vals geld uit de geldautomaat !?

GMTA

Reactie van de Nederlandsche Bank

Vullen GEA en controle bankbiljetten
Voor het b(ij)vullen van GEA´s in een niet-bancaire omgeving met eigen kasgeld is in Nederland en in Europees verband een aantal regels van toepassing c.q. zullen van toepassing worden. Op dit moment is onder meer artikel 6 van de EG-verordening inzake de bescherming tegen valsemunterij van toepassing. Daarin worden kredietinstellingen en andere instellingen die bankbiljetten en munten verwerken en aan het publiek verstrekken, verplicht eurobankbiljetten en -munten, waarvan zij weten of ten aanzien waarvan zij voldoende reden hebben te vermoeden dat deze vals zijn, uit circulatie te nemen en bij de bevoegde nationale autoriteiten in te leveren. Ook indien een winkel zou besluiten op een min of meer professionele wijze chartaal geld in omloop te brengen via GEA´s in haar vestigingen, moet het bedrijf voldoen aan de bepalingen van het genoemde artikel 6 van de EG-verordening.

Naast artikel 6 van de EG-verordening inzake de bescherming tegen valsemunterij zullen binnenkort waarschijnlijk ook de Europese general standards en terms of reference van toepassing zijn. Hierin staat dat professionele geldverwerkers zich moeten houden aan richtlijnen voor de detectie van valse eurobiljetten en schoon / vuil detectie. Door deze richtlijnen worden professionele geldverwerkers in staat gesteld om bankbiljetten te recyclen, mits zij alle biljetten die zij ontvangen controleren op echtheid en vervuilingsgraad conform de Europese richtlijnen. De controle op echtheid dient te worden uitgevoerd door machines / apparatuur, waarvan bewezen is dat zij op een betrouwbare manier valse biljetten kunnen detecteren. De controle op vervuilingsgraad kan zowel door machines / apparatuur als door getraind personeel worden uitgevoerd.

Banken en.a. instellingen
Banken en andere instellingen (o.a. wisselkantoren) die beroepsmatig betrokken zijn bij het verwerken en uitgeven van bankbiljetten aan het publiek, zijn verplicht alle euro's, waarvan zij weten of vermoeden dat ze zijn nagemaakt, aan de circulatie te onttrekken en in te leveren bij De Nederlandsche Bank (Verordening van de Europese Raad van 28 juni 2001, art. 6).

De klant moet een verklaring ondertekenen waarin hij afstand doet van het biljet. De klant krijgt een ontvangstbewijs en, na onderzoek, het bedrag retour indien het een echt biljet is. Als de klant weigert het desbetreffende biljet af te staan, zal de bank de politie inschakelen. De politie neemt het biljet in beslag en stuurt het door naar DNB.

Wanneer u nog vragen heeft over het bovenstaande raden wij u aan contact op te nemen met de Nederlandse Vereniging van Banken . De Nederlandsche Bank, als prudentieel toezichthouder, is hiervoor niet de aangewezen toezichthouder.
Adres:
Nederlandse Vereniging van Banken
Postbus 3543
1001 AH AMSTERAM
Phone: ##31.20.550.28.88
Fax:##31.20.623.97.48
Internet: www.nvb.nl