgenoten naar evenredigheid van hun vergoedingsvorderingen en dienovereenkomstig zo nodig tussen hen worden verrekend.
3 De verplichtingen tot vergoeding aan de gemeenschap blijven bestaan ten laste van de echtgenoot, die afstand van de gemeenschap doet.

Vermoeden van eigendom

Art. 12
1 Kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën zullen worden geacht eigendom te zijn van diegene der echtgenoten, in wiens gebruik zij zijn of tot wiens gebruik zij uiteraard of in feite zijn bestemd, zonder enig onderzoek naar de herkomst van die zaken en zonder enige verrekening van aanschaffingskosten en dergelijke.
2 Rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn worden overigens als gemeenschapsgoed aangemerkt in alle gevallen waarin tussen de echtgenoten geschil bestaat omtrent de vraag aan wie deze goederen toebehoren en geen van beiden zijn recht op het goed kan bewijzen.

Overlijdensrisicoverzekering

Art. 13
1 Premies van overlijdensrisicoverzekering - daaronder het risicodeel van gemengde verzekering en van ongevallenverzekering begrepen - en al hetgeen overigens in dit verband verschuldigd wordt, zoals poliskosten, behoren niet tot de kosten van de huishouding.
2 De echtgenoten zullen, voor zover dit nog niet is geschied, met de verzekeraar overeenkomen dat de begunstigde als verzekeringnemer en/of als premieplichtige optreedt.
3 De premieplichtige echtgenoot en de verzekeringnemer zullen, voorzover nodig, met de verzekeraar een zodanige premiesplitsing overeenkomen dat, mede in verband met het in lid 2 bepaalde, de uitkering ingevolge overlijden vrij zal zijn van de heffing van successierecht.
4 Indien alsnog premiesplitsing wordt overeengekomen, zal de echtgenoot van de verzekerde aan de verzekerde vergoeden de waarde in het economisch verkeer die de overlijdenscomponent van de lopende polis heeft op het tijdstip van de premiesplitsing.
5 Premies en hetgeen verder terzake van overlijdensrisicoverzekering verschuldigd wordt blijven buiten iedere periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen.

Aanbreng
De comparanten verklaren voorts dat door hen ten huwelijk wordt aangebracht hetgeen is vermeld op de door hen en door mij, notaris, ondertekende staat, welke aan deze akte is vastgehecht.

Huwelijksdatum
De comparanten verklaren tenslotte dat hun huwelijk zal worden voltrokken te _____________ op _____________

Slot akte
De comparanten zijn aan mij, notaris, bekend.
waarvan akte _________________ etc.



gemeenschap vruchten inkomsten:


Vandaag de __________ verschijnen voor mij, __________, notaris te ___________:
1. ____________ en
2. ____________
De comparanten verklaren de vermogensrechtelijke gevolgen van hun aanstaand huwelijk te regelen door de volgende huwelijksvoorwaarden:

Beperkte gemeenschap

Art. 1
Tussen de echtgenoten bestaat een gemeenschap van vruchten en inkomsten.

Art. 2
1 De gemeenschap omvat, wat haar activa betreft alle goederen die de echtgenoten tijdens het bestaan van de gemeenschap hebben verkregen anders dan door erfopvolging, making of gift, met uitzondering van:
a een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt, indien het voor meer dan de helft van zijn prijs ten laste van hem persoonlijk komt;
b hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt, waaronder begrepen een vordering ter zake van waardevermindering van zulk een goed;
c de goederen als bedoeld in artikel 4 lid 2.
2 Goederen die op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn aan een der echtgenoten vallen desondanks steeds in de gemeenschap. Bij verdeling van de ontbonden gemeenschap wordt met deze verknochtheid rekening gehouden door toepassing van de beginselen van redelijkheid en billijkheid.

Art. 3
Pensioenrechten vallen niet in de gemeenschap. Zij worden in geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed verevend volgens de wet.

Art. 4
1 De gemeenschap omvat, wat haar passiva betreft, alle schulden van de echtgenoten, met uitzondering van:
a de schulden welke bij de aanvang van de gemeenschap bestaan;
b de schulden welke drukken op door erfopvolging, krachtens legaat, lastbevoordeling of als gift verkregen goederen;
c de schulden welke de eigen goederen van een der echtgenoten betreffen met uitzondering van schulden ontstaan ter zake van het normale onderhoud van de echtelijke woning met bijbehoren en de rente verschuldigd ter zake van de ter financiering van deze woning aangegane schulden.
2 Een schuld die een echtgenoot met medeweten van de schuldeiser in verband met de verwerving van een eigen goed aangaat, valt niet in de gemeenschap. Van het "medeweten" van de schuldeiser dient schriftelijk te blijken.

