|
Auteur |
Bericht |
Lucas
Leeftijd: 41 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 431
|
Geplaatst: za 10 jan 2009 15:19 Onderwerp: Niet-ontvankelijk, na inhoudelijk besluit UWV? |
|
|
Een mevrouw gaat in bezwaar tegen een beslissing van het UWV. Ze stelt het bezwaar drie dagen na de bezwaartermijn in. Als reden daarvoor geeft ze desgevraagd op, dat ze nog wachtte op enige informatie van een medisch specialist.
Het UWV maalt er verder niet om en neemt een inhoudelijke beslissing. Met deze beslissing is deze mevrouw het niet eens en ze gaat in beroep bij de bestuursrechter.
Deze zegt vervolgens dat er geen redenen waren waarom mevrouw niet door het UWV niet-ontvankelijk is verklaard, en dat het bezwaar ongegrond verklaren inderdaad onjuist was. Onder gegrondverklaring van het beroep vernietigt de rechter daarom de beslissing van het UWV in eerste instantie, en verklaart mevrouw alsnog niet-ontvankelijk van het bezwaar nu er rechtens slechts één mogelijke beslissing is. (8:72 AWB)
Is dit een correcte gang van zaken? |
|
|
|
 |
cia76
Leeftijd: 89 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1828
|
Geplaatst: za 10 jan 2009 15:25 Onderwerp: |
|
|
Dat lijkt mij wel ja. Het staat een bestuursorgaan niet vrij om te laat ingediende bezwaren toch te behandelen (6:7 Awb en jurisprudentie meldt ons dit). De termijnoverschrijding moet verschoonbaar zijn conform 6:11 Awb. In casu heeft de rechter geoordeeld dat dit niet het geval was en dat de gemeente dus ten onrecht het bezwaar in behandeling heeft genomen. Het wachten op informatie van een medisch specialist is niet een verschoonbare reden voor te late indiening. De mevrouw had in casu een bezwaar pro forma in moeten dienen binnen de termijn welke ze dan later aan kon vullen met de gronden. |
|
|
|
 |
Lucas
Leeftijd: 41 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UM
Berichten: 431
|
Geplaatst: za 10 jan 2009 16:03 Onderwerp: |
|
|
cia76 schreef: | De mevrouw had in casu een bezwaar pro forma in moeten dienen binnen de termijn welke ze dan later aan kon vullen met de gronden. |
Dat klopt, dat verwijt de rechter haar ook. Maar dat is inderdaad niet gebeurd.
Het bestuursorgaan kan dus vrij risicoloos een voor mevrouw negatieve beslissing nemen, wetende dat haar beroep toch sneuvelt? |
|
|
|
 |
StevenK Moderator
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 4108
|
Geplaatst: za 10 jan 2009 17:20 Onderwerp: |
|
|
Lucas schreef: | cia76 schreef: | De mevrouw had in casu een bezwaar pro forma in moeten dienen binnen de termijn welke ze dan later aan kon vullen met de gronden. |
Dat klopt, dat verwijt de rechter haar ook. Maar dat is inderdaad niet gebeurd.
Het bestuursorgaan kan dus vrij risicoloos een voor mevrouw negatieve beslissing nemen, wetende dat haar beroep toch sneuvelt? |
Ach, het bestuursorgaan heeft mevrouw geheel onverplicht een tweede kans geboden. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: za 10 jan 2009 19:07 Onderwerp: |
|
|
Lucas schreef: | cia76 schreef: | De mevrouw had in casu een bezwaar pro forma in moeten dienen binnen de termijn welke ze dan later aan kon vullen met de gronden. |
Dat klopt, dat verwijt de rechter haar ook. Maar dat is inderdaad niet gebeurd.
Het bestuursorgaan kan dus vrij risicoloos een voor mevrouw negatieve beslissing nemen, wetende dat haar beroep toch sneuvelt? |
Bedoel je een negatieve beslissing op haar te laat ingestelde bezwaar?
Het bestuursorgaan kan een correcte beslissing nemen door het bezwaar niet ontvankelijk te verklaren. Dat is het eenvoudigst en geheel risicoloos.
