|
Auteur |
Bericht |
Exactly
Leeftijd: 47 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 23
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 16:29 Onderwerp: Alg. voorwaarde in strijd met de wet: ambtshalve toetsing? |
|
|
Stel, een bepaling in een set algemene voorwaarden is in strijd met een dwingendrechtelijke wetsbepaling en de wederpartij (van de gebruiker van de algemene voorwaarden) doet geen beroep op de vernietigbaarheid (art. 3:40 lid 2 BW, aangezien de fictieve algemene voorwaarde strekt tot de bescherming van de wederpartij).
Kan de rechter deze algemene voorwaarde nu ambtshalve vernietigen of dient deze voorwaarde, nu er geen beroep is gedaan op de vernietigbaarheid, doorgang te vinden?
(EDIT: Volgens mij heb ik het antwoord al gevonden: art. 25 Rv jo. art. 3:40 lid 2 BW: ambtshalve aanvulling van de rechtsgronden en derhalve ambtshalve vernietiging) |
|
|
|
 |
Arnoud Engelfriet
Leeftijd: 50 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1385
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 17:10 Onderwerp: |
|
|
Het lijkt mij niet de bedoeling dat een rechter een algemene voorwaarde vernietigt als de wederpartij daar niet om vraagt. Wie weet wil hij zich er iets verderop in de procedure wel op beroepen?
Als de AV in strijd is met dwingend recht dan lijkt deze me nietig en dat kan wel ambtshalve worden geconstateerd. _________________ ICT-jurist, blogger en octrooigemachtigde ~ Partner bij ICTRecht.nl ~ Beheerder www.iusmentis.com |
|
|
|
 |
Exactly
Leeftijd: 47 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 23
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 17:17 Onderwerp: |
|
|
Arnoud Engelfriet schreef: |
Als de AV in strijd is met dwingend recht dan lijkt deze me nietig en dat kan wel ambtshalve worden geconstateerd. |
Art. 3:40 lid 2: 'Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.' |
|
|
|
 |
Arnoud Engelfriet
Leeftijd: 50 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1385
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 19:23 Onderwerp: |
|
|
Goed punt, de meeste van zulke AV's zullen uitsluitend ter bescherming van de gebruiker dienen en zijn daarmee dus vrijwel altijd vernietigbaar.
Ik blijf bij mijn conclusie dat een rechter niet ambtshalve AV's moet gaan zitten vernietigen omdat hij daarmee wellicht de wil van de wederpartij doorkruist. _________________ ICT-jurist, blogger en octrooigemachtigde ~ Partner bij ICTRecht.nl ~ Beheerder www.iusmentis.com |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 19:37 Onderwerp: |
|
|
Een rechter kan inderdaad niet ambtshalve vernietigen. Vernietiging is een rechtshandeling die een partij zelf moet verrichten.
In bepaalde gevallen kan een rechter op grond van art. 25 Rv echter wel ambtshalve art. 6:248 lid 2 BW toepassen om een AV buiten toepassing te laten. Hiervoor moet dan wel een aanknopingspunt worden gevonden in wat partijen hebben aangevoerd (art. 24 Rv).
Er zijn uitspraken van het HvJ EG die erop neerkomen dat sommige bepalingen van consumentenrecht ambtshalve moeten worden toegepast. Ik kan daar nu niet direct iets zinnigs over zeggen, maar misschien is dit artikel interessant. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: di 22 sep 2009 22:29 Onderwerp: |
|
|
Arnoud schreef: | Als de AV in strijd is met dwingend recht dan lijkt deze me nietig en dat kan wel ambtshalve worden geconstateerd. |
art. 6:240 lid 1 BW: "Op vordering van een rechtspersoon als bedoeld in lid 3 kunnen bepaalde bedingen in bepaalde algemene voorwaarden onredelijk bezwarend worden verklaard; de artikelen 233 onder a, 236 en 237 zijn van overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing van de vorige zin wordt een beding in algemene voorwaarden dat in strijd is met een dwingende wetsbepaling, als onredelijk bezwarend aangemerkt. Bij de beoordeling van een beding blijft de uitlegregel van artikel 238 lid 2, tweede zin, buiten toepassing." _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: wo 23 sep 2009 0:32 Onderwerp: |
|
|
Alfatrion schreef: | Arnoud schreef: | Als de AV in strijd is met dwingend recht dan lijkt deze me nietig en dat kan wel ambtshalve worden geconstateerd. |
art. 6:240 lid 1 BW: "Op vordering van een rechtspersoon als bedoeld in lid 3 kunnen bepaalde bedingen in bepaalde algemene voorwaarden onredelijk bezwarend worden verklaard; de artikelen 233 onder a, 236 en 237 zijn van overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing van de vorige zin wordt een beding in algemene voorwaarden dat in strijd is met een dwingende wetsbepaling, als onredelijk bezwarend aangemerkt. Bij de beoordeling van een beding blijft de uitlegregel van artikel 238 lid 2, tweede zin, buiten toepassing." |
Maar dat is dus alleen voor de toepassing van de eerste zin, dat wil zeggen om het voor een consumentenorganisatie mogelijk te maken om een bedrijf te verplichten dat soort bedingen uit hun AV te verwijderen. Op die manier wordt voorkomen dat consumenten last hebben van zo'n beding. (Ook al is een beding in de AV vernietigbaar of zelfs nietig, de meeste consumenten zullen zich laten overbluffen als een bedrijf op zo'n beding wijst. Het is dus zinvol om als consumentenorganisatie te vorderen dat nietige bedingen worden doorgehaald.)