Art. 5
Het bepaalde in artikel 126 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.

Bestuur

Art. 6
1 Ieder van de echtgenoten heeft het bestuur over zijn eigen goederen alsmede over de goederen die van zijn of haar zijde in de gemeenschap zijn gevallen.
2 Goederen ten aanzien waarvan geen van beide echtgenoten kan bewijzen dat ze van zijn of haar zijde in de gemeenschap zijn gevallen staan onder het bestuur van de echtgenoten gezamenlijk.
3 De echtgenoot die het bestuur over eigen goederen of goederen der gemeenschap aan de andere echtgenoot heeft overgelaten, blijft desondanks zelf tot dat bestuur bevoegd. Betreft het overgelaten bestuur eigen goederen dan is de echtgenoot die het bestuur voerde als een lasthebber voor het gevoerde bestuur aansprakelijk, met inachtneming van de aard van de huwelijksverhouding en de aard der goederen.

Kosten van de huishouding

Art. 7
1 De echtgenoten zijn verplicht hetgeen aan inkomsten van hun zijde in de gemeenschap valt naar evenredigheid te besteden voor de bestrijding van de kosten van de gemeenschappelijke huishouding, waaronder begrepen de kosten van gebruikelijke verzekeringen, andere dan levensverzekering en ongevallenverzekering, huur- en rentetermijnen de echtelijke woning betreffend het gebruikersgedeelte van de onroerendezaakbelasting, kosten van geneeskundige behandeling en verpleging alsmede alle kosten van verzorging en opvoeding van de uit het huwelijk geboren of door de echtgenoten geadopteerde kinderen.
2 De ene echtgenoot is verplicht aan de andere echtgenoot die met hem samenwoont, voldoende gelden ter beschikking te stellen ten behoeve van de gewone gang van de huishouding. Hij mag daarbij rekening houden met het bedrag dat de andere echtgenoot voor dat doel dient te bestemmen.
3 Belastingen op grond van de vermogensrendementsheffing komen voor rekening van degene die dat vermogen bezit.
4 Voor zover de inkomsten als in lid 1 van dit artikel bedoeld niet toereikend zijn ter bestrijding van de kosten der huishouding, komen deze kosten ten laste van het gemene vermogen en voor zover ook dit ontoereikend is ten laste van de eigen vermogens der echtgenoten, zulks naar evenredigheid.

Vergoedingen

Art. 8
1 Indien gemeenschapsgoederen gedurende het bestaan van de gemeenschap zijn aangewend voor het betalen van andere dan gemeenschapsschulden, of op enige andere wijze aan het eigen vermogen van een echtgenoot zijn ten goede gekomen, moet door de echtgenoot, te wiens behoeve de gemeenschapsgoederen werden aangewend, aan de gemeenschap wordenvergoed een bedrag, gelijk aan de waarde van hetgeen aan de gemeenschap werd onttrokken ten dage van de onttrekking.
2 Indien eigen goederen van een echtgenoot zijn aangewend voor het betalen van gemeenschapsschulden of op andere wijze aan de gemeenschap zijn ten goede gekomen, zal aan die echtgenoot ten laste van de gemeenschap een vergoeding toekomen, gelijk aan het bedrag ten belope waarvan de gemeenschap werd gebaat.
3 Vergoedingen als in dit artikel bedoeld zijn terstond opeisbaar.

Art. 9
Indien gedurende het bestaan van de gemeenschap te eniger tijd mocht blijken, dat schulden, die ten laste van de gemeenschap komen, daaruit niet ten volle kunnen worden betaald, zal het tekort worden voldaan uit het eigen vermogen van de echtgenoot, die de betreffende schulden heeft aangegaan. Is diens vermogen daartoe niet toereikend, dan zal het ontbrekende bedrag moeten worden betaald door de andere echtgenoot uit eigen vermogen. Voor het door de echtgenoten aldus ten laste van het eigen vermogen betaalde zal gelden hetgeen in artikel 7 is bepaald.