Het bestuursorgaan kan als het dat leuk vindt ook een voor de vrouw nog nadeligere beslissing nemen (bedoel je dat?), dus in strijd met het verbod van reformatio in peius. Maar de vrouw kan dan eenvoudig in beroep en de rechter zal haar beroep gegrond verklaren, de beslissing op bezwaar vernietigen en het bezwaar alsnog niet ontvankelijk verklaren.
Als het bestuursorgaan een voor de vrouw gunstige beslissing op bezwaar neemt, dan doet de vrouw er verstandig aan om geen beroep in te stellen. Het instellen van beroep zou namelijk het gevolg hebben dat de gunstige beslissing wordt vernietigd en dat haar bezwaar alsnog niet ontvankelijk wordt verklaard.
In afwijking van het overige bestuursrecht is het in het belastingrecht vrij normaal dat de inspecteur een te laat ingesteld bezwaar ambtshalve beoordeeld. Er staat dan geen beroep tegen de beslissing van de inspecteur open. (Ik neem aan dat een eventuele reformatio in peius in zo'n geval wel door de belastingrechter zou worden vernietigd.) _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
cia76
Leeftijd: 89 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1828
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 7:24 Onderwerp: |
|
|
Lucas schreef: | cia76 schreef: | De mevrouw had in casu een bezwaar pro forma in moeten dienen binnen de termijn welke ze dan later aan kon vullen met de gronden. |
Dat klopt, dat verwijt de rechter haar ook. Maar dat is inderdaad niet gebeurd.
Het bestuursorgaan kan dus vrij risicoloos een voor mevrouw negatieve beslissing nemen, wetende dat haar beroep toch sneuvelt? |
Wellicht is het risico hier dat het bestuursorgaan voor de proceskosten opdraait. Ze heeft immers een fout besluit genomen, ongegrond in plaats van niet ontvankelijk. |
|
|
|
 |
klokluider
Leeftijd: 57 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 406
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 13:09 Onderwerp: |
|
|
StevenK schreef: |
Ach, het bestuursorgaan heeft mevrouw geheel onverplicht een tweede kans geboden. |
kun je deze stelling nader toelichten, want ze is mij niet geheel duidelijk. |
|
|
|
 |
klokluider
Leeftijd: 57 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 406
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 13:30 Onderwerp: |
|
|
Lucas schreef: | Het bestuursorgaan kan dus vrij risicoloos een voor mevrouw negatieve beslissing nemen, wetende dat haar beroep toch sneuvelt? |
Nee het lijkt mij niet dat het bestuursorgaan vrij risicoloos een negatieve beslissing kan nemen omdat het beroep toch sneuvelt. Er wordt verwacht dat zij haar taak zonder enige vooringenomenheid vervult. Proceskosten is een risico alleen daar moet dan wel om zijn gevraagd.
Gaat de vrouw nog in verzet omdat de rechter buiten het geschil is getreden. Het bestuursorgaan heeft klaarblijkelijk verschoonbaarheid aangenomen nu zij desgevraagd dit heeft aangegeven. Zulk houdt dan in dat zij dit feit onderzocht hebben anders hadden ze het toch zelf wel niet ontvankelijk verklaard. Doordat de rechter dit nu wel doet gaat deze m.i. op de stoel van het bestuursorgaan zitten.
Het zou m.i. zuiverder zijn geweest als de rechter tot de conclusie was gekomen dat het beroep gegrond was maar dat hij concludeerde dat de er van verschoonbare termijnoverschrijding geen sprake was en dat het bestuursorgaan het bezwaar dus eigenlijk niet ontvankelijk had moeten verklaren. Er bestond immers geen verschil over het feit of het bezwaarschrift te laat was ingediend. Zie ook HR 1 april 2005, BNB 2005/316. |
|
|
|
 |
klokluider
Leeftijd: 57 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 406
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 13:38 Onderwerp: |
|
|
cia76 schreef: |
Wellicht is het risico hier dat het bestuursorgaan voor de proceskosten opdraait. Ze heeft immers een fout besluit genomen, ongegrond in plaats van niet ontvankelijk. |
Ik had hierover al wat gezegd maar bedacht me later dat de proceskosten afhankelijk zijn van het criterium of tegen beter weten in een onjuist besluit is genomen. Er is nog niet genoemd dat het primaire besluit onjuist was waardoor proceskosten niet per definitie toegekend behoeven te worden na een gegrondverklaring van het beroep.
