Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 2 van 2 |
Ga naar pagina Vorige 1, 2 |
|
Auteur |
Bericht |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: do 30 okt 2008 22:20 Onderwerp: |
|
|
cia76 schreef: | PG Awb over 8:72: (...)
Dit bevestigt dus het reeds onderkende. |
Klopt, alleen komt dit niet uit de PG Awb, maar uit de PT Awb .
Met wetsvoorstel 29702 (Vierde tranche Awb) komt art. 8:72 er een stuk duidelijker uit te zien:
toekomstig art. 8:72 schreef: | 1. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, vernietigt hij het bestreden besluit geheel of gedeeltelijk en neemt het bestuursorgaan met inachtneming van zijn aanwijzingen een nieuw besluit.
2. De vernietiging van een besluit of een gedeelte van een besluit brengt vernietiging van de rechtsgevolgen van dat besluit of van het vernietigde gedeelte daarvan mee.
3. De bestuursrechter kan in afwijking van het eerste lid, bepalen:
a. dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit of een gedeelte daarvan,
b. dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit of het vernietigde gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk in stand blijven, of
c. dat het bestuursorgaan geen nieuw besluit behoeft te nemen.
4. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, kan hij het bestuursorgaan met toepassing van de artikelen 8:80a tot en met 8:80d in de gelegenheid stellen, onderscheidenlijk met toepassing van artikel 8:80e opdragen, de gebreken weg te nemen.
5. De bestuursrechter kan een besluit ondanks schending van een voorschrift in stand laten indien blijkt dat belanghebbenden daardoor niet worden benadeeld.
6. De bestuursrechter kan het bestuursorgaan een termijn stellen voor het nemen van een nieuw besluit of het verrichten van een andere handeling.
7. De bestuursrechter kan zo nodig een voorlopige voorziening treffen. Daarbij bepaalt hij het tijdstip waarop de voorlopige voorziening vervalt.
8. De bestuursrechter kan bepalen dat een voorlopige voorziening vervalt op een later tijdstip dan het tijdstip waarop hij uitspraak heeft gedaan.
9. De bestuursrechter kan bepalen dat, indien of zolang het bestuursorgaan niet voldoet aan een uitspraak, de door hem aangewezen rechtspersoon aan een door hem aangewezen partij een in de uitspraak vast te stellen dwangsom verbeurt. De artikelen 611a tot en met 611i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing. |
_________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
Marco Knol
Leeftijd: 55 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU
Berichten: 598
|
Geplaatst: vr 31 okt 2008 3:04 Onderwerp: |
|
|
Ik herken dit wel uit de praktijk van de CRvB, ook een hoogste bestuursrechter. Dus mij verbaasd dit alles niet. Ik verbaas me er altijd over dat iedereen in z'n eigen hokje blijft denken terwijl er de nodige overlappingen zijn tussen ABRvS, belastingkamer HR en de CRvB. Want we hebben het tenslotte in al die gevallen wel over bestuursrecht. _________________ Gelijk hebben is niet hetzelfde als bewijs hebben. |
|
|
|
 |
cia76
Leeftijd: 89 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1831
|
Geplaatst: vr 31 okt 2008 7:51 Onderwerp: |
|
|
bona fides schreef: |
Met wetsvoorstel 29702 (Vierde tranche Awb) komt art. 8:72 er een stuk duidelijker uit te zien:
toekomstig art. 8:72 schreef: | 1. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, vernietigt hij het bestreden besluit geheel of gedeeltelijk en neemt het bestuursorgaan met inachtneming van zijn aanwijzingen een nieuw besluit.
2. De vernietiging van een besluit of een gedeelte van een besluit brengt vernietiging van de rechtsgevolgen van dat besluit of van het vernietigde gedeelte daarvan mee.
3. De bestuursrechter kan in afwijking van het eerste lid, bepalen:
a. dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit of een gedeelte daarvan,
b. dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit of het vernietigde gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk in stand blijven, of
c. dat het bestuursorgaan geen nieuw besluit behoeft te nemen.
4. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart, kan hij het bestuursorgaan met toepassing van de artikelen 8:80a tot en met 8:80d in de gelegenheid stellen, onderscheidenlijk met toepassing van artikel 8:80e opdragen, de gebreken weg te nemen.