Art. 10
1 Indien bij de ontbinding van de gemeenschap blijkt, dat, met inachtneming van de vergoedingen door en aan de gemeenschap verschuldigd, deze een winst-saldo oplevert, zal dit aan beide echtgenoten, ieder voor de helft, ten goede komen.
2 Een alsdan blijkend verlies-saldo zal, voor zover dit is ontstaan door het aangaan van schulden ten behoeve van de gewone gang van de huishouding, door koop op afbetaling van zaken die ten behoeve van de huishouding strekken en/of door te dier zake ten laste van de gemeenschap ontstane vergoedingsplichten, ten laste komen van de beide echtgenoten ieder voor de helft en voor het overige ten laste van ieder der echtgenoten naar de mate waarin de schulden van ieder hunner dit overig verlies-saldo hebben veroorzaakt.
3 Indien en voor zover de echtgenoten niet kunnen of willen aantonen door wiens toedoen het bedoelde overige verlies-saldo is ontstaan, of indien, bij verschil van mening daaromtrent, geen overeenstemming wordt bereikt, zal dit komen ten laste van de beide echtgenoten ieder voor de helft.
4 Het in de tweede en derde lid van het onderhavige artikel bepaalde zal gelden, ongeacht of door een der echtgenoten, dan wel door beiden afstand van de gemeenschap werd gedaan en ongeacht wie hunner het eerst afstand deed.
5 Alle verplichtingen tot vergoeding door de echtgenoten aan de gemeenschap en door de gemeenschap aan de echtgenoten blijven bestaan ten laste en ten behoeve van een echtgenoot, die afstand van de gemeenschap doet.

Vermoeden van eigendom

Art. 11
1 Kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën zullen, behoudens tegenbewijs, worden geacht eigendom te zijn van diegene der echtgenoten, bij wie zij in gebruik zijn of tot wiens gebruik zij uiteraard of in feite zijn bestemd.
2 Rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn worden overigens als gemeenschapsgoed aangemerkt, in alle gevallen waarin tussen de echtgenoten geschil bestaat omtrent de vraag aan wie deze goederen toebehoren en geen van beiden zijn recht op het goed kan bewijzen. Dit vermoeden werkt niet ten nadele van de schuldeisers der echtgenoten.

Overlijdensrisicoverzekering

Art. 12
1 Premies van overlijdensrisicoverzekering - daaronder het risicodeel van gemengde verzekering en van ongevallenverzekering begrepen - en al hetgeen overigens in dit verband verschuldigd wordt, zoals poliskosten, behoren niet tot de kosten van de huishouding.
2 De echtgenoten zullen, voor zover dit nog niet is geschied, met de verzekeraar overeenkomen dat de begunstigde als verzekeringnemer en/of als premieplichtige optreedt.
3 De premieplichtige echtgenoot en de verzekeringnemer zullen, voorzover nodig, met de verzekeraar een zodanige premiesplitsing overeenkomen dat, mede in verband met het in lid 2 bepaalde, de uitkering ingevolge overlijden vrij zal zijn van de heffing van successierecht.
4 Indien alsnog premiesplitsing wordt overeengekomen, zal de echtgenoot van de verzekerde aan de verzekerde vergoeden de waarde in het economisch verkeer die de overlijdenscomponent van de lopende polis heeft op het tijdstip van de premiesplitsing.
5 Premies en hetgeen verder terzake van overlijdensrisicoverzekering verschuldigd wordt, blijven buiten iedere periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen.

Aanbreng
De comparanten verklaarden voorts dat door hen ten huwelijk wordt aangebracht, hetgeen is vermeld op de door hen en mij, notaris, ondertekende staat, welke aan deze akte is vastgehecht.

Huwelijksdatum
De comparanten verklaren tenslotte dat hun huwelijk zal worden voltrokken op _____________ te _____________

Slot akte
De comparanten zijn, evenals de getuigen, aan mij, notaris bekend.
Deze akte is als minuut verleden in tegenwoordigheid van _________ en __________________________________ als getuigen, enz.


model gemeenschap inboedel met verblijvingsbeding:

Vandaag de __________ verschijnen voor mij, __________ notaris te ___________:
1. ____________ en
2. ____________
De comparanten verklaren de vermogensrechtelijke gevolgen van hun aanstaand huwelijk te regelen door de volgende huwelijksvoorwaarden.