Ik ga er na nogmaals lezen vanuit dat de rechter het beroep alleen maar gegrond heeft verklaard omdat het oordeel ongegrond onjuist is daar dit niet ontvankelijk had moeten zijn puur vanwege de niet verschoonbare termijnoverschrijding en niet inhoudelijk op gronden van de vrouw, wat dus niet weergeeft dat het besluit tegen beter weten is is genomen. |
|
|
|
 |
Leon78
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR Studieomgeving (MA): EUR Berichten: 154
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 17:30 Onderwerp: |
|
|
klokluider schreef: | cia76 schreef: |
Wellicht is het risico hier dat het bestuursorgaan voor de proceskosten opdraait. Ze heeft immers een fout besluit genomen, ongegrond in plaats van niet ontvankelijk. |
Ik had hierover al wat gezegd maar bedacht me later dat de proceskosten afhankelijk zijn van het criterium of tegen beter weten in een onjuist besluit is genomen. Er is nog niet genoemd dat het primaire besluit onjuist was waardoor proceskosten niet per definitie toegekend behoeven te worden na een gegrondverklaring van het beroep.
Ik ga er na nogmaals lezen vanuit dat de rechter het beroep alleen maar gegrond heeft verklaard omdat het oordeel ongegrond onjuist is daar dit niet ontvankelijk had moeten zijn puur vanwege de niet verschoonbare termijnoverschrijding en niet inhoudelijk op gronden van de vrouw, wat dus niet weergeeft dat het besluit tegen beter weten is is genomen. |
In dit soort gevallen zal de rechter vaak geen aanleiding zien tot veroordeling in de proceskosten. Ik vind het wel altijd leuk om te zien zo. Een zaak gehad m.b.t. een voorbereidingsbesluit, waarbij de in de bob, bezwaarmaken ongegrond werd verklaard. In beroep werd dit door de rechtbank vernietigd en werd appellant niet-ontvankelijk verklaard en de RvS vernietigde die uitspraak weer en viel terug op ongegrond. Ben zo blij dat een voorbereidingsbesluit niet meer appelabel is. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 17:42 Onderwerp: |
|
|
klokluider schreef: | Gaat de vrouw nog in verzet omdat de rechter buiten het geschil is getreden. Het bestuursorgaan heeft klaarblijkelijk verschoonbaarheid aangenomen nu zij desgevraagd dit heeft aangegeven. Zulk houdt dan in dat zij dit feit onderzocht hebben anders hadden ze het toch zelf wel niet ontvankelijk verklaard. Doordat de rechter dit nu wel doet gaat deze m.i. op de stoel van het bestuursorgaan zitten.
Het zou m.i. zuiverder zijn geweest als de rechter tot de conclusie was gekomen dat het beroep gegrond was maar dat hij concludeerde dat de er van verschoonbare termijnoverschrijding geen sprake was en dat het bestuursorgaan het bezwaar dus eigenlijk niet ontvankelijk had moeten verklaren. Er bestond immers geen verschil over het feit of het bezwaarschrift te laat was ingediend. Zie ook HR 1 april 2005, BNB 2005/316. |
Dat is een interessante uitspraak van de HR als belastingrechter. Het gaat strikt genomen niet over de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding (art. 6:11 Awb), maar over de vraag of het bezwaarschrift tijdig ter post is bezorgd (art. 6:9 lid 2 Awb). Maar dat moet allebei ambtshalve door de rechter worden onderzocht.
De HR is het blijkbaar eens dat de rechter de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift kan (moet?) toetsen, maar lijkt van mening te zijn dat de rechter hierbij niet zelfstandig de feiten mag vaststellen.
HR schreef: | 3.3. Nu het bezwaarschrift binnen een week na afloop van de termijn is ingekomen, laat de onder 3.1-(iii) beschreven proceshouding van de Inspecteur geen andere gevolgtrekking toe dan dat hij het bezwaarschrift aanmerkte als tijdig ingediend in de zin van artikel 6:9, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht, hetgeen insluit dat hij ervan uitging dat het bezwaarschrift voor het einde van de termijn ter post bezorgd was.
