|
Auteur |
Bericht |
MichaelRongen
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): LOI
Berichten: 23
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 11:08 Onderwerp: Rechtsvorm Eenmanszaak valt onder consumentenrecht? |
|
|
Betreft dit vonnis: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV3729 waar BW 7:46a en BW 7:46d als basis dient voor het afwijzen van een vordering op een eenmanszaak (h.o.d.n.).
Wat ik nu zo merkwaardig vind is dat de kantonrechter BW 7:46c helemaal buiten beschouwing laat. (http://maxius.nl/burgerlijk-wetboek-boek-7)
Zie ik het juist als de rechtsvorm eenmanszaak gezien wordt als de natuurlijke persoon die in BW 7:46c wordt omschreven?
...Ik snap ook niks!  _________________ quem patronum rogaturus |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 11:24 Onderwerp: Re: Rechtsvorm Eenmanszaak valt onder consumentenrecht? |
|
|
MichaelRongen schreef: | Zie ik het juist als de rechtsvorm eenmanszaak gezien wordt als de natuurlijke persoon die in BW 7:46c wordt omschreven? |
Art. 7:46c BW spreekt in het geheel niet over een rechtsvorm of over natuurlijke personen.
Art. 7:46a sub b BW maakt duidelijk dat art. 7:46c BW van toepassing is op de overeenkomst op afstand die een consumentenkoop is.
Een consument is uiteraard een natuurlijk persoon, maar het begrip "consument" valt niet samen met het begrip "natuurlijk persoon".
Een eenmanszaak is een bedrijf uitgeoefend door een natuurlijk persoon, maar een natuurlijk persoon die handelt in de uitoefening van het bedrijf van die eenmanszaak, is beslist geen consument.
Voor de definitie van "consumentenkoop", zie art. 7:5 lid 1 BW:
Quote: | In deze titel wordt verstaan onder "consumentenkoop": de koop met betrekking tot een roerende zaak, elektriciteit daaronder begrepen, die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en een koper, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
MichaelRongen
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): LOI
Berichten: 23
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 12:12 Onderwerp: Precies |
|
|
Precies Bona Fides, daar zit nu nét mijn confususion ten aanzien van de uitspraak van de rechter, die ondanks dat er sprake was van een natuurlijke persoon, handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf, toch de eiser in het ongelijk stelde.
Zie overigens BW 7:46a lid c:
c. overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten: de tot het verrichten van diensten strekkende overeenkomst op afstand tussen een dienstverlener die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
Overigens staat de eiser in deze, VOF Media Innofaith h.o.d.n. Bedrijvenbranche.nl te boek als een notoire oplichter (de zgn. aquisitiefraude) dus wat dat betreft een goede aktie van de kantonrechter. _________________ quem patronum rogaturus |
|
|
|
 |
Regin
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 14:49 Onderwerp: |
|
|
Gedaagde voert een eenmanszaak. "Eiseres heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij met gedaagde een overeenkomst heeft gesloten betreffende de vermelding van het bedrijf van gedaagde op de website Bedrijvenbranche.nl." Als de overeenkomst inderdaad die inhoud had -- en de rechter oordeelt niet anders -- moet volgens mij worden geconcludeerd dat gedaagde handelde in uitoefening van zijn bedrijf: hij is dus geen consument.
De rechter lijkt ervan uit te gaan dat de bepalingen over de informatieplicht (7:46c) en de ontbindingsbevoegdheid (7:46d) ook van toepassing zijn op overeenkomsten tot het verrichten van diensten tussen twee professionals. Volgens mij berust dit op een verkeerde lezing van de schakelbepaling (7:46i) en definitiebepaling (7:46a). In 7:46i staat dat een aantal bepalingen ook van toepassing is op overeenkomsten tot het verrichten van diensten. Het begrip 'overeenkomst tot het verrichten van diensten' strekt zich volgens de definitie van 7:46a sub c alleen uit over overeenkomsten tussen een professional en een consument. Maar de rechter lijkt te denken dat een overeenkomst tot het verrichten van diensten ook onder de definitie van 7:46a sub a te brengen is: "In casus gaat het om een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten als bedoeld in artikel 7:46a, onder a, BW." Afgezien van de onjuiste vervoeging van 'casus' -- het moet 'in casu' zijn -- is het oordeel van de kantonrechter dus onvolledig. Als hij had gecontroleerd of er sprake was van een overeenkomst tot het verrichten van diensten in de zin van art. 7:47a sub c had hij tot de conclusie moeten komen dat gedaagde geen consument was.