Gemeenschap van inboedel

Art. 1
1 Tussen de echtgenoten zal slechts bestaan een gemeenschap van inboedel, zodat elke andere huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap wordt uitgesloten.
2 Onder inboedel wordt verstaan: het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard.

Art. 2
Tot de huwelijksgemeenschap zullen mitsdien ook behoren de inboedelzaken welke door de echtgenoten ten huwelijk worden aangebracht, welke door hen gedurende het bestaan der gemeenschap door erfenis, legaat, lastbevoordeling of schenking worden verkregen, ongeacht de waarde daarvan en die, welke door hen gedurende het bestaan der gemeenschap worden verkregen onder bezwarende titel. Indien ter zake van de verkrijging van inboedelzaken een tegenprestatie wordt voldaan uit eigen vermogen van een echtgenoot heeft zulks niet het ontstaan van een vergoedingsrecht tot gevolg.

Bestuur

Art. 3
De goederen van de gemeenschap staan onder bestuur van de echtgenoten gezamenlijk.

Art. 4
Ingeval tot de gemeenschap behorende goederen onder bezwarende titel in eigendom worden overgedragen, zal de daarvoor ontvangen koopsom of andere tegenprestatie, niet bestaande uit inboedelzaken, tot het eigen vermogen van de echtgenoten gaan behoren, zodanig dat ieder voor de helft daartoe gerechtigd wordt.

Art. 5
De schulden, ontstaan ter zake van verwerving, onderhoud, herstel of verfraaiing van tot de gemeenschap behorende goederen zullen eigen schulden zijn van degene die ze heeft aangegaan. In verband hiermede ontstaan geen vergoedingsplichten.

Vergoedingen

Art. 6
Indien gedurende het bestaan van de gemeenschap daartoe behorende goederen zijn aangewend ten behoeve van het eigen vermogen van een der echtgenoten, zal het bedrag of de waarde daarvan ten dage van de aanwending door deze aan de gemeenschap moeten worden vergoed, eventueel bij wijze van verrekening. Deze vergoedingen zijn onmiddellijk opeisbaar.

Kosten van de huishouding

Art. 7
1 De kosten van de gemeenschappelijke huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, worden vooreerst bestreden uit inkomsten uit arbeid. Indien beide echtgenoten inkomsten uit arbeid genieten worden bedoelde kosten naar evenredigheid gedragen.
2 De echtgenoot die in overwegende mate de inkomsten uit arbeid geniet is verplicht aan de andere echtgenoot voldoende gelden ter beschikking te stellen voor de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding.
3 Onder inkomsten uit arbeid worden begrepen alle uitkeringen welke strekken ter vervanging van inkomsten uit arbeid, zoals sociale uitkeringen, alsmede pensioenuitkeringen en studietoelagen.
4 Ingeval de inkomsten uit arbeid niet toereikend zijn ter bestrijding van de kosten der huishouding, komen de kosten ten laste van de eigen vermogens der echtgenoten, zulks naar evenredigheid.

Bewijsregeling

Art. 8
Kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën zullen, behoudens tegenbewijs, worden geacht eigendom te zijn van diegene der echtgenoten bij wie zij in gebruik zijn of tot wiens gebruik zij uiteraard of in feite zijn bestemd.

Verblijvingsbeding

Art. 9
1 Indien de gemeenschap wordt ontbonden door het overlijden van een van de echtgenoten, zullen alle daartoe behorende goederen verblijven aan de langstlevende hunner, zonder tot enige vergoeding of verrekening te zijn gehouden.
2 De echtgenoten geven elkaar onherroepelijk volmacht mede te werken aan de levering die voor de overgang van de verbleven goederen vereist is.

Overlijdensrisicoverzekering

Art. 10
1 Premies van overlijdensrisicoverzekering - daaronder het risicodeel van gemengde verzekering en van ongevallenverzekering begrepen - en al hetgeen overigens in dit verband verschuldigd wordt, zoals poliskosten, behoren niet tot de kosten van de huishouding.
2 De echtgenoten zullen, voorzover dit nog niet is geschied, met de verzekeraar overeenkomen dat de begunstigde als verzekeringnemer en/of als premieplichtige optreedt.
3 De premieplichtige echtgenoot en de verzekeringnemer zullen, voorzover nodig, met de verzekeraar een zodanige premiesplitsing overeenkomen dat, mede in verband met het in lid 2 bepaalde, de uitkering ingevolge overlijden vrij zal zijn van de heffing van successierecht.
4 Indien alsnog premiesplitsing wordt overeengekomen, zal de echtgenoot van de verzekerde aan de verzekerde vergoeden de waarde in het economisch verkeer die de overlijdenscomponent van de lopende polis heeft op het tijdstip van de premiesplitsing.
5 Premies en hetgeen verder ter zake van overlijdensrisicoverzekering verschuldigd wordt, blijven buiten iedere periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen.