Of een beding in de AV in strijd met dwingend recht nietig of vernietigbaar is, moet denk ik van geval tot geval worden bekeken.
Met art. 3:40 lid 2 BW moet je trouwens wel een beetje oppassen. Lid 2 (en lid 3) zien op de situatie dat het verrichten van de rechtshandeling (sluiten van een overeenkomst) in strijd is met een dwingende wetsbepaling, niet op de situatie dat de inhoud van de rechtshandeling in strijd is met een dwingende wetsbepaling. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Exactly
Leeftijd: 47 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUN Studieomgeving (MA): RUN Berichten: 23
|
Geplaatst: do 24 sep 2009 11:42 Onderwerp: |
|
|
bona fides schreef: | Er zijn uitspraken van het HvJ EG die erop neerkomen dat sommige bepalingen van consumentenrecht ambtshalve moeten worden toegepast. Ik kan daar nu niet direct iets zinnigs over zeggen, maar misschien is dit artikel interessant. |
Het hierboven genoemde artikel heb ik inderdaad gelezen, maar is m.i. niet van toepassing. Het betreft namelijk niet een algemene voorwaarde welke voorkomt op de zwarte of grijze lijst.
Maar ik zal mijn wat 'vage' vraag nader toelichten. Het gaat over het gevolg van partiële fraude bij verzekeringen. Stel: iemand lijdt een daadwerkelijke schade van € 990,- en besluit bij deze schade een bonnetje van € 10,- te voegen waar hij eigenlijk geen recht op heeft. Is het nu redelijk dat hij bij ontdekking van de fraude ook zijn recht op de daadwerkelijk geleden schade verliest?
Artikel 7:941 lid 5 bepaalt hierover het volgende: 'Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer (...) een verplichting (...) niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, BEHOUDENS VOOR ZOVER DEZE MISLEIDING HET VERVAL VAN HET RECHT OP UITKERING NIET RECHTVAARDIGT.' Ingevolge art. 7:943 lid 2 is deze bepaling semi-dwingend van aard (er mag niet van worden afgeweken ten nadele van de verzekeringnemer).
Het gaat nu om het vetgedrukte gedeelte (voor zover dit nog niet duidelijk was). Veel verzekeraars nemen een dergelijk beding op in hun polisvoorwaarden, maar 'vergeten' dan het vetgedrukte gedeelte over te nemen. Met andere woorden: bij partiële fraude verliest de verzekeringnemer ALTIJD de volledige uitkering (dus betreffende de daadwerkelijk geleden schade). Mijns inziens is een dergelijke polisvoorwaarde in strijd met een dwingendrechtelijke wetsbepaling.
In een uitspraak van Hof Arnhem van 27 januari 2009 (LJN: BI1734) valt het volgende te lezen in een zaak waarin de verzekeraar ook 'vergeten' was de behoudens-zin op te nemen in de polisvoorwaarden: 'Het hof leest voormelde polisvoorwaarde conform art. 7:941 lid 5 BW'. Als gevolg hiervan fronste ik mijn wenkbrauwen. Wat gebeurt hier nu? Vernietigt het hof ambtshalve de polisvoorwaarde? De verzekeringnemer had namelijk geen beroep gedaan op de vernietigbaarheid ervan. Is een dergelijke polisvoorwaarde dan niet gewoon rechtsgeldig? En mocht het hof de polisvoorwaarde ambtshalve vernietigen, waar haalt zij de bevoegdheid daartoe dan vandaan? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: do 24 sep 2009 19:09 Onderwerp: |
|
|
Het Hof vernietigt niet, maar legt de voorwaarde uit. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|