Hoofdlijnenakkoord en FPU-rechten

[robatie]

Het blijkt dat ABP-deelnemers die in december 2005 55 jaar werden (in 2005) niet meer in aanmerking komen voor de FPU-oude stijl, ook als zij per 1 januari 2006 geen deelnemer meer zijn. Leeftijdgenoten (55 jaar) die (in 2005) jarig zijn tussen januari en eind november konden in 2005 nog wel gebruik maken van de oude FPU-regeling.
Dat komt door het FPU-reglement, dat voorschrijft dat het recht op FPU pas ingaat op de 1e van de maand, volgend op het FPU ontslag, dat niet eerder kan dan op het moment dat een deelnemer 55 wordt.

Onzorgvuldig, onrechtvaardig en een disproportioneel nadeel voor die cohort ''december-1950", naar mijn mening. Maar het ABP geeft geen krimp. In de beroepszaak worden door het ABP oneigenlijke argumenten gebruikt.
. Er is nu eenmaal per 1.1.2006 geen FPU meer voor 55-jarigen, dus helaas voor u, zo redeneert het ABP.
. De hardheidsclausule is hiervoor niet bedoeld, aldus het ABP.
. Er zou volgens het ABP een verbod bestaan op het uitbrengen van een offerte aan deze (kleine) groep. Dat verbod blijkt helemaal niet te bestaan.
. Het ABP verschuilt zich achter de sociale partners, die voor deze groep niks hebben geregeld en het ABP gaat niet over de doorwerking van de intenties van de sociale partners, zo vindt het ABP zelf.

Volgens de CGB (oordeel 2006-196) is deze vorm van (indirect) onderscheid naar leeftijd toegestaan. Het oordeel rammelt echter werkelijk aan alle kanten. In een klachtenprocedure geeft de voorzitter van de CGB wel een beetje toe, maar aan het oordeel wordt niks meer veranderd.

Het blijkt dat de ABVAKABO en de Pensioenkamer op dit punt destijds hebben zitten slapen. Zij wisten tot voor kort niet af van deze rechtsongelijkheid, zo blijkt mij. Maar of zij hun fouten uit het verleden willen herstellen, dat valt nog te bezien.

Wie kan mij helpen?!

Rob Drabbe
robatie@hotmail.com