Belastingen

Art. 11
Belastingen op grond van de vermogensrendementsheffing worden gedragen naar evenredigheid van beider zuiver eigen vermogen.

Pensioenverevening

Art. 12
In geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed zal pensioenverevening plaatsvinden volgens de wet.

Aanbreng
De comparanten verklaren dat door hen ten huwelijk worden aangebracht, behalve de tot de in artikel 1 vermelde gemeenschap van inboedel behorende goederen en de te hunnen name staande goederen en behalve hun kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën, al die roerende goederen die specifiek zijn vermeld op de aan deze akte te hechten, door partijen en mij, notaris, ondertekende beschrijving.

Huwelijksdatum
De comparanten verklaren tenslotte dat hun huwelijk zal worden voltrokken te ___________ op ___________

Slot akte
De comparanten zijn aan mij, notaris, bekend.

model wettelijk deelgenootschap:

Vandaag __________ verschijnen voor mij, __________, notaris ter standplaats ___________________
1. de heer ____________ en
2. mevrouw ____________
De comparanten verklaren de gevolgen van hun aanstaand huwelijk te regelen door de navolgende huwelijkse voorwaarden:

Wettelijk deelgenootschap

Art. 1
Tussen de echtgenoten zal generlei huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap bestaan. Slechts zal tussen hen bestaan een deelgenootschap, inhoudende de verplichting tot deling van de vermeerdering van beider vermogen, die gedurende het deelgenootschap heeft plaats gevonden, met inachtneming van de navolgende bepalingen.

Kosten van de huishouding

Art. 2
1 De kosten van de gemeenschappelijke huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, worden vooreerst bestreden uit inkomsten uit arbeid. Indien beide echtgenoten inkomsten uit arbeid genieten, worden bedoelde kosten naar evenredigheid gedragen.
2 De echtgenoot die in overwegende mate de inkomsten uit arbeid geniet, is verplicht aan de andere echtgenoot voldoende gelden ter beschikking te stellen voor de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding.
3 Onder inkomsten uit arbeid worden begrepen alle uitkeringen welke strekken ter vervanging van inkomsten uit arbeid, zoals sociale uitkeringen, alsmede pensioenuitkeringen en studietoelagen.
4 In geval de inkomsten uit arbeid niet toereikend zijn ter bestrijding van de kosten der huishouding, komen de kosten ten laste van het gemene vermogen en voor zover ook dit ontoereikend is, ten laste van de eigen vermogens der echtgenoten.

Vermoeden van eigendom

Art. 3
1 Kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën zullen, behoudens tegenbewijs, worden geacht eigendom te zijn van diegene der echtgenoten, bij wie zij in gebruik zijn of tot wiens gebruik zij uiteraard of in feite zijn bestemd.
2 Overigens worden rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn geacht aan beide echtgenoten, ieder voor de helft, toe te behoren, in alle gevallen waarin tussen de echtgenoten geschil bestaat omtrent de vraag aan wie deze goederen toebehoren en geen van beiden zijn recht op het goed kan bewijzen. Dit vermoeden werkt niet ten nadele van de schuldeisers der echtgenoten.

Beginvermogen

Art. 4
De bij de aanvang van het deelgenootschap aanwezige goederen en schulden van ieder der echtgenoten en de waarde van elk der goederen afzonderlijk zijn vermeld op de door de echtgenoten en de notaris ondertekende en aan deze akte gehechte staat (of: in de hierna opgenomen staat van aanbrengsten). Op deze staat zijn niet vermeld de in de eerste alinea van artikel 3 vermelde goederen.

