Content Syndication
|
|
|
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
Auteur |
Bericht |
Nautilus
Leeftijd: 37 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): EUR
Berichten: 8
|
Geplaatst: zo 06 jul 2008 0:39 Onderwerp: 6:233 onder b: wel of niet aan informatieplicht voldaan? |
|
|
Inderdaad, ik val jullie lastig met mijn huiswerk, maar daar is dit forum natuurlijk ook een beetje voor bedoeld.
Casus: Groothandel Jan Jong BV nodigt, onder verwijzing naar zijn algemene voorwaarden, Verbeek BV- een vervoerder- uit om aan Jan Jong BV een aanbod te doen in verband met het vervoer over land van een aantal machines. Verbeek doet het aanbod en gaat daarmee akkoord met de gelding van de eerder genoemde algemene voorwaarden. Vervolgens aanvaardt Jan Jong BV het aanbod en stelt tegelijkertijd aan Verbeek een exemplaar van de voorwaarden ter hand.
Vragen:
a) Op grond van welk wetsartikel is hier sprake van tijdige terhandstelling, en op grond van welk wetsartikel is hier sprake van ontijdige terhandstelling?
b) Stel dat beide partijen een mondelinge overeenkomst aangaan met inbegrip van de nog niet ter hand gestelde algemene voorwaarden van Jan Jong BV. Vervolgens ondertekent Verbeek een formulier waarop deze algemene voorwaarden staan afgedrukt. Heeft de terhandstelling tijdig plaats gevonden?
Ik kan hier in de literatuur en in wetsartikelen weinig over vinden en ben dus niet tot een antwoord gekomen. Ik heb wel wat gedachtes over de vragen:
a) Jan Jong BV doet een uitnodiging tot een aanbod. Vervolgens reageert Verbeek: hij doet een aanbod, en aanvaard daarmee de algemene voorwaarden (6:231c jo. 6:232, BW). Hij is daarmee aan de bedingen gebonden. Aangezien Jan Jong tijdens het aanvaarden een exemplaar van de algemene voorwaarden aan Verbeek geeft, lijkt het mij dat voldaan is aan 6:234 onder a, BW. Op grond van dit artikel zou dus tijdig aan de informatieplicht zijn voldaan. Maar op grond van welk artikel zou hier niet aan voldaan zijn? Ik weet zelf niet waar ik het zoeken moet. In het feit dat het hier om twee ondernemingen gaat, en 6:233 dus niet van toepassing is (6:235)? (Lijkt mij onwaarschijnlijk .) Of zou HR Geurtzen/Kampstaal hierover een aanwijzing kunnen geven? (Die heb ik zelf niet kunnen vinden.)
b) Hier wordt pas aan de informatieplicht voldaan ná het sluiten van de overeenkomst. Ook hier heb ik geen idee, hoewel ik denk aan 6:234 onder b BW.
Als iemand mij kan helpen met dit probleem, dan hoor ik het graag.  |
|
|
|
 |
Alfatrion
Leeftijd: 46 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 791
|
Geplaatst: zo 06 jul 2008 1:05 Onderwerp: |
|
|
a) Artikel 6:234 BW eventueel in combinatie met Artikel 6:233 sub b BW.
Quote: | a) Jan Jong BV doet een uitnodiging tot een aanbod. Vervolgens reageert Verbeek: hij doet een aanbod, en aanvaard daarmee de algemene voorwaarden (6:231c jo. 6:232, BW). Hij is daarmee aan de bedingen gebonden. Aangezien Jan Jong tijdens het aanvaarden een exemplaar van de algemene voorwaarden aan Verbeek geeft, lijkt het mij dat voldaan is aan 6:234 onder a, BW. |
Verbeek kom op deze wijze immers voor een verdrongen feit te staan. Het lijkt mij niet dat dit artikel op deze wijze is bedoelt. Verbeek zou in dit geval minstens de kans moeten krijgen om zijn aanbod te herroepen.
6:233 b, 6:234 a, 6:248 BW?
b) In princiepe is het antwoord nee, maar het heeft wat weg van de overeenkomst nog niet tot stand is gekomen. In dat laatste geval is het antwoord ja maar let wel: het is dan Jong BV die het aanbod doet en Verbeek die het aanbod accepteerd. Een uitnodiging tot een aanbod doen wil zoveel zeggen de overeenkomst kleur geven door bijvoorbeeld een prijs te noemen. _________________ Een appel per dag houdt de dokters weg, vooral als je goed mikt. - Winston Churchill |
|
|
|
 |
|
 |
Pagina 1 van 1 |
|
|
U mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen U mag geen reacties plaatsen U mag uw berichten niet bewerken U mag uw berichten niet verwijderen U mag niet stemmen in polls
|
|
|
|