|
Auteur |
Bericht |
jona32
Leeftijd: 35 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG Studieomgeving (MA): RUG Berichten: 54
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 17:11 Onderwerp: Art. 185 WvW of 6:162 BW? |
|
|
Stel iemand zet zijn motorvoertuig niet op slot,met de sleutels er nog in en iemand gaat er mee joyiden en veroorzaakt een ongeluk. Dientengevolge ontstaat er schade bij een zwakke verkeersdeelnemer. Wat zou dan je motief kunnen zijn om een onrechtmatigedaadsvordering in te stellen in plaats van een 185 WvW vordering tegen de eigenaar van het motorvoertuig?
Lijkt misschien een mugenzifterige vraag, maar ik zou toch graag de voordelen van beide vorderingen willen horen.
b.v.d.! |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 18:21 Onderwerp: |
|
|
Het zijn eigenlijk twee heel verschillende wegen.
Op grond van art. 6:162 BW kun je m.i. geen schadevergoeding van de eigenaar van de auto vorderen (ik bedoel: kan wel, maar kansloos). Zelfs als het niet op slot zetten onrechtmatig kan worden genoemd, lijkt me dat niet onrechtmatig jegens de zwakke verkeersdeelnemer en zie ik onvoldoende causaal verband in de zin van art. 6:98 BW tussen het niet op slot zetten en de schade.
Op grond van art. 6:162 BW kun je uiteraard wel schadevergoeding van de joyrider proberen te vorderen. Als de joyrider schuld heeft aan het ongeluk zou dat moeten slagen.
Op grond van art. 185 WVW kun je proberen schade te vorderen van de eigenaar van de auto. De vraag is dan of die eigenaar een beroep kan doen op overmacht. Misschien wel (er was immer sprake van joyriden), misschien niet (hij liet wel zijn autosleutels zitten). Moeilijk te zeggen, maar misschien is hier jurisprudentie over.
Van voordelen/nadelen kun je niet spreken. Het gaat gewoon om verschillende soorten vorderingen. Het slachtoffer kan van beide wegen gebruik maken.
Muggenzifterig is je vraag zeker niet. Het is juist heel belangrijk (voor een jurist) om het onderscheid te kunnen maken. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
jona32
Leeftijd: 35 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG Studieomgeving (MA): RUG Berichten: 54
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 21:23 Onderwerp: |
|
|
Oke dankjewel.
Maar ik heb zelf wat arresten erbij gevonden die ongeveer de lading dekken, en hierbij is het centrale artikel meestal art. 1401 oud BW.
Heeft dit misschien te maken met de tijd waarin deze arresten gewezen zijn, namelijk allemaal voor 1985, of is het toch mogelijk dat de onrechtmatigedaadsvordering centraal kan staan, en ook kans van slagen heeft? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 22:05 Onderwerp: |
|
|
Tegen wie is die vordering op grond van art. 1401 oud BW dan gericht? Heb je een vindplaats voor zo'n arrest? _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
jona32
Leeftijd: 35 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): RUG Studieomgeving (MA): RUG Berichten: 54
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 22:37 Onderwerp: |
|
|
Gericht tegen de eigenaar van het motorvoertuig.
HR 2 december 1966, NJ 1967, 42
Hof Den Haag 2 februari 1984, NJ 1985, 344 |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 23:21 Onderwerp: |
|
|
Interessant. In NJ 1967, 42 zijn de rechters het duidelijk niet eens met mijn inschatting dat zo'n vordering kansloos zou zijn. Het Hof heeft in die zaak zo te zien min of meer de Kelderluik-criteria toegepast (wat wel knap is, want het Hof deed uitspraak op 21 oktober 1965, terwijl het Kelderluik-arrest op 5 november 1965 is gewezen). Of het in het contact laten zitten van de autosleutel onrechtmatig was, hangt af van de waarschijnlijkheid dat een joyrider ermee aan de haal gaat en een ongeluk veroorzaakt. Het Hof acht dit het geval:
Hof schreef: | 5. (...) Mede dank zij persberichten is het van algemene bekendheid, dat bedoeld bij de Wegenverkeerswet strafbaar gesteld feit ook na 1945 door talrijke tot rijden onbekwame en tot roekeloosheid geneigde personen telkens weer wordt gepleegd en dat zodanige personen daardoor herhaaldelijk ongevallen veroorzaken.
6. De Soet stelt niet, dat dit hem onbekend was, maar voert aan, dat in het onderhavige geval de omstandigheden zich niet leenden tot het plegen van bedoeld misdrijf, daar zijn auto stond op een druk kruispunt van wegen, het te 17.45 uur nog helder daglicht was en hij de auto slechts enkele ogenblikken - de tijd, benodigd voor oversteken van de straat, kopen van enkele haringen en weer terugkeren - onbeheerd zou laten staan. Hij meent, dat hij onder die omstandigheden niet gehouden was, met de mogelijkheid dat een persoon als W.J. van Ruler zich van de auto zou meester maken, rekening te houden, en dat zulks niet tot de redelijkerwijze te verwachten gevolgen van het onbeheerd laten staan behoorde.