Art. 5
1 Het beginvermogen wordt gevormd door:
a de goederen, die de echtgenoot bij de aanvang van het deelgenootschap bezat, verminderd met de toen bestaande schulden, en
b de goederen, die de echtgenoot tijdens het bestaan van het deelgenootschap door erfopvolging, making of gift - onverschillig of deze tot beloning of om andere redenen is gedaan - heeft verkregen, verminderd met de op die verkrijging drukkende schulden en lasten waaronder begrepen het te dier zake betaalde of schuldig geworden recht van successie of schenking. Onder de giften worden die welke van geringe omvang zijn, niet opgenomen.
2 Van de onder a en b bedoelde goederen zijn uitgezonderd de krachtens erfrecht of schenking verkregen goederen, ten aanzien van welke door de erflater of schenker is bepaald, dat deze niet zullen worden betrokken in enig bestaand of toekomstig huwelijksvermogensrechtelijk deelgenootschap of dat deze niet zullen vallen in enige huwelijksgemeenschap waarin de desbetreffende echtgenoot is gehuwd of zal huwen en voorts de kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën.
3 De door een echtgenoot aan derden gedane schenkingen - uitgezonderd die van geringe omvang - zullen, ter bepaling van de vermogensvermeerdering of -vermindering in mindering op het beginvermogen worden gebracht.

Art. 6
1 De aanvangswaarde van de tot het beginvermogen behorende goederen wordt als volgt bewezen:
a wat betreft de ten huwelijk aangebrachte goederen, uitsluitend door de in artikel 4 bedoelde staat. Ontbreekt een goed op die staat of is de waarde daarvan niet daarbij vermeld, dan komt de waarde van het goed niet voor de berekening van de waarde van het stamvermogen van de betrokken echtgenoot in aanmerking;
b wat betreft de door erfopvolging, making of gift verkregen goederen, door de aangifte volgens welke het recht van successie of schenking is geheven; is een aanslag niet overeenkomstig de aangifte geschied, dan wordt die aanslag aan het bewijs ten grondslag gelegd. Bij gebreke van een aangifte en een aanslag, kan het bewijs door alle middelen rechtens worden geleverd.

Art. 7
1 De in artikel 10 bedoelde schulden en lasten, die in mindering van het beginvermogen komen, kunnen, ook wanneer zij niet op de in de artikelen 4 en 11 genoemde geschriften zijn vermeld, door de echtgenoot tot wiens vermogen zij niet behoren, met alle middelen rechtens worden bewezen.
2 Schulden, die onmiddellijk opeisbaar waren, worden in aanmerking genomen voor het nominale bedrag. De schulden onder tijdsbepaling of voorwaarde worden geschat op de wijze als in de Faillissementswet voor de verificatie is aangegeven. Bij de schatting van schulden onder voorwaarde wordt er rekening mede gehouden of bij de aanvang van het deelgenootschap de voorwaarde al of niet was vervuld.

Inlichtingen

Art. 8
1 Tijdens het bestaan van het deelgenootschap is de ene echtgenoot aan de andere geen verantwoording over het bestuur van zijn goederen schuldig en verplicht slecht bestuur over die goederen niet tot schadevergoeding.
2 De ene echtgenoot kan jaarlijks van de andere echtgenoot een gespecificeerde schriftelijke opgave vorderen van diens goederen en schulden. Wordt deze opgave gevorderd, dan zal deze moeten geschieden binnen een maand daarna.
3 De opgave moet desverlangd ten overstaan van een notaris worden beëdigd. Deze notaris zal worden aangewezen door- en de kosten van de beëdiging zullen komen ten laste van de echtgenoot die deze wenst.

Einde

Art. 9
Het deelgenootschap eindigt:
a door het eindigen van het huwelijk;
b door scheiding van tafel en bed;
c door het vonnis dat het deelgenootschap opheft;
d door een opheffing bij latere huwelijksvoorwaarden.