3.4. Dat de juistheid van deze aanname voorafgaand aan de zitting tussen partijen niet in geschil was, behoefde het Hof er niet van te weerhouden ter zitting ambtshalve onderzoek daarnaar te doen, zoals het kennelijk heeft gedaan. Het stond het Hof evenwel niet vrij om in zijn uitspraak te oordelen dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat het bezwaarschrift tijdig ter post is bezorgd, indien de Inspecteur dat feit ter zitting niet - eventueel naar aanleiding van het onderzoek door het Hof - alsnog had betwist. Feiten die tussen partijen niet in geschil zijn, behoeven immers geen bewijs. |
Ik ben er behoorlijk zeker van dat andere hoogste bestuursrechters het met die laatste zin niet eens zijn voor zover het gaat om ontvankelijkheidsperikelen.
HR schreef: | 3.5. Hieraan doet niet af dat het Hof gehouden was de ontvankelijkheid van het bezwaar ambtshalve te beoordelen. Die verplichting reikte immers niet verder dan dat het Hof gehouden was om ambtshalve te beoordelen of de ten processe vaststaande feiten leiden tot de gevolgtrekking dat het bezwaar niet ontvankelijk was. |
Waar andere hoogste bestuursrechters het wel mee eens zouden zijn is:
HR schreef: | 3.7. Ten overvloede merkt de Hoge Raad nog het volgende op. Ook indien de Inspecteur ter zitting wèl alsnog zou hebben opgeworpen dat het bezwaarschrift niet tijdig ter post was bezorgd, zou het aan het Hof niet vrijgestaan hebben om belanghebbende alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaar zonder hem gelegenheid te hebben geboden zich uit te laten omtrent de datum van terpostbezorging van zijn bezwaarschrift, en omtrent - kort gezegd - eventuele verschoningsgronden voor termijnoverschrijding. Belanghebbende had immers, blijkens het onder 3.1 geschetste procesverloop, vóór de zitting geen aanleiding, en ter zitting geen gelegenheid om zich over die beide kwesties uit te laten. |
Het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden.
In de UWV-zaak heeft de rechter m.i. correct gehandeld. Het staat het UWV niet vrij om zonder goede reden een termijnsoverschrijding verschoonbaar te achten. De rechter moet dit ambtshalve onderzoeken. Daarbij zal de vrouw naar ik aanneem in de gelegenheid zijn gesteld om redenen aan te voeren waarom de overschrijding verschoonbaar was. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
klokluider
Leeftijd: 57 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 406
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 18:52 Onderwerp: |
|
|
Quote: | Dat is een interessante uitspraak van de HR als belastingrechter. Het gaat strikt genomen niet over de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding (art. 6:11 Awb), maar over de vraag of het bezwaarschrift tijdig ter post is bezorgd (art. 6:9 lid 2 Awb). Maar dat moet allebei ambtshalve door de rechter worden onderzocht. |
Ik zou het simpeler stellen te laat ingediend bezwaarschrift. De reden is even niet relevant. Verschoonbaarheid of niet tijdig per post.
Quote: | Ik ben er behoorlijk zeker van dat andere hoogste bestuursrechters het met die laatste zin niet eens zijn voor zover het gaat om ontvankelijkheidsperikelen. |
Het is correct dat sinds ABRS 5 december 1995, AB 1996, 298 het vaste rechtspraak is van de Afdeling dat de termijnen van openbare orde zijn. Maar wie weet is er nu een momentum. Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen.
Quote: | Daarbij zal de vrouw naar ik aanneem in de gelegenheid zijn gesteld om redenen aan te voeren waarom de overschrijding verschoonbaar was. |
ik ben er eigenlijk zeker van dat de rechter de vrouw over dit feit niet heeft gehoord nu dit geen onderwerp was van geschil. De UWV heeft nadat zij de vrouw hier naar hebben besloten een beslissing op bezwaar te nemen. de rechter heeft m.i. sec ambtshalve de termijnen getoetst en de zaak zonder horen afgedaan omdat er kennelijk maar een beslissing mogelijk was. Maar misschien kan Lucas hier nog zich op geven of de vrouw in de beroepsprocedure nog is gehoord omtrent de verschoonbaarheid. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 20:57 Onderwerp: |
|
|
klokluider schreef: | Ik zou het simpeler stellen te laat ingediend bezwaarschrift. De reden is even niet relevant. Verschoonbaarheid of niet tijdig per post. |
Het is niet te laat ingediend als aan art. 6:9 lid 2 Awb is voldaan.