5. De bestuursrechter kan een besluit ondanks schending van een voorschrift in stand laten indien blijkt dat belanghebbenden daardoor niet worden benadeeld.
6. De bestuursrechter kan het bestuursorgaan een termijn stellen voor het nemen van een nieuw besluit of het verrichten van een andere handeling.
7. De bestuursrechter kan zo nodig een voorlopige voorziening treffen. Daarbij bepaalt hij het tijdstip waarop de voorlopige voorziening vervalt.
8. De bestuursrechter kan bepalen dat een voorlopige voorziening vervalt op een later tijdstip dan het tijdstip waarop hij uitspraak heeft gedaan.
9. De bestuursrechter kan bepalen dat, indien of zolang het bestuursorgaan niet voldoet aan een uitspraak, de door hem aangewezen rechtspersoon aan een door hem aangewezen partij een in de uitspraak vast te stellen dwangsom verbeurt. De artikelen 611a tot en met 611i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing. |
|
Het door jou aangehaalde betreft het zo veel mogelijk wegnemen van de bestuurlijke lus, klopt dat? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: vr 31 okt 2008 11:53 Onderwerp: |
|
|
Nee, dat is weer een ander wetsvoorstel.
Ik haal de toekomstige versie van art. 8:72 aan waar de door jou geciteerde tekst betrekking op heeft. Zie lid 3. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
cia76
Leeftijd: 89 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UvA Studieomgeving (MA): UvA Berichten: 1831
|
Geplaatst: vr 31 okt 2008 20:24 Onderwerp: |
|
|
Ja ok, maar lid 4 van de toekomstige 8:72 verwijst naar toekomstige artikelen (80a-d) die wel degelijk met de bestuurlijke lus te maken hebben volgens mij hoor. Zie bijvoorbeeld over dat toekomstige artikel 80a Quote: | Artikel 8:80a
Dit artikel wordt met ingang van […] ingevoegd bij wet van […] (voorontwerp aanpassing bestuursprocesrecht).
VO 1. Indien de bestuursrechter het beroep gegrond verklaart [en hoger beroep openstaat], kan hij bij tussenuitspraak het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen de aangeduide gebreken weg te nemen.
2. Het eerste lid vindt geen toepassing, indien belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld.
3. De bestuursrechter kan ook mondeling tussenuitspraak doen. Artikel 8:67, tweede tot en met vijfde lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing.
MvT Eerste lid
De bestuurlijke lus dient er toe om een definitieve beslechting van het geschil te bevorderen door het bestuursorgaan de gelegenheid te bieden om gebreken in het bestreden besluit nog hangende de beroepsprocedure te herstellen en aldus vernietiging van het besluit te voorkomen. Dit veronderstelt dus, dat het besluit gebreken vertoont en dat het beroep gegrond is. Dit betekent ook, dat appellant in beginsel recht heeft op teruggave van het betaalde griffierecht (art. 8:74 lid 1) en vergoeding van proceskosten (art. 8:75), ook als de gebreken in het besluit uiteindelijk worden hersteld en vernietiging dus uitblijft.
De rechter is echter ook bij een gegrond beroep niet verplicht om de bestuurlijke lus toe te passen. In de eerste plaats zijn sommige gebreken naar hun aard niet herstelbaar. Indien bijvoorbeeld de rechter bij een beroep tegen een bestuurlijke boete tot het oordeel komt dat appellant helemaal geen overtreding heeft begaan, of bij een beroep tegen een bestuursdwangbesluit moet concluderen dat het bestuursorgaan bij afweging van alle belangen in redelijkheid niet tot het aanzeggen van bestuursdwang had kunnen besluiten, heeft toepassing van een bestuurlijke lus geen zin.
Artikel 8:80a, eerste lid, beoogt de rechter echter ook de vrijheid te geven om bij gebreken waarbij herstel op zichzelf wel denkbaar zou zijn, toch af te zien van toepassing van de bestuurlijke lus. Ook daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Het kan zijn dat de feitelijke en/of juridische situatie inmiddels zodanig is gewijzigd dat de rechter niet kan overzien of herstel binnen redelijke tijd mogelijk is, dan wel of appellant daar nog iets mee zou opschieten. Het is ook mogelijk dat de rechter de voorkeur geeft aan vernietiging omdat herstel van de gebreken vermoedelijk geruime tijd gaat vergen; de bestuurlijke lus is vooral bedoeld voor gebreken die relatief eenvoudig en snel te herstellen zijn.