Eindvermogen

Art. 10
1 Na het eindigen van het deelgenootschap kan ieder der echtgenoten de deling van de vermogensvermeerdering vorderen. Ten einde tot vaststelling van de omvang der vermogensvermeerdering of vermindering te geraken kan ieder der echtgenoten tot specifieke beschrijving en schatting van zijn vermogen overgaan en vorderen dat het vermogen van de andere echtgenoot specifiek wordt beschreven en geschat. Aan een dergelijke vordering zal door deze andere echtgenoot binnen een maand daarna moeten worden voldaan.
2 Tot de beschrijving moet de andere echtgenoot behoorlijk zijn opgeroepen; deze kan desgewenst zich bij de beschrijving doen vertegenwoordigen of/ en zich daarbij doen bijstaan. De echtgenoot wiens vermogen beschreven is, moet desgevraagd zijn opgave beëdigen ten overstaan van een notaris.
3 In de beschrijving moeten worden opgenomen alle op het ogenblik waarop het deelgenootschap is geëindigd aanwezige goederen - met uitzondering van de in artikel 3 bedoelde kleren, lijfstoebehoren, kleinodiën en de goederen ten aanzien waarvan een erflater of schenker heeft bepaald dat deze niet zullen worden betrokken in enig bestaand of toekomstig huwelijksvermogensrechtelijk deelgenootschap of dat deze niet zullen vallen in enige huwelijksgemeenschap waarin de desbetreffende echtgenoot is gehuwd of zal huwen - en alle op dat ogenblik bestaande schulden en lasten.
4 Indien het deelgenootschap is geëindigd door opheffing bij vonnis dan wel door echtscheiding of door scheiding van tafel en bed op vordering van een der partijen, treedt voor het in het vorige lid genoemde ogenblik in de plaats de aanvang van de dag waarop de daartoe strekkende rechtsvordering werd ingesteld. Zulks zal mede het geval zijn, indien een rechtsvordering als in het vorige lid bedoeld is ingesteld, en, voordat een uitspraak hierop in kracht van gewijsde is gegaan, het deelgenootschap op andere wijze is geëindigd.
5 De schatting van de goederen geschiedt naar de waarde op het in het vorig lid aangewezen ogenblik - door de echtgenoten in onderling overleg en, indien geen overeenstemming dienaangaande wordt bereikt, op dezelfde wijze als voor de verdeling van een gemeenschap in de wet is bepaald.
6 De bij het eindigen van het deelgenootschap bestaande opeisbare schulden en lasten zullen worden in aanmerking genomen voor het nominale bedrag.
De alsdan bestaande schulden en lasten onder tijdsbepaling of voorwaarde zullen naar dat ogenblik worden geschat op de wijze als in de Faillissementswet voor de verificatie is aangegeven. Bij de schatting van schulden en lasten onder voorwaarde wordt er rekening mede gehouden of op het ogenblik van het eindigen van het deelgenootschap de voorwaarde al of niet was vervuld.
Het in dit artikel bepaalde zal, na het overlijden van een der echtgenoten of van beiden, op overeenkomstige wijze ten aanzien van de erfgenamen toepasselijk zijn.

Deling

Art. 11
1 De deling van de vermogensvermeerdering geschiedt doordat een der echtgenoten uit zijn vermogen aan de andere echtgenoot zoveel uitkeert, dat beider vermogen met een gelijk bedrag is vermeerderd.
2 Heeft het vermogen van een der echtgenoten een vermindering ondergaan, die groter is dan de vermeerdering van het vermogen van de andere echtgenoot, dan wordt aan de eerstbedoelde echtgenoot door de andere echtgenoot slechts uitgekeerd een bedrag, gelijk aan het gehele bedrag van de vermeerdering van het vermogen van de laatstgenoemde echtgenoot.
3 Bij het vaststellen van de vermogensvermeerdering of vermindering zullen de in artikel 3 bedoelde kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën buiten beschouwing worden gelaten.

Art. 12
De vermeerdering of vermindering van het vermogen van een echtgenoot zal worden vastgesteld door van het saldo van zijn vermogen bij de eindiging van het deelgenootschap het saldo van zijn stamvermogen af te trekken.

Art. 13
De uitkering, waartoe een echtgenoot jegens de andere echtgenoot krachtens de deling is gehouden, geschiedt in geld en is onmiddellijk opeisbaar tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten, in welk geval het verschuldigde benevens de wettelijke rente na verloop van een zekere tijd, hetzij ineens, hetzij in termijnen zal worden voldaan. De gerechtigde heeft in dit geval het recht dat hem persoonlijke of zakelijke zekerheid wordt gesteld.

Art. 14
De kosten, aan de bovenbedoelde beschrijvingen en aan de deling verbonden, zullen door beide echtgenoten ieder voor de helft worden gedragen.

