|
Auteur |
Bericht |
Rechtenstudent93
Leeftijd: 32 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU
Berichten: 14
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 0:03 Onderwerp: Art. 3:97 lid 2 BW Levering bij voorbaat |
|
|
Art. 3:97 lid 2 BW kent 2 zinnen:
(1)Een levering bij voorbaat van een toekomstig goed werkt niet tegen iemand die het goed ingevolge een eerdere levering bij voorbaat heeft verkregen.
Dit houdt in dat de eerste levering bij voorbaat voorrang heeft op de tweede levering bij voorbaat. Bijv. als A eerst aan B bij voorbaat levert en later aan C bij voorbaat levert, gaat B voor.
(2)Betreft het een roerende zaak, dan werkt zij jegens deze vanaf het tijdstip dat de zaak in handen van de verkrijger is gekomen.
Alleen ik snap de tweede zin niet van dit artikel. Zou iemand de tweede volzin van art. 3:97 lid 2 BW (liefst met voorbeelden) willen uitleggen?
Bij voorbaat dank |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 2:08 Onderwerp: Re: Art. 3:97 lid 2 BW Levering bij voorbaat |
|
|
Rechtenstudent93 schreef: | Art. 3:97 lid 2 BW kent 2 zinnen:
(1)Een levering bij voorbaat van een toekomstig goed werkt niet tegen iemand die het goed ingevolge een eerdere levering bij voorbaat heeft verkregen.
Dit houdt in dat de eerste levering bij voorbaat voorrang heeft op de tweede levering bij voorbaat. Bijv. als A eerst aan B bij voorbaat levert en later aan C bij voorbaat levert, gaat B voor. |
Die eerste zin heeft niets met "voorrang" te maken, wat je ook precies met voorrang mag bedoelen. De eerste zin zegt dat een levering bij voorbaat van een toekomstig goed tegenover iedereen werking heeft behalve tegenover een persoon "die het goed ingevolge een eerdere levering bij voorbaat heeft verkregen". Tegenover een persoon D is de levering aan C dus gewoon geldig. Alleen tegenover B niet. (Ok, in zekere zin heeft B dus "voorrang" in een geschil waarin zowel B als C betrokken zijn, maar "voorrang" is veel te algemeen.)
Quote: | (2)Betreft het een roerende zaak, dan werkt zij jegens deze vanaf het tijdstip dat de zaak in handen van de verkrijger is gekomen. |
De tweede zin zegt voor het geval dat het goed een roerende zaak is dat, in jouw voorbeeld, de levering aan C ook tegenover B werking heeft vanaf het moment dat C die roerende zaak in handen heeft gekregen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Rechtenstudent93
Leeftijd: 32 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU
Berichten: 14
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 10:09 Onderwerp: Re: Art. 3:97 lid 2 BW Levering bij voorbaat |
|
|
[quote="bona fides"] Rechtenstudent93 schreef: |
Quote: | (2)Betreft het een roerende zaak, dan werkt zij jegens deze vanaf het tijdstip dat de zaak in handen van de verkrijger is gekomen. |
De tweede zin zegt voor het geval dat het goed een roerende zaak is dat, in jouw voorbeeld, de levering aan C ook tegenover B werking heeft vanaf het moment dat C die roerende zaak in handen heeft gekregen. |
Is die tweede zin nou een uitzondering op de eerste zin wat betreft roerende zaken? Ik vind het namelijk nog erg vreemd en ingewikkeld.
Stel A levert (bij voorbaat) aan C (de tweede persoon, namelijk na B), dit zou volgens de eerste zin inhouden dat A beschikkingsonbevoegd is tegenover C, aangezien A zou houden voor B (art. 3:97 jo. 3:90 jo. 3:115 sub a BW).
Maar is het nou een uitzondering wat betreft roerende zaken wanneer A toch een roerende zaak aan C levert (de tweede persoon) dat dit mogelijk is, al zou A beschikkingsonbevoegd tegenover C zijn?
Kort samengevat, wat is precies de nuance (of de uitzondering) die art. 3:97 lid 2 BW in de tweede volzin aanbrengt betreffende roerende zaken alleen? |
|
|
|
 |
Regin
Leeftijd: 38 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 11:33 Onderwerp: |
|
|
Rechtenstudent93 schreef: | Kort samengevat, wat is precies de nuance (of de uitzondering) die art. 3:97 lid 2 BW in de tweede volzin aanbrengt betreffende roerende zaken alleen? |
Ingevolge de eerste zin van art. 3:97 lid 2 BW wordt B eigenaar. Zodra A rechthebbende wordt van de zaak, valt de zaak onmiddelijk daarna in het vermogen van B. Als A vervolgens de zaak overhandigt aan C, is A inderdaad beschikkingsonbevoegd. De nuance die de tweede zin van art. 3:97 lid 2 BW aanbrengt is dat C zich kan beroepen op verkrijging te goeder trouw (art. 3:86 BW) als A de roerende zaak aan C heeft overhandigd. Als de roerende zaak niet aan C is overhandigd, kan C in goederenrechtelijke zin helemaal nergens aanspraak op maken.