Maar de rechter heeft uitdrukkelijk ook de bevoegdheid om van toepassing van de bestuurlijke lus af te zien op de grond, dat het bestuursorgaan naar zijn oordeel te slordig met (procedure-) voorschriften omspringt. De bestuurlijke lus mag voor bestuursorganen geen vrijbrief worden om procedurele waarborgen stelselmatig te veronachtzamen onder het motto “Als er iemand in beroep gaat, repareren wij het wel.” De rechter heeft bij de keuze voor het al dan niet toepassen van een bestuurlijke lus dus een ruime mate van vrijheid.
Artikel 8:80a is slechts van toepassing indien tegen de uitspraak van de rechtbank, indien het een einduitspraak zou zijn, hoger beroep zou openstaan. In dat geval is het bestuursorgaan namelijk niet verplicht om de door de rechter in zijn tussenuitspraak aangeduide gebreken te herstellen. Het bestuursorgaan kan er dan immers ook voor kiezen om het op een vernietiging te laten aankomen en vervolgens tegen deze vernietiging in hoger beroep te gaan (zie nader de toelichting bij artikel 8:80d). Dat is overigens een extra reden waarom de rechter niet verplicht moet zijn om de bestuurlijke lus toe te passen. Indien het bestuursorgaan desgevraagd reeds ter zitting aangeeft dat het tegen een bepaald oordeel in hoger beroep zal gaan, of de rechter dit om andere redenen waarschijnlijk acht (bijvoorbeeld omdat hij weet dat het om een proefprocedure gaat), kan hij beter meteen einduitspraak doen.
De voorwaarde dat hoger beroep openstaat, betekent overigens niet dat een bestuursrechter die in eerste en enige aanleg of in hoger beroep rechtspreekt, geen bestuurlijke lus kan toepassen. Dat kan wel, maar dan heeft het bestuursorgaan niet de vrijheid om van het herstel van de gebreken af te zien. Verwezen zij naar de toelichting bij de artikelen 8:80e en 8:94.
Tweede lid
Het tweede lid van artikel 8:80a bepaalt dat de rechter van het toepassen van de bestuurlijke lus moet afzien als belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld. Het kan immers voorkomen dat de rechter zonder de inbreng van deze belanghebbenden onvoldoende kan overzien, of bij het verbeterde besluit voldoende rekening is gehouden met hun belangen. In die situatie is het beter dat het bestuursorgaan na vernietiging een nieuw besluit neemt, waartegen de andere belanghebbenden dan desgewenst alsnog beroep kunnen instellen.
Derde lid
Het derde lid stelt buiten twijfel dat de bestaande mogelijkheid om onmiddellijk of kort na de zitting mondeling uitspraak te doen (art. 8:67) ook bij de tussenuitspraak kan worden benut.
|
|
|
|
|
 |
Latijns
Leeftijd: 69 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 2
|
Geplaatst: zo 31 mei 2009 12:45 Onderwerp: |
|
|
Interessant om te lezen want ik heb te maken met zo'n situtatie. Nog vers is een arbeidsrechtelijke zaak (uitspraak mei 2009) waarin art. 8:72 Awb, lid 3 is toegepast ten einde verdere procedures te voorkomen. Dus ik vraag me nu af of er een nieuw besluit zal worden genomen en op grond van wat?
Quote: |
Nu ik echter nog eens naar art. 8:72 Awb kijk, zie ik waarom lid 3 daar zeker niet voor is bedoeld. Als vernietiging van het besluit een tijdelijk probleem zou veroorzaken, kan de bestuursrechter een voorlopige voorziening treffen op grond van art. 8:72 lid 5 Awb.
Lid 3 is dus bedoeld om de procedure te beëindigen en kan daarom in principe alleen worden toegepast als slechts nog één besluit kan worden genomen. |
|
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: zo 31 mei 2009 14:23 Onderwerp: |
|
|
Als de rechter art. 8:72 lid 3 Awb heeft toegepast, volgt er geen nieuw besluit van het bestuursorgaan meer. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 2 van 2 |
Ga naar pagina Vorige 1, 2 |
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|