Overlijdensrisicoverzekering

Art. 15
1 Premies van overlijdensrisicoverzekering - daaronder het risicodeel van gemengde verzekering en van ongevallenverzekering begrepen - en al hetgeen overigens in dit verband verschuldigd wordt, zoals poliskosten, behoren niet tot de kosten van de huishouding.
2 De echtgenoten zullen, voor zover dit nog niet is geschied, met de verzekeraar overeenkomen dat de begunstigde als verzekeringnemer en/of als premieplichtige optreedt.
3 De premieplichtige echtgenoot en de verzekeringnemer zullen, voorzover nodig, met de verzekeraar een zodanige premiesplitsing overeenkomen dat, mede in verband met het in lid 2 bepaalde, de uitkering ingevolge overlijden vrij zal zijn van de heffing van successierecht.
4 Indien alsnog premiesplitsing wordt overeengekomen, zal de echtgenoot van de verzekerde aan de verzekerde vergoeden de waarde in het economisch verkeer die de overlijdenscomponent van de lopende polis heeft op het tijdstip van de premiesplitsing.
5 Premies en hetgeen verder terzake van overlijdensrisicoverzekering verschuldigd wordt, blijven buiten iedere periodieke of finale verrekening van inkomsten en/of vermogen.

Belastingen

Art. 16
Belastingen op grond van de vermogensrendementsheffing worden gedragen naar evenredigheid van beider zuiver eigen vermogen.

Pensioenverevening

Art. 17
Pensioenrechten worden in geval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed verevend volgens de wet.

Staat van aanbrengsten
De comparanten verklaren vervolgens dat door hen, behalve hun kleren, lijfstoebehoren en kleinodiën ten huwelijk worden aangebracht:
door de comparant sub 1, de heer ___________:
de navolgende goederen:
___________ waard f ___
enz. (alles zo specifiek mogelijk, met afzonderlijke waardevermelding):
de navolgende schulden en lasten:
___________ f ___
enz.
door de comparante sub 2, mevrouw ___________:
de navolgende goederen:
___________ waard f ___
enz. (als boven)
de navolgende schulden en lasten:
___________ f ___

Huwelijksdatum
Ten slotte verklaren de comparanten, dat hun aanstaand huwelijk zal worden voltrokken te ___________ op ___________:

Slot akte
De comparanten zijn aan mij, notaris, bekend.
Deze akte is als minuut verleden enz.


Allen zijn ontworpen door prof. van Mourik. Gebruik van deze modellen is in strijd met de auteurswet etc. etc. en wordt dus ernstig afgeraden... ....
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Verstuur e-mail
Mayo



Leeftijd: 39
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Kreeft
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 3


BerichtGeplaatst: za 16 dec 2006 12:39    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Geweldig!! Dank je wel!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Mayo



Leeftijd: 39
Geslacht: Vrouw
Sterrenbeeld: Kreeft
Studieomgeving (BA): UU

Berichten: 3


BerichtGeplaatst: za 16 dec 2006 15:38    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Hoe geweldig de standaard voorwaarden waren van Geert1983, ben ik zojuist tot de conclusie gekomen dat het in mijn opdracht, waarschijnlijk, gaat om een koude uitsluiting met verrekenbeding..

Kan iemand mij hierbij helpen, wellicht weer met een standaard voorbeeld?

Ik zou het heel erg waarderen!
Bekijk profiel Stuur privé bericht
bona fides




Geslacht: Man

Studieomgeving (BA): UL
Studieomgeving (MA): UL
Berichten: 22912


BerichtGeplaatst: za 16 dec 2006 18:11    Onderwerp: Reageer met quote Naar onder Naar boven

Vergis ik me als ik denk dat je aan de hand van het lesmateriaal hier zelf uit zou moeten kunnen komen?
_________________
Hanc marginis exiguitas non caperet.
Bekijk profiel Stuur privé bericht
Berichten van afgelopen:   
Plaats nieuw bericht   Plaats reactie Pagina 1 van 1

Tijden zijn in GMT + 2 uur


Wie zijn er online?
Leden op dit forum: Geen

U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen
U mag geen reacties plaatsen
U mag uw berichten niet bewerken
U mag uw berichten niet verwijderen
U mag niet stemmen in polls

Ga naar:  



Home | Over Rechtenforum.nl | Agenda | Visie | Downloads | Links | Mail deze site | Contact

Sites: Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Juridischeagenda.nl | Juridica.nl | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl

© 2003 - 2018 Rechtenforum.nl | Gebruiksvoorwaarden | Privacyverklaring | RSS feeds