Stelling verzoekschriftprocedures en bewijsrecht

[Arjann87]

Wat vinden jullie van deze stelling:

In verzoekschriftprocedures is het bewijsrecht niet van overeenkomstige toepassing.

Als ik kijk naar art. 284 Rv, dan staat er: 'De negende afdeling [bewijs] van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet.'

Dus het is niet altijd zo dat het bewijsrecht van overeenkomstige toepassing is. Daarom is de stelling juist.

Vinden jullie de stelling juist of onjuist? (Het was een mc-vraag geweest tijdens een tentamen; dus het liefst hoor ik of jullie het er mee eens zijn of niet.)

[Regin]

U kunt niet zeggen dat de stelling juist is, omdat in sommige gevallen het bewijsrecht niet van toepassing zou zijn. Dat is de stelling namelijk niet. Die stelt juist dat het bewijsrecht in verzoekschriftprocedures niet (nooit) van overeenkomstige toepassing is. Dat is onjuist.

Vergelijk:

Artikel: Als het regent, dan worden de pannen nat, tenzij ze onder een afdak staan.

Stelling: Als het regent, dan worden de pannen niet nat.

U zegt: Soms worden de pannen niet nat omdat ze onder een afdak staan, dus de stelling is juist.

U heeft gelijk dat de nuance van het artikel niet terugkomt in de stelling. Maar dat maakt de stelling nog niet juist!

(Ik bedenk me trouwens net dat het gezegde natuurlijk over dakpannen gaat en niet over kookpannen. Het voorbeeld blijft geldig! En u kunt zich natuurlijk ook voorstellen dat er losse dakpannen onder een afdakje staan.)