In de dagelijkse praktijk van het (internationale) contractenrecht wordt veelvuldig gebruik gemaakt van voorwaarden. Daarbij kan gedacht worden aan: het voorbehoud van verkregen goedkeuring door de Raad van Commissarissen of de directie van de vennootschap, het voorbehoud dat pas een overeenkomst tot stand komt als die op papier staat en door beide partijen is ondertekend (‘subject to contract’, een financieringsvoorbehoud, verkregen goedkeuring door de ondernemingsraad, etc.).
Het gebruik van dergelijke voorbehouden heeft doorgaans ten doel om te voorkomen dat (contractuele) gebondenheid ontstaat.
Toch is ook het gebruik van voorbehouden niet altijd zonder risico. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van het voorbehoud van goedkeuring door de directie, wanneer het wordt omschreven als een opschortende of ontbindende voorwaarde, niet werkzaam. Daarnaast rijst er tal van vragen bij het gebruik van voorbehouden, zoals bijvoorbeeld: op welke gronden mogen de commissarissen goedkeuring aan een transactie weigeren bij een goedkeuringsvoorbehoud van de Raad van Commissarissen? En bij hoeveel banken moet om een offerte worden verzocht wil een beroep op een financieringsvoorbehoud slagen?
Deze en aanverwante problematiek komt aan de orde op het symposium dat wij op 1 juni 2010 voor u organiseren.
Aan de hand van een veelzijdig programma passeren de verschillende typen voorbehouden de revue en wordt ingegaan op de gevolgen en risico’s die daarbij horen. Door dit op een praktijkgerichte wijze te laten presenteren door professionals uit verschillende disciplines hopen wij u te kunnen voorzien van informatie die u verder helpt aan de onderhandelingstafel.
