Sovereign
Leeftijd: 49 Geslacht: Sterrenbeeld: Studieomgeving (BA): UvT Studieomgeving (MA): UvT Berichten: 667
|
Geplaatst: di 07 jun 2005 13:26 Onderwerp: |
|
|
Volgens de Groene Serie:
Quote: | Art. 225, lid 3, geeft de eerste verwijzing naar algemene voorwaarden voorshands gezag. Door de eerste verwijzing wordt een reactieplicht geactiveerd bij degene die eveneens algemene voorwaarden hanteert; aan de tweede verwijzing naar algemene voorwaarden komt geen werking toe, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen. In zoverre is de eerste klap een daalder waard.
Wat de onderbouwing van die reactieplicht betreft, wordt er in de MvA II op art. 6.5.2.8 GO, Parl. gesch., blz. 893, op gewezen dat van een partij die zelf werkt met verwijzingen op briefpapier en dergelijke naar algemene voorwaarden, in het algemeen voldoende inzicht en oplettendheid mag worden verwacht om op adequate wijze te reageren op soortgelijke verwijzingen op van anderen afkomstige geschriften. Instemmend: H.C.F. Schoordijk, Het algemeen gedeelte, 1979, blz. 490; H.G. van der Werf, diss. Nijmegen 1980, blz. 56-57; J.H.M. van Erp, WPNR 5794 (1986), blz. 516. Vergelijk: F.B. Bakels, WPNR 5695 (1984), blz. 260; F.J. Sandee, diss. Rotterdam 1995, nr. 170, blz. 207.
Overwegingen van die strekking ter onderbouwing van een uitdrukkelijk van de hand wijzen treft men aan in:
RvA Bouwbedrijven 17 juni 1992, nr. 14 859 (incidenteel vonnis), BR 1993, blz. 317:
Offerte-aanvraag hoofdaanneemster d.d. 5 februari 1988, onder toepasselijkverklaring op ommezijde vermelde algemene voorwaarden. In de offerte van onderaanneemster d.d. 19 april 1988 is onderaan de brief een standaardverwijzing naar haar algemene voorwaarden opgenomen; in de offerte is niet omschreven dat toepasselijkheid van de voorwaarden van hoofdaanneemster van de hand wordt gewezen, nog daargelaten dat hoofdaanneemster niet eenvoudig van het gestelde in de algemene voorwaarden, waaronder art. 1 t/m 3 (betreft toepasselijkheid eigen voorwaarden, prevalerend boven eventuele algemene voorwaarden van de wederpartij; zie nader de uitspraak) kennis heeft kunnen nemen. Het moest voor onderaanneemster - als professionele wederpartij - zeer wel duidelijk zijn dat hoofdaanneemster algemene voorwaarden hanteerde waarin bepalingen met gelijke strekking voorkwamen.
De eis van adequaat reageren kan overigens ook weer bij de aanbieder belanden, indien zijn reactie (of het uitblijven daarvan) op een tweede verwijzing naar algemene voorwaarden met uitdrukkelijk van de hand wijzen als in lid 3 van art. 225 bedoeld, ten toets wordt gesteld. Zie aant. 62 e.v. Zie:
Pres. Rb. Middelburg 23 februari 1993, KG 1993, 123, BR 1993, blz. 408, TvA 1994/1, blz. 63:
Bij brief van 14 maart 1991 heeft Dees - nadat zij daartoe van Van Wijnen de nodige documentatie had gekregen, waaronder besteksbladen waarop ook de gebruikelijke toepasselijkheid van de UAV was vermeld - aan Van Wijnen offerte gedaan. Aan de voet van deze brief staat een verwijzing naar de Algemene voorwaarden van Dees. Bij brief van 31 mei 1991 aan Dees heeft Van Wijnen opdracht verleend onder toepasselijkverklaring van zowel de eigen algemene voorwaarden als de besteksvoorwaarden, en toevoeging van een aantal algemene aanvullende voorwaarden, waarin een rangorde van de volgens haar wens toepasselijke voorwaarden. Dees heeft de opdracht van Van Wijnen van 31 mei 1991 voor akkoord ondertekend en teruggezonden, onder verwijzing naar haar brief aan Van Wijnen van 10 juni 1991 - op briefpapier met de verwijzing naar haar (Dees') voorwaarden - waarin zij een aantal algemene aanvullende voorwaarden van Van Wijnen aanvaardde met een opmerking over één andere specifieke voorwaarde van deze algemene aanvullende voorwaarden. Over de uitdrukkelijke toepasselijkheidsverklaring van de algemene voorwaarden van Van Wijnen en de rangorde daarvan heeft Dees zich niet uitgelaten.
Om aan Van Wijnen te laten weten dat zij - Dees - de door Van Wijnen in de opdracht van 31 mei 1991 uitdrukkelijk gestipuleerde toepasselijkheid van zowel de eigen algemene voorwaarden als de besteksvoorwaarden en daarmee tevens - en telkens - van de vermelde arbitrale bedingen niet wilde aanvaarden had Dees, die evenals Van Wijnen uit hoofde van haar bedrijfsvoering bedacht dient te zijn op het gebruik van algemene voorwaarden en daarmee van bedingen als de onderhavige, aan Van Wijnen méér ter kennis moeten brengen dan de enkele in de brief van 10 juni 1991 neergelegde opmerkingen over enige door Van Wijnen voorgestelde algemene aanvullende voorwaarden. Uit deze enkele opmerkingen (in combinatie met de standaardverwijzing aan de voet van de brief) heeft Van Wijnen niet hoeven af te leiden dat Dees de toepasselijkheid van de door Van Wijnen genoemde sets voorwaarden afwees en dat Dees enkel en alleen onder toepasselijkheid van haar eigen leveringsvoorwaarden wenste te contracteren. Van Wijnen mocht er daarom op rekenen dat Dees zich bij het sluiten van de overeenkomst tevens met de toepasselijkheid van het thans ingeroepen arbitrale beding heeft verenigd. Volgt onbevoegdverklaring. |
|
|