Een winkelkarretje op drift...

Lucas

Een donderdagavond in een toeristisch plaatsje in het zuiden van Limburg...

In het uitgaansgebied is het die avond niet druk. Een groepje jongemannen begeeft zich naar een café, door de belangrijkste straat in dit uitgaansgebied. De straat maakt een desolate indruk.

Plots ziet één van de jongemannen een winkelkarretje staan. Onbeheerd, verlaten, ja zelfs verloren staat het op straat.
De inmiddels genoten alcohol en de lollige, melige bui waarin het merendeel van de groep verkeert, zorgt er uiteindelijk voor dat één van de groepsleden ín het karretje beland, waarin hij vervolgens vrolijk door de straat wordt voortgeduwd door een van zijn vrienden.
De snelheid bij de rit loopt aardig op, maar, zo zullen de groepsleden later aangeven, een groot risico werd er nooit genomen.
De groep lacht om dit alles en gaat uiteindelijk gezamenlijk een café binnen, om de avond een gezellig vervolg te geven.

Nog geen vijf minuten in het café aanwezig, wordt de gezelligheid bruut verstoort. Een acht man (!) sterke politiemacht haalt de groep in zijn geheel naar buiten, en bekeurt vervolgens degene die zich in het karretje bevond ten tijde van het voortduwen door de straat.

De beschuldiging luidt; baldadigheid tegen goederen gepleegd, als strafbaar gesteld in art. 424 Sr. .
Voorwaarde voor strafbaarheid op basis van dit artikel is overigens niet enkel het plegen van "enige baldadigheid", maar ook het zodanig gedragen dat daarbij "gevaar of nadeel teweeg kan worden gebracht."

De vraag is: wie is het met deze gang van zaken eens, of juist niet? En waarom?

En zou, in geval van bestraffing, de "duwer" bestraft moeten worden, of juist de "inzittende" van het winkelkarretje?