|
Auteur |
Bericht |
julius
Leeftijd: 74 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 7
|
Geplaatst: ma 18 jun 2007 12:02 Onderwerp: Huur bedrijfsruimte en aanspraak op op verlenging |
|
|
Kennissen hebben bedrijfsruimte gehuurd voor 9,5 maanden eindigend op 19 maart 2007.
In overeenkomst staat: "Huurder kan geen aanspraak maken op verlenging".
Na maart zijn er diverse gesprekken over de toekomst, maar geen eenduidige afspraken. Wel is er voor april, mei en juni telkens een huurnota gestuurd en betaald.
Nu heeft verhuurder het pand verkocht en wil over oplevering spreken.
Is huurcontract toch stilzwijgend verlengd, waardoor huurders recht op hur tot eind december? |
|
|
|
 |
phoxy84
Leeftijd: 41 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): HAN
Berichten: 15
|
Geplaatst: di 19 jun 2007 17:05 Onderwerp: |
|
|
Ik ben niet helemaal van het huurrecht omtrent bedrijfsruimten maar heb zo snel even 2 artikelen gevonden:
Art. 7:219
1. Van de bepalingen van deze afdeling kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.
2. Bedingen die ten nadele van de huurder afwijken van de bepalingen van deze afdeling, kunnen evenwel, behoudens wanneer het betreft een afwijking van artikel 307, niet op die grond worden vernietigd, indien zij zijn goedgekeurd door de rechter.
3. Ieder van de partijen kan een zodanige goedkeuring verzoeken. De goedkeuring wordt alleen gegeven indien het beding de rechten die de huurder aan deze afdeling ontleent, niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van de onderhavige afdeling in redelijkheid niet behoeft.
4. Het verzoek bevat, behalve de gronden waarop het berust, de tekst van de goed te keuren bedingen.
En daarna art. 7:292 BW:
1. De huurovereenkomst geldt voor vijf jaar of, als een langere bepaalde duur is overeengekomen, voor die langere duur.
2. De huurovereenkomst die voor vijf jaar geldt, wordt na het verstrijken daarvan van rechtswege met vijf jaar verlengd. De overeenkomst die is aangegaan voor een termijn die langer is dan vijf jaar maar korter dan tien jaar, wordt na het verstrijken van die termijn van rechtswege verlengd met een tweede termijn die zoveel korter is dan vijf jaar als de eerste termijn langer is dan vijf jaar.
Lijkt me dus al niet eens voor 9,5 maand te kunnen.
Wellicht andere artt. maar geen tijd om verder voor je te zoeken. |
|
|
|
 |
Tommie
Leeftijd: 42 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): UU
Berichten: 14
|
Geplaatst: zo 01 jul 2007 19:30 Onderwerp: |
|
|
Om wat voor bedrijfsruimte gaat het? 7:290 of 7:230a BW? |
|
|
|
 |
StevenK Moderator
Leeftijd: 52 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 4108
|
Geplaatst: zo 01 jul 2007 20:28 Onderwerp: |
|
|
Tommie schreef: | Om wat voor bedrijfsruimte gaat het? 7:290 of 7:230a BW? |
Ofwel: is er sprake van een winkel of iets wat daarop lijkt of van een bedrijfshal/kantoor? |
|
|
|
 |
julius
Leeftijd: 74 Geslacht:  Sterrenbeeld: 
Berichten: 7
|
Geplaatst: do 05 jul 2007 12:57 Onderwerp: |
|
|
Het is een showroom voor een agent in kleding. |
|
|
|
 |
Latyfe
Leeftijd: 59 Geslacht:  Sterrenbeeld:  Studieomgeving (BA): OU Studieomgeving (MA): OU Berichten: 15
|
Geplaatst: vr 06 jul 2007 9:54 Onderwerp: |
|
|
Voor het antwoord op de vraag of er sprake is van bedrijfsruimte moet er voldaan worden aan twee vereisten:
Het moet gaan om de in 290, lid 2 genoemde categorie bedrijven en
die bedrijfsruimte moet voorzien zijn van een voor publiek toegankelijk lokaal.
Uiteraard is ook bepalend voor welk doel de ruimte is verhuurd.
Als er in de showroom geen detailhandel wordt uitgeoefend is er geen sprake van een kleinhandelsbedrijf en valt de ruimte niet onder de kwalificatie bedrijfsruimte van art 290. Er is dan sprake van een 230a-ruimte oftewel de restcategorie. Een opzeggingsbescherming is er dan niet, alleen een ontruimingsbescherming en kan er gewoon voor 9,5 maand verhuurd worden.
Valt de huur wel onder de categorie bedrijfsruimte dan is het ook mogelijk een huurperiode af te spreken van 2 jaar of korter. De strenge bepalingen van 291-300 blijven dan buiten toepassing. Deze bepaling (301) is in het BW opgenomen om huurders de kans te geven te onderzoeken of het bedrijf wel rendabel genoeg is. Voor de verhuurder is het mogelijk om in de periode te zien of de huurder hem bevalt. |
|
|
|
 |
|