7. De omstandigheden, waarop de Soet zich beroept, maakten het echter niet minder waarschijnlijk, dat een tot rijden onbekwaam en tot roekeloosheid geneigd persoon zich van de auto zou meester maken, daarmee zou gaan rijden en een ongeval zou veroorzaken. Bij daglicht kon een zodanig persoon immers de kontaktsleutel in het kontakt zien zitten en beseffen, dat hij, na het portier te hebben geopend en in de auto te hebben plaats genomen, ongeacht de duur van 's eigenaars afwezigheid, vrijwel onmiddellijk zou kunnen wegrijden - handelingen, die op een druk verkeersknooppunt omstreeks 17.45 de aandacht van omstanders niet trekken - met een grote kans, dat zelfs een zich op korte afstand bevindende eigenaar niet tijdig zou kunnen ingrijpen. Dat het Valkenbosplein is gelegen in een buurt, waar zodanige personen zich niet ophouden, is niet aannemelijk gemaakt; ook in 1960 kon men zodanige personen vrijwel overal verwachten, waar auto's op de weg geparkeerd stonden.
8. De Rb. heeft dan ook terecht op de in het vonnis vermelde gronden het onder voormelde omstandigheden open en startklaar laten staan van de auto als een onrechtmatige daad of nalatigheid tegenover Thoenes en Huitenga aangemerkt. Uit het bovenoverwogene volgt tevens, dat de door Thoenes en Huitenga geleden schade door die daad is toegebracht en door de Soet's schuld is veroorzaakt. |
En de HR vond dit een correcte redenering. Omdat de onrechtmatigheid hier werd gevonden in de voldoende grote waarschijnlijkheid dat een joyrider met de auto een ongeluk zou veroorzaken, volgt automatisch dat ook aan het causaliteitsvereiste (en het relativiteitsvereiste) is voldaan (rov. 8, laatste zin).
Tja, blijkbaar vormden joyriders in die jaren een ware plaag. Die jeugd van vroeger ook!
In NJ 1967, 42 was een beroep op (de voorganger van) art. 185 WVW niet mogelijk, omdat het ging om een botsing tussen motorvoertuigen. Bij schade aan een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer is een beroep op art. 6:162 BW in principe ook denkbaar, maar dan ligt het veel meer voor de hand om naar art. 185 WVW te grijpen. Een beroep op overmacht door de eigenaar die zijn sleutels in het contact heeft laten zitten maakt - zeker gezien NJ 1967, 42 - waarschijnlijk geen enkele kans. En in ieder geval is het ondenkbaar dat art. 6:162 BW wel slaagt en art. 185 WVW niet (beide gericht tegen de eigenaar van de auto en bij schade aan een ongemotoriseerd voertuig), want het kan niet zo zijn dat een rechter het achterlaten van de sleutels wel onrechtmatig vind, maar niet verwijtbaar (en zodra de eigenaar iets valt te verwijten is er geen overmacht meer).
NJ 1985, 344 lijkt mij duidelijk op NJ 1967, 42 geïnspireerd. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Eva
Leeftijd: 43 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA
Berichten: 1289
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 23:22 Onderwerp: |
|
|
Obv 6:162 zal het slachtoffer zijn schade kunnen verhalen op de eigenaar van het voertuig. Tenminste in de praktijk komt het erop neer dat je de WA verzekeraar van het voertuig aanspreekt, omdat immers elk voertuig WA verzekerd is, c.q. moet zijn. Art 185 is veel meer van toepassing op de schulddeling ivm het overtreden van regels door de zwakke deelnemer. Had de joyrider bijv voorrang moeten krijgen van de fietser (of wandelaar) dan kom je door 185 toch praktisch altijd op minimaal 50% aansprakelijkheid en bij ernstig letsel kan het zelfs 80% worden ookal heeft de auto geen enkele verkeersfout gemaakt. Was de tegenpartij een auto geweest dan had je op 0% aansprakelijkheid kunnen komen (joyriden staat daar civielrechterlijk los van). Als de sterke verkeersdeelnemers een fout maakt en de zwakke niets te verwijten valt dan kun je je ook gewoon alleen baseren op 162 en hoef je 185 er niet eens bij te halen.
De WA verzekeraar kan vervolgens wel zijn schade verhalen op zijn eigen verzekerde omdat hij het heeft laten gebeuren dat er in zijn auto werd joygereden. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: wo 25 feb 2009 23:44 Onderwerp: |
|
|
Eva schreef: | Had de joyrider bijv voorrang moeten krijgen van de fietser (of wandelaar) dan kom je door 185 toch praktisch altijd op minimaal 50% aansprakelijkheid en bij ernstig letsel kan het zelfs 80% worden ookal heeft de auto geen enkele verkeersfout gemaakt. |
Maar dergelijke omstandigheden zullen via eigen schuld toch ook bij schadevergoeding op grond van art. 6:162 BW meespelen. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Eva
Leeftijd: 43 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA
Berichten: 1289
|
Geplaatst: do 26 feb 2009 13:37 Onderwerp: |
|
|
@ bona fides: Nee juist niet, daar is 185 WVW nou voor. Ter bescherming van de zwakke verkeersdeelnemer. Als de fietser voorrang had moeten geven was je zonder 185 WVW op 0% WA gekomen. En met 185 kom je op minimaal 50% en bij ernstig letsel of bepaalde omstandigheden kan je ook op 100% komen. Bij 162 BW is dat niet mogelijk. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22912
|
Geplaatst: do 26 feb 2009 14:09 Onderwerp: |
|
|
Ok, ik ben het eens dat je via art. 185 WVW eerder, en voor een groter deel, aan aansprakelijkheid van de eigenaar van de auto komt dan via art. 6:162 BW. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Eva
Leeftijd: 43 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA
Berichten: 1289
|
Geplaatst: do 26 feb 2009 21:00 Onderwerp: |
|
|
@bonafides: Gelukkig maar, ik spreek dan ook vanuit de praktijk dus ik moet het weten.  |
|
|
|
 |
|