Quote: | Quote: | Ik ben er behoorlijk zeker van dat andere hoogste bestuursrechters het met die laatste zin niet eens zijn voor zover het gaat om ontvankelijkheidsperikelen. |
Het is correct dat sinds ABRS 5 december 1995, AB 1996, 298 het vaste rechtspraak is van de Afdeling dat de termijnen van openbare orde zijn. Maar wie weet is er nu een momentum. Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen. |
Het wetsvoorstel voor de Wet dwangsom heeft hier niet veel mee te maken. Dat voorstel heeft betrekking op het overschrijden van beslistermijnen door bestuursorganen.
HR en ABRvS zijn het met elkaar eens dat bezwaar- en beroepstermijnen en meer algemeen de bepalingen die de toegang tot de rechter regelen van openbare orde zijn, en dat hier dus ambtshalve aan moet worden getoetst. De vraag is hoever de rechter daarbij mag/moet gaan bij het vaststellen van de feiten. Volgens art. 8:69 lid 3 kan de rechter ambtshalve de feiten aanvullen. Het lijkt mij dan niet onlogisch dat de rechter onderzoek mag doen (en ik denk zelfs: moet doen) naar de feiten die van belang zijn voor de toegang tot de rechter. Deze toegang staat niet ter vrije beschikking van de partijen.
De motivering van de HR vind ik dan ook verrassend.
Quote: | Quote: | Daarbij zal de vrouw naar ik aanneem in de gelegenheid zijn gesteld om redenen aan te voeren waarom de overschrijding verschoonbaar was. |
ik ben er eigenlijk zeker van dat de rechter de vrouw over dit feit niet heeft gehoord nu dit geen onderwerp was van geschil. |
Het is heel makkelijk om ergens zeker van te zijn, maar daar is hier geen enkele basis voor.
Quote: | De UWV heeft nadat zij de vrouw hier naar hebben besloten een beslissing op bezwaar te nemen. de rechter heeft m.i. sec ambtshalve de termijnen getoetst en de zaak zonder horen afgedaan omdat er kennelijk maar een beslissing mogelijk was. |
Ah, je denkt dat de rechter toepassing heeft gegeven aan art. 8:54 Awb (vereenvoudigde behandeling). Vandaar dat je sprak over verzet in plaats van hoger beroep.
Het lijkt mij uitgesloten dat de rechter hier heeft gekozen voor vereenvoudigde behandeling. Dat er na vernietiging van de beslissing op bezwaar nog maar één beslissing mogelijk was en de rechter om die reden toepassing heeft gegeven aan art. 8:72 lid 4 Awb betekent niet dat er geen enkele discussie mogelijk was over de vraag of de beslissing op bezwaar vernietigd moest worden.
Tenzij de rechter iets raars heeft gedaan is het als volgt gegaan. De rechter heeft ambtshalve de vraag opgeworpen of de termijnsoverschrijding wel verschoonbaar was. De vrouw en het bestuursorgaan hebben hier vooraf aan en/of op de zitting hun licht over laten schijnen. De rechter heeft vervolgens geoordeeld dat de termijnsoverschrijding niet verschoonbaar was. Naar aanleiding van dit oordeel heeft de rechter beslist dat het beroep gegrond was en dat de beslissing op bezwaar moest worden vernietigd. Dan zou eigenlijk het bestuursorgaan opnieuw een beslissing op bezwaar moeten nemen, maar nu de termijnsoverschrijding niet verschoonbaar is, staat het vast dat het bestuursorgaan slechts één beslissing kan nemen, nl. niet ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Daarom geeft de rechter toepassing aan art. 8:72 lid 4, en verklaart hij het bezwaar niet ontvankelijk.