Het vonnis is mijns inziens dus onjuist, ofwel omdat de rechter miskent dat de gedaagde geen consument is, ofwel omdat hij ten onrechte meent dat de regeling met betrekking tot de informatieplicht en ontbindingsbevoegdheid ook van toepassing is op twee professionele partijen. |
|
|
|
 |
MichaelRongen
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): LOI
Berichten: 23
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 15:43 Onderwerp: Toch goed gezien |
|
|
Bedankt voor het meedenken, had ik het toch goed gezien dat er iets scheef zat.
Ik studeer slechts enkele HBO-modules via een thuisstudie bij NHA en LOI (Juridisch adviseur bedrijfsrecht en verbintenissenrecht).
Wat ik me nu afvraag: is door de uitspraak van deze kantonrechter en (eventueel) het feit dat eiseres niet in hoger beroep is gegaan jurisprudentie ontstaan, dus dat in casu gedaagde eenmanszaken en wellicht VOF's met succes een beroep kunnen doen op BW 7:46a en verder? _________________ quem patronum rogaturus |
|
|
|
 |
Regin
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 17:30 Onderwerp: |
|
|
Jurisprudentie heeft in Nederland geen precedentwerking. Andere rechters, maar ook deze kantonrechter uit Roermond, zijn niet verplicht om in de toekomst in vergelijkbare zaken overeenkomstig dit vonnis te oordelen. Eenmanszaken (d.w.z. natuurlijke personen handelend in uitoefening van beroep of bedrijf) kunnen natuurlijk een beroep proberen te doen op art. 7:46a e.v. en daarbij naar dit vonnis verwijzen, maar ik denk dat het vonnis overtuigende kracht mist. De rechter gaat immers helemaal niet in op de vraag waarom deze eenmanszaak toch een consument zou zijn.
Laatst aangepast door Regin op wo 06 jun 2012 17:45, in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
 |
ArieKanarie
Leeftijd: 36 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 331
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 17:33 Onderwerp: |
|
|
Jurisprudentie is het sowieso geworden. Ik neem aan dat je het hebt over het scheppen van een precedent? Dat weet ik niet zo zeker. De kantonrechter is een lagere rechter en het is nog maar de vraag of deze uitspraak door andere rechters zal worden opgevolgd.
Overigens speelt deze discussie al wat langer dan vandaag. Toevallig (alweer) heb ik hier in het verleden een stuk over geschreven. Hierbij een fragment:
De hoedanigheid van de (ver)koper: consument of ondernemer?
Een ander punt van geschil, dat kan ontstaan bij het gebruik maken van populaire advertentiesites, is dat het soms onduidelijk is in welke hoedanigheid iemand de overeenkomst sluit. Zowel particulieren als ondernemers maken namelijk gebruik van deze internetsites. Zoals we inmiddels te weten zijn gekomen is voor een koop op afstand vereist dat het moet gaan om een consumentenkoop in de zin van art. 7:5 BW. Het is dus van groot belang voor de consument om er achter te komen of hij een overeenkomst sluit met een particulier of met een ondernemer. Indien de consument een overeenkomst met een particulier sluit, zijn de beschermende bepalingen van Afdeling 9A van boek 7 BW niet van toepassing. Daarnaast kunnen er ook problemen ontstaan als de ondernemer niet weet of hij met een consument of met een andere ondernemer zaken doet. Zonder fysiek contact is het voor beide partijen lastig om er achter te komen in welke hoedanigheid de wederpartij handelt. Uiteraard kan de ondernemer vragen of de koper zakelijk of privé aan het handelen is. Maar dat zal niet in elk geval leiden tot het wegnemen van de twijfels.
