HBO Recht. Casus; De racefiets.

hilde181

Hallo,

Ik zit op de Hogeschool van Utrecht en doe daar HBO recht.

Voor project de rechterlijke macht moet ik deze casus oplossen en hiervan een vonnis maken.

Wie kan mij een beetje opweg helpen met de casus?

Alvast bedankt.

De racefiets:

Joost (uit Zierikzee), een amateur wielrenner, heeft in januari 2008 contact met zijn cliënt Bart uit Vrouwenpolder. Joost verkoopt aan Bart een fiets (een snelle Trek racefiets). Deze staat ten tijde van de verkoop bij een reparateur in Middelburg die in opdracht van Joost de fiets repareert. Joost is samen met Bart bij de reparateur geweest om de fiets te bekijken.

Aan het eind van dat bezoek heeft Joost aan de fietsenmaker gezegd dat Bart de fiets heeft gekocht en dat hij aan Bart bericht moet zenden als de fiets gereed is. Bovendien moet natuurlijk de fiets ook aan Bart worden afgegeven. Bart heeft gesteld geen haast te hebben met de reparatie, aangezien hij de eerste maanden, vanwege een opdracht in het buitenland, niet in staat is om te fietsen. Bart heeft aan Joost de koopprijs betaald voor de fiets in gerepareerde staat, € 1.500,-.

De fiets was echter door Peter (uit Hulst), op dat moment eigenaar van de fiets, aan Joost ter hand gesteld met het verzoek een reparateur te zoeken en de fiets daarna aan Joost af te geven. Peter heeft de fiets nooit verkocht en heeft alleen maar Joost verzocht zijn fiets te laten repareren.

Op 1 juni 2008 gaat Joost failliet. De fiets bevindt zich nog onder de reparateur. De reparatie is voltooid, maar de reparatiekosten zijn niet betaald. Bart heeft bericht ontvangen dat de fiets kan worden afgehaald, maar heeft dat nog niet gedaan.

Bart eist de fiets op als zijn eigendom.

Is Bart eigenaar geworden van de fiets?

Bart is naar de rechter gestapt om de fiets op te eisen van de fietsenmaker die niet weet aan wie hij de fiets moet meegeven. Bart stelt dat hij te goeder trouw en tegen een redelijke prijs de fiets heeft gekocht. Peter stelt dat hij eigenaar was van de fiets (hij kan ook een originele aankoopbon tonen).

U bent gerechtssecretaris en aan u is gevraagd het vonnis voor te bereiden.

De eisen aan de inhoud (en hoe tellen deze eisen mee in het eindcijfer):

U geeft de feitelijke situatie juist weer (10%)

U houdt rekening met zowel de relatieve als absolute bevoegdheid van de rechter in kwestie (10%)

Uw argumentatie bouwt u logisch op (40%)

U haalt de relevante wetsartikelen aan in het vonnis (20%).

Juridische correctheid (een juiste oplossing) (20%)