vordering op overleden partner (lees wettelijke erfgenamen)

[fio]

Onderwerp: Geldt vordering op overleden partner (lees wettelijke erfgenamen) ook als het verblijvingsbeding van toepassing is?


Goedendag lezers,


Dit bericht heb ik vorige week geplaatst in de categorie burgerlijk recht, maar wellicht behoort dit thuis in de categorie civiel recht.

Mijn partner is onlangs overleden. Door deze gebeurtenis is mijn situatie veranderd en daarover heb ik een vraag.

Mijn partner en ik hebben destijds een samenlevingsovereenkomst laten opstellen, waarbij bepaald is dat de woning in gemeenschappelijke eigendom was (ieder voor de helft).

Door mij is ongeveer zeven jaar geleden een aantal (extra) aflossingen op de hypothecaire lening verricht. Door mijn partner is dat destijds niet gedaan (ook niet in de jaren daarna).

Gelet op artikel 5 (zie hieronder) verkrijg ik daardoor een vordering op de ander. Doordat mijn partner onlangs overleden is, zou ik daardoor een vordering op de wettelijke erfgenamen verkrijgen.

Artikel 5
1. Als partijen een door hen tezamen te bewonen woning gemeenschappelijk in eigendom hebben, ontstaat als partijen voor de aanschaf van deze woning niet naar rato van de eigendomsverhouding uit eigen middelen bijdragen of hebben bijgedragen, voor degene die méér dan de ander bijdraagt, een vordering op de andere partij.
2. Alle kosten en lasten met betrekking tot de eigendom van de woning die gemeenschappelijk eigendom is van partijen, daaronder begrepen de aflossingen op de (hypothecaire) lening, voor zover deze betrekking heeft op de woning, en de premies voor het spaargedeelte van de levensverzekering, komen voor rekening van beiden, ieder voor het gedeelte waarvoor hij of zij eigenaar is, terwijl zij ook in deze verhouding delen in de gevolgen van een waardevermeerdering of vermindering van de woning.

Geldt vordering op overleden partner (lees wettelijke erfgenamen) ook als het verblijvingsbeding van toepassing is? Immers komt gelet op artikel 10 (zie hieronder) de gehele woning (zowel eigendom als schuld) nu aan mij toe.

Artikel 10
1. Wanneer de samenleving eindigt door overlijden, zonder dat de overledene afstammelingen achterlaat, zullen de gemeenschappelijke goederen zonder vergoeding van de waarde verblijven aan de langstlevende van hen. Deze is verplicht om het aandeel van de ander in de eventuele schulden die op die goederen betrekking hebben over te nemen en als eigen schuld te voldoen.
2. Voor het geval van verblijving na overlijden verlenen partijen elkaar over en weer volmacht ter uitvoering van de verplichting tot levering. Deze volmacht is onherroepelijk.

Graag verneem ik jullie reacties.