Merk op dat deze gang van zaken volkomen in overeenstemming is met wat Lucas hier vertelt. Aangezien het meer voor de hand ligt dat de rechter correct heeft gehandeld dan dat de rechter een fundamenteel beginsel van procesrecht heeft geschonden, ligt het m.i. meer voor de hand dat het gegaan is zoals ik denk dat het gegaan is, dan dat het gegaan is zoals jij zeker weet dat het gegaan is. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 21:23 Onderwerp: |
|
|
Hmm, nu ik het eerste bericht nog eens lees:
Lucas schreef: | Ze stelt het bezwaar drie dagen na de bezwaartermijn in. Als reden daarvoor geeft ze desgevraagd op, dat ze nog wachtte op enige informatie van een medisch specialist. |
De termijnoverschrijding is al besproken en redenen hiervoor zijn al gegeven. De rechtbank zou daarom waarschijnlijk inderdaad kunnen hebben gekozen voor een vereenvoudigde behandeling. Of dit zo is blijkt niet uit wat Lucas schrijft, maar als de rechter dit heeft gedaan, levert dat geen schending van hoor en wederhoor op. Ook overigens lijkt het me een correcte beslissing. Verzet valt te proberen, maar maakt vermoedelijk niet veel kans.
Een voorbeeld is Rb. Den Haag 8 februari 2007, LJN AZ8602. Het is mij niet helemaal duidelijk op welk moment eiser in de gelegenheid is gesteld om zich over de ontvankelijkheid uit te spreken, maar het is wel duidelijk dát dit is gebeurd. Overigens wordt het bestuursorgaan veroordeelt in de proceskosten. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 11 jan 2009 21:58 Onderwerp: |
|
|
bona fides schreef: | HR en ABRvS zijn het met elkaar eens dat bezwaar- en beroepstermijnen en meer algemeen de bepalingen die de toegang tot de rechter regelen van openbare orde zijn, en dat hier dus ambtshalve aan moet worden getoetst. De vraag is hoever de rechter daarbij mag/moet gaan bij het vaststellen van de feiten. Volgens art. 8:69 lid 3 kan de rechter ambtshalve de feiten aanvullen. Het lijkt mij dan niet onlogisch dat de rechter onderzoek mag doen (en ik denk zelfs: moet doen) naar de feiten die van belang zijn voor de toegang tot de rechter. Deze toegang staat niet ter vrije beschikking van de partijen.
De motivering van de HR vind ik dan ook verrassend. |
Over HR 1 april 2005, BNB 2005, 316 (ook te vinden onder AB 2005, 246, BB 2005, 575, VN 2005/21.10 en LJN AT3034) Widdershoven in zijn noot in AB:
Widdershoven schreef: | 2. Het onderhavige arrest laat zien dat de hoogste fiscale rechter zich vooralsnog niet over de hele linie conformeert aan de bestuursrechtelijke appèlcolleges. Bij deze appèlcolleges geldt als regel dat de rechter zelf de feitelijke informatie vergaart die vereist is voor de ambtshalve toetsing aan bepalingen van openbare orde, zoals de bepalingen omtrent bezwaren- en beroepstermijnen. Weliswaar dient de bestuursrechter in verband met het verdedigingsbeginsel partijen in de gelegenheid te stellen om zich tegen de juistheid van deze feitenvaststelling en daaruit voortvloeiende toepassing van de bepaling van openbare orde te verweren, uiteindelijk stelt de rechter de relevante feiten vast onafhankelijk van de opvattingen van partijen. Zie voor deze lijn M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure, Monografieën Awb A-3, p. 201, met verwijzingen naar relevante rechtspraak.
De Hoge Raad volgt een andere weg. Volgens hem moet de fiscale bestuursrechter bij de ambtshalve beoordeling van de naleving van een bezwaren- of beroepstermijn uitgaan van de "ten processe vaststaande feiten" en staan deze feiten vast indien zij tussen partijen niet in geschil zijn. In casu liep de bezwarentermijn af op 28 juli 2000 en had de Inspecteur over het op 2 augustus 2000 ingekomen bezwaarschrift, het standpunt ingenomen dat het tijdig was ingekomen, hetgeen - volgens de Hoge Raad - insluit dat hij ervan uitging dat het bezwaarschrift voor het einde van de bezwarentermijn ter post was bezorgd. Gelet op de datum van binnenkomst van het bezwaarschrift is dat niet erg waarschijnlijk. Niettemin moet de rechter, nu de Inspecteur niet heeft opgeworpen dat het bezwaarschrift niet tijdig ter post is bezorgd, als een "ten processe vaststaand feit" aanmerken dat het bezwaarschrift wel tijdig ter post is bezorgd. (...) |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|