Laatst aangepast door Regin op wo 20 jun 2012 11:39, in totaal 2 keer bewerkt |
|
|
|
 |
marja.verstralen
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1100
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 11:35 Onderwerp: |
|
|
... heet dat niet 'relativering van de levering c.p.'? |
|
|
|
 |
Regin
Leeftijd: 38 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 11:38 Onderwerp: |
|
|
marja.verstralen schreef: | ... heet dat niet 'relativering van de levering c.p.'? |
Dat is art. 3:90 lid 2 BW. Een levering bij voorbaat is niet altijd een (geanticipeerde) levering c.p. |
|
|
|
 |
marja.verstralen
Leeftijd: 44 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 1100
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 11:39 Onderwerp: |
|
|
ok, bedankt. |
|
|
|
 |
Rechtenstudent93
Leeftijd: 32 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU
Berichten: 14
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 12:09 Onderwerp: |
|
|
Regin schreef: | Rechtenstudent93 schreef: | Kort samengevat, wat is precies de nuance (of de uitzondering) die art. 3:97 lid 2 BW in de tweede volzin aanbrengt betreffende roerende zaken alleen? |
Ingevolge de eerste zin van art. 3:97 lid 2 BW wordt B eigenaar. Zodra A rechthebbende wordt van de zaak, valt de zaak onmiddelijk daarna in het vermogen van B. Als A vervolgens de zaak overhandigt aan C, is A inderdaad beschikkingsonbevoegd. De nuance die de tweede zin van art. 3:97 lid 2 BW aanbrengt is dat C zich kan beroepen op verkrijging te goeder trouw (art. 3:86 BW) als A de roerende zaak aan C heeft overhandigd. Als de roerende zaak niet aan C is overhandigd, kan C in goederenrechtelijke zin helemaal nergens aanspraak op maken. |
Dankjewel!  |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 20 jun 2012 13:01 Onderwerp: Re: Art. 3:97 lid 2 BW Levering bij voorbaat |
|
|
Rechtenstudent93 schreef: | Is die tweede zin nou een uitzondering op de eerste zin wat betreft roerende zaken? Ik vind het namelijk nog erg vreemd en ingewikkeld. |
De tweede zin is een aanvulling.
De levering van een (niet-toekomstige) roerende zaak geschiedt door bezitverschaffing. Stel ik lever je vandaag "bij voorbaat" een toekomstige roerende zaak. Later op de dag maak ik die zaak, en morgen overhandig ik je die zaak. Het zou nu raar zijn als vanaf het moment van overhandiging de levering in bepaalde opzichten nog steeds "zwakker" zou zijn dan wanneer ik morgen door bezitverschaffing zou leveren door jou die zaak op precies dezelfde manier te overhandigen. Daarom is er die tweede zin. (Die bezitsverschaffing door overhandiging morgen zou namelijk helemaal een geldige levering zijn, ook als ik de zaak gisteren al bij voorbaat zou hebben geleverd aan een ander. Ik hoef geen eigenaar te zijn om jou door overhandiging een roerende zaak te kunnen leveren. Let wel, we hebben het hier alleen over de geldigheid van de levering, niet over de geldigheid van de eigendomsoverdracht. Voor dat laatste moet je naar alle voorwaarden van art. 3:84 BW kijken en art. 3:86 en 88 BW meenemen.)
Quote: | Stel A levert (bij voorbaat) aan C (de tweede persoon, namelijk na B), dit zou volgens de eerste zin inhouden dat A beschikkingsonbevoegd is tegenover C, aangezien A zou houden voor B (art. 3:97 jo. 3:90 jo. 3:115 sub a BW). |
Beschikkingsbevoegdheid is een andere eis die art. 3:84 stelt. Art. 3:97 BW gaat over levering. Eén en ander kan elkaar wel beïnvloeden, maar daarvoor moet je stap voor stap een casus doorwerken.
Quote: | Maar is het nou een uitzondering wat betreft roerende zaken wanneer A toch een roerende zaak aan C levert (de tweede persoon) dat dit mogelijk is, al zou A beschikkingsonbevoegd tegenover C zijn? |
Levering en beschikkingsbevoegdheid staan dus los van elkaar. Dit is belangrijk om te beseffen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|