In een geschil dat zich in 2008 bij de Geschillencommissie Thuiswinkel heeft afgespeeld ging het over een consument die op naam van zijn bedrijf een navigatiesysteem had gekocht van een andere ondernemer. De commissie kwam tot het oordeel dat, nu uit de overlegde factuur bleek dat de consument handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, de commissie niet bevoegd was om het geschil te behandelen. De consument heeft tevergeefs getracht de commissie te overtuigen om tot een ander oordeel te komen, door aan te geven dat het om een eenmanszaak gaat die op naam is gesteld van hemzelf en dat het navigatiesysteem door het bedrijf aan hem is geschonken. E.H Hondius stelt in zijn noot dat op de uitspraak niets aan te merken is, maar dat hij zelf anders zou hebben beslist. Hij vraagt zich af waarom iemand die zowel zakelijk als privé een overeenkomst kan sluiten verschillend moet worden behandeld naar de aard van de hoedanigheid waarin hij de overeenkomst sluit. Een terechte vraag en hij legt hiermee de vinger op de zere plek. Ik zie niet in waarom iemand die een navigatiesysteem koopt en het apparaat zakelijk gebruikt anders moet worden behandeld dan iemand die het apparaat privé gebruikt. Het is onredelijk dat iemand die een navigatiesysteem via zijn eenmanszaak koopt naar de rechter moet, terwijl een ander die hetzelfde apparaat in de hoedanigheid van een consument koopt naar de commissie mag. Het wordt anders indien het gaat om een overeenkomst die enkel bedrijfsmatig kan worden gesloten. Hierbij valt te denken het volume (twintig navigatiesystemen i.p.v. één navigatiesysteem) of het kopen van een goed waarvan het vanzelfsprekend is dat die niet door consumenten worden gekocht (productieapparaten e.d). Ik pleit voor een ruimere bevoegdheid van de commissie. De commissie moet haar bevoegdheid niet laten afhangen van de hoedanigheid van de koper, maar van de aard van het goed dat gekocht is. Het zal een eind maken aan veel onduidelijkheden en aan de kromme situatie dat iemand niet de bescherming krijgt die hij, in het geval hij de overeenkomst in een andere hoedanigheid had gesloten, wel had gekregen. |
|
|
|
 |
Guthman
Leeftijd: 33 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): HvA
Berichten: 436
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 17:48 Onderwerp: |
|
|
Ik denk dat de kantonrechter gewoon stiekem reflexwerking toekent aan bepalingen waar (bij mijn weten) reflexwerking niet algemeen geaccepteerd is (zoals bij de grijze en zwarte lijst, en de Colportagewet).
Hij heeft dus, zonder daar iets over te zeggen, de gedaagde in materiele zin gelijkgesteld met een consument. |
|
|
|
 |
Regin
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 1042
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 18:01 Onderwerp: |
|
|
Reflexwerking is bedoeld voor de gevallen die strikt genomen niet onder de definitie vallen, maar daar wel heel erg op lijken. In dit geval gaat het over een meneer of mevrouw die een advertentie voor zijn bedrijf plaatst. Daar kan je met geen mogelijheid ook maar een schim van een consument in ontdekken. Bovendien betekent reflexwerking niet dat bepalingen zomaar van overeenkomstige toepassing zijn, maar dat de bepalingen die gelden voor consumenten worden gebruikt bij het invullen van een open norm die geldt in de verhouding tussen twee partijen (zoals 'onredelijk bezwarend' van art. 6:233 sub a). |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 06 jun 2012 20:49 Onderwerp: |
|
|
Guthman schreef: | Ik denk dat de kantonrechter gewoon stiekem reflexwerking toekent aan bepalingen waar (bij mijn weten) reflexwerking niet algemeen geaccepteerd is (zoals bij de grijze en zwarte lijst, en de Colportagewet). |
Bij de grijze en zwarte lijst is dat wel geaccepteerd en volgens mij ook wel juist. Reflexwerking van de grijze/zwarte lijst berust zoals ik het begrijp op invulling van de open norm van art. 6:233 sub a BW die ook buiten het consumentenrecht geldt. Bij de Colportagewet wordt het ook vaak gedaan, maar dat lijkt me inderdaad niet algemeen geaccepteerd, en naar mijn onbescheiden mening gewoon evident fout.
De Koop op Afstand-regeling kan m.i. net als de Colportagewet geen reflexwerking hebben. Het is me niet duidelijk wat de kantonrechter hier heeft gedaan, want als er volgens hem wel sprake is van reflexwerking had hij dat toch moeten zeggen.
Ik vind het een heel merkwaardige uitspraak. Als de rechter echt het "recht" (als in: rechtvaardigheid) had willen laten zegevieren, had hij dat met een beetje gedraai wel via (on)eigenlijke dwaling kunnen doen. Hij maakt echter duidelijk dat die verweren falen, en tovert dan een konijn uit zijn hoofd.
De precedentwerking van deze uitspraak lijkt mij nul.
edit: oeps, ik had de reactie van Regin nog niet gezien. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
MichaelRongen
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): LOI
Berichten: 23
|
Geplaatst: do 07 jun 2012 10:42 Onderwerp: Thanks |
|
|
Iedereen bedankt voor het meedenken, leuk om te zien hoe mijn vraag steeds meer haken en ogen kreeg, dat was erg leerzaam!
groet,
Michael _________________ quem patronum rogaturus |
|
|
|
 |
|