|
Auteur |
Bericht |
Stevieg
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG Studieomgeving (MA): RUG Berichten: 1
|
Geplaatst: zo 13 okt 2013 12:49 Onderwerp: Eigendom 4:28 BW |
|
|
Wie heeft het eigendomsrecht als er sprake is van artikel 4:28BW?
Stel dat er sprake is van een huwelijk in gemeenschap van goederen. De man en de vrouw hebben een dochter. In de gemeenschap valt ook de gezamenlijke woning. De man overlijdt en de vrouw blijft er wonen o.g.v. 4:28BW.
Is het dan zo dat de vrouw het volledige eigendom behoudt of wordt de dochter mede-eigenaar op grond van het deel van haar vader dat zij erft?
Gr.
Steven |
|
|
|
 |
Rechtstreeks
Leeftijd: 34 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): HL
Berichten: 37
|
Geplaatst: zo 13 okt 2013 21:26 Onderwerp: |
|
|
Beste Steven,
Als hoofdregel, dus zonder testament of wilsbeschikking, treed art. 4:13 BW inwerking.
In lid 3 van bovengenoemde art. staat geschreven wanneer de vordering opeisbaar is voor kinderen.
Ik citeer: Ieder van de kinderen verkrijgt als erfgenaam van rechtswege een geldvordering ten laste van de echtgenoot, overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. Deze vordering is opeisbaar:
a. indien de echtgenoot in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsanering natuurlijkpersoon van toepassing is verklaard;
b. wanneer echtgenoot is overleden.
De echtgenoot is bij erfopvolging bij versterf dus in eerste instantie houder van het nalatenschap van de kinderen. De kinderen kunnen pas aanspraak maken door een van de hierboven vermelden manieren. Meestal is dit door het overlijden van de echtgenoot. _________________ ~ Wie mij niet groot hebben gebracht, krijgen mij ook niet klein ~ |
|
|
|
 |
FlyingDutchman
Leeftijd: 45 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 66
|
Geplaatst: zo 13 okt 2013 23:03 Onderwerp: |
|
|
Alvorens je aan het erfrecht toekomt, dien je eerst het huwelijksvermogensrecht af te wikkelen.
Gelet dat de ouders in een gemeenschap van goederen gehuwd waren, komt de helft van de woning al krachtens huwelijksvermogensrecht toe aan de langstlevende. Voor de overblijvende helft geldt dan vervolgens wat Rechtstreeks aangeeft.
Uitzondering daarop zou zijn als het huis niet in de huwelijksgemeenschap is gevallen, dit zou zelfs bij gemeenschap van goederen kunnen als het huis is gekocht van privé vermogen (uit een erfenis of schenking met een privéclausule inhoudende dat e.e.a. nooit in een huwelijksgemeenschap zal vallen).
De wilsrechten hebben hier overigens niet zoveel mee te maken. |
|
|
|
 |
|