|
Auteur |
Bericht |
dries04
Leeftijd: 54 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 3
|
Geplaatst: ma 24 mrt 2008 22:09 Onderwerp: Procesgang geschillenregeling |
|
|
Ik heb de volgende vraag over de procesgang bij de geschillenregeling uit BW2 (meer specifiek: 2:336)
Ik begrijp dat hierbij sprake is van dagvaardingsprocedure (in het algemeen)? Waar moet men een kort geding aanspannen? Ik zou verwachten de rechtbank maar ik vind ook jurisprudentie met daarin het hof. Terwijl hoger beroep in principe alleen openstaat bij de Ok... |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 24 mrt 2008 22:22 Onderwerp: |
|
|
Lid 3 lijkt me vrij duidelijk?
Quote: | Tot de kennisneming van de vordering is in eerste aanleg bevoegd de rechtbank van de woonplaats van de vennootschap. Hoger beroep kan uitsluitend worden ingesteld bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. Artikel 344 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing met dien verstande dat voor "een meervoudige kamer" wordt gelezen: de ondernemingskamer. |
Ah wacht eens, de vraag is waar een kort geding moet worden aangespannen.
Lijkt mij dat je daarvoor de normale bepalingen volgt en (naar ik aanneem) uitkomt op de rechtbank van de woonplaats van de vennootschap. Maar ik vraag me af of een kort geding wel zin heeft bij een vordering als bedoeld in art. 2:336 BW. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
dries04
Leeftijd: 54 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 3
|
Geplaatst: ma 24 mrt 2008 22:39 Onderwerp: |
|
|
Precies, dat is inderdaad de achtergrond van mijn vraag. Zo vind ik in de jurisprudentie:
Quote: | ...De Jong dagvaardt vervolgens Wichgers in kort geding en stelt op grond van art. 2:336 BW dat Wichgers door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. Deze vordering wordt toegewezen door Pres. Rb. Breda bij vonnis in kort geding van 13 maart 1998. Deze uitspraak wordt bevestigd door Hof 's-Hertogenbosch 14 januari 1999. |
Zoals je ziet lijkt het hoger beroep hier in Den Bosch te hebben plaatsgevonden, niet bij de Ok...!? |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: ma 24 mrt 2008 23:29 Onderwerp: |
|
|
Interessant. De uitspraak van de rechtbank is te vinden onder JOR 1998, 61. In de noot vind ik:
annotator schreef: | De president had zich onbevoegd moeten verklaren om in kort geding over de vordering van De Jong te oordelen voor zover deze is gebaseerd op art. 2:336 BW. |
Het Hof Den Bosch vindt echter in NJ 1999, 743:
Quote: | 4.5. Thans resteert de door grief I aan de orde gestelde vraag, of aan toepassing in kort geding van de zgn. uitstootregeling van art. 2:336 e.v. het vergaande en constitutieve karakter daarvan niet in de weg staat, of daaraan in dit geval niet in de weg staat dat de president is afgeweken van de volgorde van de regeling in de art. 2:339, 340 en 341, en of er wel voldoende spoedeisend belang is.
Daaromtrent overweegt het hof, dat naar zijn voorlopig oordeel de regeling van art. 2:336 e.v. niet van een zodanige aard is dat toepassing in kort geding daarvan onder alle omstandigheden moet worden uitgesloten. Art. 14 Grondwet staat daaraan niet in de weg. (...) |
Het lijkt erop dat in dit kort geding zoveel van de procedurele aspecten van de geschillenregeling buiten toepassing zijn gelaten, dat het uiteindelijk om een reguliere vordering in kort geding neerkwam, waarvoor het Hof Den Bosch de reguliere tweede instantie is. _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
dries04
Leeftijd: 54 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 3
|
Geplaatst: ma 24 mrt 2008 23:49 Onderwerp: |
|
|
Aha. Ok Bona Fides bedankt! |
|
|
|
 |
bona fides
Geslacht: 
Studieomgeving (BA): UL Studieomgeving (MA): UL Berichten: 22911
|
Geplaatst: di 25 mrt 2008 0:36 Onderwerp: |
|
|
dries04 schreef: | Aha. Ok Bona Fides bedankt! |
Graag gedaan, maar hoe het precies zit weet ik dus ook niet. Ik denk dat art. 2:336 BW zich strikt genomen niet leent voor een kort geding, maar andersom kan in een (regulier) kort geding blijkbaar wel een "art. 2:336 BW"-vordering worden toegewezen.
Is het mogelijk om een "normale" vordering op grond van art. 2:336 BW in eerste aanleg te combineren met andere vorderingen? Zo ja, hoe gaat dat dan in hoger beroep? _________________ Hanc marginis exiguitas non caperet. |
|
|
|
 |
|